Film
Met zijn body horror levert David Cronenberg kritiek op een exhibitionistische wereld ★★★★☆
De cineast keert vanaf de eerste minuten van Crimes of the Future terug naar het cultgenre waaraan zijn naam sinds de jaren tachtig onlosmakelijk verbonden is.
Een jongetje zit tegen de muur van een smoezelige badkamer en eet met kleine hapjes van een plastic prullenbak. Een ongedefinieerde slijmerige substantie druipt uit zijn mond. Die nacht verstikt zijn hevig verontruste moeder het mutantenkind met een kussen.
In het verdere verloop van Crimes of the Future, de nieuwe film van de Canadese body horror-specialist David Cronenberg, volgen we Saul Tenser (Viggo Mortensen), een in een superheldachtige mantel geklede performancekunstenaar. Met behulp van chirurg Caprice (Léa Seydoux) verzorgt Saul optredens waarin hij organen die als tumoren in zijn lijf groeien (‘neo-organen’, in Cronenberg-jargon) publiekelijk laat verwijderen. Klinkt spectaculair onsmakelijk, oogt binnen de werkelijkheid van de film al snel tamelijk alledaags. Meer een rariteitenkabinet dan weerzinwekkende horror.
‘Accelerated Evolution Syndrome’ heet in deze dystopische toekomst de aandoening die ertoe leidt dat mensen nieuwe organen kweken, of in staat zijn plastic te eten. In dit universum is het de vanzelfsprekende evolutionaire stap om te overleven op een vergiftigde, postindustriële planeet. Pijn is vrijwel uitgebannen, ’s nachts staan mensen in donkere steegjes wellustig in elkaar te snijden. ‘Surgery is the new sex’, aldus de door Kristen Stewart gespeelde medewerker van de National Organ Registry, niet de enige obscure organisatie die deze film rijk is.
Cultgenre
Cronenberg keert vanaf de eerste minuten van Crimes of the Future terug naar het cultgenre waaraan zijn naam sinds de jaren tachtig onlosmakelijk verbonden is, en waarvan hij met doorwrochte misdaadfilms (A History of Violence) en existentiële karakterstudies (Cosmopolis) de laatste jaren juist afscheid had genomen. Eindelijk weer body horror dus, in deze spirituele opvolger van films als Videodrome (1983) en The Fly (1986), waarin groteske lichamelijke mutaties fungeren als metafoor voor sociale en maatschappelijke ontwikkelingen. Met Videodrome voorzag hij bijvoorbeeld hoe de verleidelijke kracht van beeldschermen onze beleving van de realiteit voorgoed zou veranderen. In het universum van Cronenberg levert dit dan een scène op waarin een man via een vagina-achtige opening in zijn buik tot videorecorder transformeert.
Met Crimes of the Future – ook een soort uitvoerige herinterpretatie van zijn gelijknamige, avant-gardistische no-budgetfilm uit 1970 – verwijst Cronenberg zo nadrukkelijk naar zijn eigen oeuvre dat hij haast op greatest hits-terrein belandt. Qua onopgesmukte cameravoering en klinisch, gedistantieerd spel oogt de film soms zelfs ronduit verouderd. Het gevoel dat de cineast veertig jaar geleden toch net wat verontrustender werk leverde, met een scherpere vooruitziende blik, is niet volledig te onderdrukken.
Zonderlinge satiricus
Toch beperkt Cronenberg zich niet tot herkauwen. Hij heeft voldoende te zeggen over de wereld van nu – mogelijk meer als zonderlinge satiricus dan als visionair horrorfilmer, maar dat maakt zijn nieuwe werk niet minder waardevol. De film sluit onder meer aan op het idee dat iedereen tegenwoordig zijn eigen performer kan zijn en laat zien hoe dit een vergevorderd exhibitionisme in de hand kan werken. Hoe algemene acceptatie van plastische chirurgie leidt tot nieuwe schoonheidsidealen? Crimes of the Future levert de waanzinnigste antwoorden.
Crimes of the Future
Scifi/horror
★★★★☆
Regie David Cronenberg
Met Viggo Mortensen, Léa Seydoux, Kristen Stewart, Tanaya Beatty, Scott Speedman
108 min., in 39 zalen