Martin Koolhoven: ‘Alles wat je in je handen houdt, moet fatsoenlijk zijn’

‘Als je net op jezelf woont en weinig geld hebt, kun je je nog niet veel luxe veroorloven. Vaak koop je van alles wat je nodig hebt het goedkoopste. Als je moet kiezen waaraan je je geld gaat uitgeven, vind ik dat datgene wat je daadwerkelijk vaak in je handen hebt boven aan de hiërarchie moet staan. Investeer bijvoorbeeld in een fijn mes. Dat hou je vast, en wat je vasthoudt is bepalend. Als je er eenmaal een hebt, ga je je ergeren als je bij iemand anders weer met een achenebbisj mes staat te klooien. Een pan waarin je spaghetti kookt daarentegen, zet je gewoon op het vuur en raak je nauwelijks aan. Dat mag dus een klotepan zijn, daar kun je op besparen. Een bakpan hou je wél weer vast. Dat is de volgende stap, als je net wat meer te besteden hebt.

Dingen die in je hand liggen moeten ook een beetje gewicht hebben. Bestek bijvoorbeeld. Ik heb lepels uit mijn ouderlijk huis gestolen, omdat ze gewoon goed in de hand liggen. Hetzelfde geldt voor pennen, paraplu’s en aanstekers. Ik steel altijd onbewust aanstekers van anderen omdat ik ze zonder na te denken in m’n zak stop als ik een sigaret met iemand rook. Overigens ben ik altijd aan het stoppen met roken. Dat helpt ook niet. Als je investeert in een goeie aansteker, geef je aan jezelf toe dat je een roker bent. En dat ben ik natuurlijk niet, ik ben heel druk bezig met stoppen.’