RecensieMeesterlijke vrouwen

Meesterlijke vrouwen laat je aan de hand van zorgvuldig geselecteerde werken kennismaken met vrouwen die het (her)ontdekken waard zijn ★★★★☆

De expositie doet meer dan de kunstgeschiedenis inkleuren met wat vrouwen.

Sarah van Binsbergen
Charley Toorop, Zelfportret met drie kinderen, 1929.  Beeld Pictoright
Charley Toorop, Zelfportret met drie kinderen, 1929.Beeld Pictoright
Marlene Dumas, Die Muzes. Beeld Collectie Museum Gouda
Marlene Dumas, Die Muzes.Beeld Collectie Museum Gouda

Zal 2019 worden herinnerd als het jaar van de grote vrouwenrehabilitatie in de beeldende kunst? Het begint er op te lijken. Eerder berichtte de Volkskrant over Lee ­Krasner, die eindelijk uit de schaduw van haar man Jackson Pollock stapt met een tentoonstelling in Londen.

Ook dichter bij huis viert de herontdekking van de vrouwelijke kunstenaar hoogtij, met recente solo’s van Maria Lassnig, Raquel van Haver en Jacqueline de Jong in het Stedelijk Museum Amsterdam en Charlotte ­Posenenske in het Kröller-Müller. ­Binnenkort belicht het Cobra ­Museum in Amstelveen de vergeten vrouwen rondom Cobra.

Al die aandacht is mooi, vier feministische golven later is de kunstwereld namelijk nog steeds een mannenbolwerk. Zoals onderzoek van Mama Cash dit voorjaar onthulde, is slechts 13 procent van de kunst in ­Nederlandse musea gemaakt door vrouwen. En probeer eens drie vrouwelijke kunstenaars uit de eerste helft van de vorige eeuw te noemen?

Toch kan er behoorlijk veel misgaan als het verbindende element van een tentoonstelling de sekse van de kunstenaars is. Niemand wil de excuustruus van de kunstwereld zijn. Feminisme als gimmick: ‘Bezoek de expositie en vergeet niet om onze ­feministische mokken, T-shirts en ­onderbroeken te kopen!’

Wat een opluchting, daarom, dat Meesterlijke Vrouwen: Tien avant-gardekunstenaars die je gezien moet hebben in de eerste plaats een heel sterke expositie is. Dat de tien avant-gardekunstenaars uit de clickbait-titel vrouw zijn is niet toevallig, ook hier is het doel om scheve verhoudingen recht te trekken. Toch voelt dat nergens geforceerd. Deze kunstenaars wil je gezien hebben om de kwaliteit van hun werk. En, o ja, ze zijn ook vrouw.

Vertegenwoordigen deze kunstenaars een kunsthistorische stroming uit de eerste helft van de vorige eeuw, zoals de zaaltekst benadrukt? Niet ­direct. Charley Toorop is verwant aan het expressionisme en magisch realisme, tegelijkertijd staan haar portretten op zichzelf. In de gestileerde schilderijen en prints van socialist Lou Louber zie je duidelijk de invloed van Mondriaan terug. Maar de volledige abstractie waarnaar hij streefde, vond Louber te elitair, zij zocht naar een manier om alledaagse situaties abstract én herkenbaar af te beelden.

De expositie doet meer dan de kunstgeschiedenis inkleuren met wat vrouwen en toont juist nieuwe perspectieven en nuances. Opvallend is de maatschappelijke betrokkenheid van veel van deze kunstenaars.

Iedere avant-gardekunstenaar is gekoppeld aan een hedendaagse collega en ook dat levert verrassende associaties op: je kijkt toch anders naar de indringende koppen van Marlene Dumas als je ze naast die van Toorop ziet hangen. Niet elke koppeling is even overtuigend. Zo is de observatie dat Nola Hatterman en Raquel van Haver allebei zwarte mensen afbeelden, weinig prikkelend. Terwijl de verbinding tussen modeontwerper Liselore Frowijn en schilder Frieda Hunziker weer veel te raden over laat. Erg is dat niet, want de eigenzinnige schilderijen van Hunziker, die na de oorlog een prominent lid was van kunstenaarsgroep Vrije Beelden, zijn op zichzelf het absolute hoogtepunt van de tentoonstelling. De kleur spat van de abstracte doeken af met een felheid en frisheid die haar Cobra-tijdgenoten het nakijken geeft.

De grootste uitdaging bij de aandacht voor vergeten vrouwen, is dat elk nieuw boek en iedere film of tentoonstelling telt. Middelmatigheid wordt hard afgestraft. Gelukkig is die middelmatigheid ver te zoeken in Schiedam, waar je aan de hand van zorgvuldig geselecteerde kunstwerken kunt kennismaken met vrouwen die werkelijk het (her)ontdekken waard zijn.

Frieda Hunziker, Compositie, 1965.  Beeld Collectie Rijksdienst voor het C
Frieda Hunziker, Compositie, 1965.Beeld Collectie Rijksdienst voor het C

Hoe zit het met die 13%?

Waarom is er zo weinig kunst van vrouwelijke makers opgenomen in Nederlandse museumcollecties? Een mogelijk antwoord komt van de Guerilla Girls: volgens dit feministische kunstcollectief heeft deze achterstand te maken met het feit dat mannen decennialang de dienst uitmaken als museumdirecteur, kunstkoper en historicus. Natuurlijk spelen er ook veel andere factoren mee, zoals de eeuwenlange ongelijke behandeling van mannen en vrouwen. Zo werden vrouwen tot eind 19e eeuw geweigerd bij kunstopleidingen, en ook toen ze eenmaal wel werden toegelaten werd excelleren verre van aangemoedigd.

Museum Arnhem

Dat het wél mogelijk is om als museum een meer gelijke verdeling van mannelijke en vrouwelijke kunstenaars na te streven, laat de aanpak van Museum Arnhem zien. Oud-directeur Liesbeth Brandt Corstius voerde er vanaf de jaren tachtig een ferm ‘voorkeursbeleid’ voor vrouwelijke kunstenaars met als doel een fifty-fifty verdeling. Die lijn wordt door de huidige directie doorgezet. De collectie kunst en vormgeving uit de 20ste eeuw bevat werk van gevestigde namen als Pycke Koch en Fiona Tan, en van jonge kunstenaars als Esiri Erheriene-Essi en Zanele Muholi.

Meesterlijke vrouwen

Stedelijk Museum Schiedam

t/m 8 september

★★★★☆

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden