Analyse

Marketing-maestro Lorenzo Viotti is een publieksmagneet. Hoe doet hij het muzikaal?

Zelden trekt een dirigent zoveel aandacht én publiek als Lorenzo Viotti, die als geen ander snapt dat zijn uiterlijk en vlotte babbel uitstekende marketingmiddelen zijn. Hoe zit het met de muzikale inhoud van de aantrekkelijke verpakking?

Merlijn Kerkhof
null Beeld Jip van den Toorn
Beeld Jip van den Toorn

Ze zijn in korte tijd gewend geraakt aan camera’s, de musici van het Nederlands Philharmonisch Orkest. Laatst kwam Nieuwsuur nog filmen bij de repetities voor de opera Tosca. En nu, tijdens de voorbereiding voor het programma met muziek van Stravinsky, Gershwin en Bernstein in de voormalige Gerardus Majellakerk in Amsterdam, moet het wéér spic en span zijn – geen rondslingerende tasjes alsjeblieft. Dit keer zijn de camera’s niet van een nieuwsprogramma, maar voor een commercial van horloge- en juwelenmerk Bulgari.

De reden: Lorenzo Viotti (32) – model, Instagramgod, ambassadeur van luxemerken, fervent sporter en ja, ook dirigent. Sinds vorige zomer is hij chef van het Nederlands Philharmonisch Orkest (NedPho) en De Nationale Opera (DNO), waarvan het orkest de meeste producties begeleidt. Over niemand werd dit concertseizoen in de klassieke-muziekwereld zoveel gesproken als over Viotti. Maar belangrijker: het ging voor de verandering ook búíten die wereld eens over een musicus. Wat is er aan de hand?

In april 2019 kondigden het orkest en de opera aan dat Viotti de succesvolle chef-dirigent Marc Albrecht op zou volgen. Het was om meerdere reden verrassend: Viotti was op dat moment relatief onbekend, toen pas 29 (en toen de gesprekken begonnen zelfs pas 27). Eén keer maar dirigeerde hij het orkest – in een symfonisch programma, in de Amsterdamse operabak had hij nog nooit gestaan. Het ging om de zwaarste dirigentenbaan van Nederland. Natuurlijk bekeek het management hem meermaals tijdens concerten, maar in een wereld waarin orkesten dirigenten doorgaans eerst een aantal keer uitproberen, leek het toch een gok.

Léék het een gok. Want het management mag volhouden dat Viotti uitsluitend op zijn capaciteiten als dirigent is aangetrokken, die claim is niet heel geloofwaardig. Tijdens die bezochte concerten in onder meer Milaan, München en Wenen en bij de babbeltjes achteraf, kan het de directie niet zijn ontgaan: het marketingpotentieel van Lorenzo Viotti is gigantisch.

Romantische komedie

Viotti is de tegenpool van de stereotiepe, grijze maestro: een benaderbare hunk die zijn vrije tijd ofwel in de sportschool, ofwel in de chiquere modehuizen besteedt. Hij is een vlotte prater met ‘passie’ en ‘discipline’ als favoriete woorden, iemand die je met zijn Engels-met-Frans-accent ook zou kunnen casten als verleider in een romantische komedie. Ziedaar: de aangewezen persoon om de klassieke muziek te demystificeren en een jonger publiek aan te spreken, iets wat de opera met man en macht probeert.

Zijn nieuwe werkgevers (eigenlijk: opdrachtgevers, dirigenten werken zelden in loondienst) zetten in augustus vorig jaar de toon met een onorthodox filmpje waarin Viotti werd voorgesteld. Je zag hem zwemmen, boksen, skateboarden, springen op het dak van het Concertgebouw en zwoel pasta eten. De kunstvorm zelf kwam er bekaaid vanaf.

Het moet vooral dat ‘ik lust je rauw, pasta’-shot zijn dat in het verkeerde keelgat schoot bij het conservatievere deel van het publiek. De marketingwet dat seks verkoopt, werkt overal, maar in de verheven klassieke muziek bleven marketeers er vaak verre van. En als er al seks in het spel was (in de jaren zeventig de wanstaltige platenhoezen, nu de jurken van pianiste Yuja Wang), dan was die meestal niet gericht op het vrouwelijke deel van het publiek. Of beter gezegd: niet op mensen die op mannen vallen.

