Film
Met ‘White Noise’ vindt Noah Baumbach zichzelf als filmmaker opnieuw uit ★★★★☆
Eerst familiekomedie, dan volbloed horrorfilm, om te eindigen in een grandioos showballet tussen de supermarktschappen.
Eerst wordt het een rookpluim genoemd. Vervolgens spreken tv en radio van een gifwolk, om uiteindelijk over te schakelen op ‘airborne toxic event’ (waarbij gif door de lucht wordt verspreid). Maar wat er ook aan de hand mag zijn net buiten de grens van zijn universiteitsstadje, Jack Gladney laat zich niet gek maken. Aan zijn kinderen legt hij uit dat steden zo gebouwd zijn dat de betere wijken, zoals de hunne, bij rampspoed buiten schot blijven. ‘Het komt niet tot hier. Het gebeurt gewoon niet.’
En dat zegt de hoogleraar die in Noah Baumbachs heerlijk ongrijpbare nieuwe film White Noise wordt voorgesteld als eminent expert in Hitler-studies. Een man die dus weet hoe gevaarlijk het is om je kop in het zand te steken, en die het instituut gezin graag omschrijft als ‘bakermat voor desinformatie’. Terwijl buiten de sirenes loeien, blijft diezelfde Jack Gladney (Adam Driver, met wijkende haargrens en opzichtig buikje) onverstoorbaar zitten aan zijn avondmaal.
Volksmenners en media, rampspoed en gezapigheid, consumentisme als verdovingsmiddel tegen doodsangst: in deze voor Netflix gemaakte bewerking van Don DeLillo’s gelijknamige roman (1985) botsen de grote thema’s op elkaar zoals auto’s dat volgens Gladney’s vriend, mediadocent en Elvis-kenner Siskind (Don Cheadle) in Hollywoodfilms doen – geestdriftig, vreugdevol. En zoals de overheidsinstructies voortdurend veranderen naarmate de ernst van de catastrofe duidelijker wordt, zo neemt ook White Noise de ene verrassende, om niet te zeggen vervreemdende afslag na de andere. Met de hemels witte supermarkt als terugkerende toevluchthaven.
Neem Jack en echtgenote Babette (Greta Gerwig, verontrustend flegmatisch en getooid met een weelderige bos krullen; alleen al dat kapsel verduidelijkt dat White Noise zich in de jaren tachtig afspeelt). Baumbach introduceert het tweetal en hun kinderen als een kwebbelende wirwar van perspectieven, maar ondertussen is er ook volop existentiële onrust.
Jarentachtigstijl
Terwijl Babette steeds vergeetachtiger wordt en stiekem enge pilletjes slikt, droomt Jack ’s nachts dat hij in bed wordt gewurgd door een vreemdeling (of is hij het zelf?): een treffend geregisseerde nachtmerriescène die de familiekomedie kortstondig naar volbloed horrorterrein loodst. De dialogen, goeddeels overgenomen uit DeLillo’s roman, klinken dan weer musicalachtig theatraal en ritmisch: een muzikaliteit die zich pas ontlaadt tijdens de aftiteling, in een grandioos showballet tussen de supermarktschappen.
Wie had dat gedacht van Baumbach, die naam maakte met tobbende tragikomedies als Frances Ha (2012) en zich met het huwelijksportret Marriage Story (2019) van zijn meest gevoelige, realistische kant toonde. Vooral in het middelste deel van White Noise, als de film een absurd-apocalyptisch spektakel in jarentachtigstijl wordt dat óók nog eens bij de coronapandemie aanhaakt, lijkt Baumbach zich als cineast opnieuw uit te vinden. Erg fraai, die close-up van Jack tijdens het tanken terwijl boven hem de gifwolk voorbijtrekt, als zwartrode schaduw van de dood.
Waar dat allemaal heen gaat? Slingert de film hopeloos uit de bocht of trapt hij in alle chaos juist het leven op zijn staart? Lastig te zeggen. Maar kijk hoe soepel en plezierig Driver en Gerwig met iedere extreme registerverandering meebewegen, en je wilt alleen maar hetzelfde doen.
White Noise
Tragikomedie/rampenfilm
★★★★☆
Regie Noah Baumbach
Met Adam Driver, Greta Gerwig, Don Cheadle, May Nivola, Sam Nivola.
136 min., in 25 zalen / vanaf 30 december te zien op Netflix.