Gespierde torso

De aandacht voor Viotti was vanaf dat filmpje enorm. In één seizoen was hij al vaker op de Nederlandse televisie dan Yannick Nézet-Séguin in de tien jaar (2008 tot 2018) dat de Canadees chef was van het Rotterdams Philharmonisch, hoewel Nézet-Séguin toch óók een goede prater was en als dirigent (nu van de Metropolitan Opera in New York en het Philadelphia Orchestra) van een ander kaliber is. Je zag Viotti bij Jinek, in Arjen Lubachs De avondshow. Bladen die zelden of nooit aandacht besteden aan klassieke muziek wilden hem, van Linda tot Men’s Health waarin hij zijn gespierde torso toonde.

Wat opviel in die interviews, is dat hij de muziekwereld neerzet als sterfhuis – en híj kan er iets aan doen. Zoals hij in Nieuwsuur zei: ‘Als we nu niets doen, heb ik over een paar jaar geen werk meer. Want dan hebben we geen publiek meer.’ Dus spreekt hij het publiek toe bij concerten, als volleerd gastheer.

Opvallender nog is dat de interviews zelden echt over muziek gingen. Het stuk waarin Viotti zich nog het meest analytisch uitliet over muziek, was nota bene een interview met NRC waarin hij werd gevraagd naar zijn favoriete rappers.

Ook op zijn Instagram-pagina (94 duizend volgers) zie je maar weinig verwijzingen naar de klassieke muziek, of het moet die foto zijn waar hij in bad een partituur zit te lezen. En kijk naar het filmpje dat hij voor het automerk Lamborghini maakte. Hij wordt gefilmd terwijl hij in een Amsterdamse platenzaak naar elpees zoekt. Niet op de afdeling klassiek, natuurlijk: Viotti plukt er een exemplaar van dj Armin van Buuren tussenuit. De boodschap: hij is echt niet zo’n elitair figuur dat overal op neerkijkt, hij houdt ook gewoon van de muziek van nu – net zoals de generatiegenoten die hij aan wil spreken.

Quote-interview

Eén keer schatte Viotti de boel verkeerd in, toen hij werd geïnterviewd door het blad Quote en interviewer Sarah Arnolds een hap van zijn fitboy-ontbijt wilde voeren. Het is het beste interview met hem tot nu toe. ‘Geef mij een microfoon, zet wat mensen voor mijn neus en ze zullen me volgen’, zei hij. ‘Geloof me: die gave heb ik. Ik ben zo gepassioneerd dat je zult houden van alles wat ik doe.’

Ook niet-onhallucinant, over zijn nieuwe orkest: ‘Ik merk hier duidelijk dat veel mensen hun mening willen geven over mijn werk, zelfs als ze niet in de positie zijn binnen de hiërarchie van de organisatie. (...) Ik denk dat het met mijn inzet een van de leidende instituten gaat worden, een voorbeeld voor vele andere.’

Hoor hem praten, op het juiste moment weer bescheiden, zie hem in glitterpak op Insta, zie hem drummen bij zijn eigen orkest – hij kan ook alles – en je krijgt het gevoel dat je naar een jonge man kijkt die zo ijdel is dat vergeleken met hem Herbert von Karajan (de legendarische chef van de Berliner Philharmoniker die zich, met de ogen dicht dirigerend, door zoveel mogelijk camera’s liet filmen) een muurbloempje lijkt. Viotti heeft zoveel fotoshoots dat je je afvraagt hoe hij nog aan partituurstudie toekomt.

null Beeld Jip van den Toorn
Beeld Jip van den Toorn

Die ijdelheid is onderdeel van zijn succes. Want dat hééft Viotti – uit cijfers van het orkest blijkt dat er inderdaad meer nieuw publiek op de concerten afkomt, en vooral bij de concerten in het Concertgebouw is het aandeel jong en vrouwelijk zichtbaar groter dan gebruikelijk. Voor de dirigentenkamer staat na afloop een rij, tijdens het jazz-geïnspireerde programma met Gershwin werd er zelfs gedanst. Maar voor wie niet tot de fans behoort, valt er ook wat te beleven: je kunt je bij Viotti goed verbazen of lekker ergeren.

Een orkest is een samenlevinkje op zich. Er is nooit een dirigent die bij iedere musicus goed valt, en dat geldt ook voor Viotti, blijkt uit gesprekken met orkestleden. De fans zitten vooral bij de jongere garde, bij de strijkers. Een minderheid heeft bedenkingen. Neem het Gershwin-programma waarbij Viotti zelf ging drummen: moest iedereen in vrolijke outfits het podium op. Het was meer een show dan een concert, en de show ging toch eigenlijk vooral over hém, alsof hij stiekem heeft gespiekt bij André Rieu.

Ja, het was heel knap hoe hij het publiek met goed getimede grapjes tijdens de changementen geboeid hield, waardoor de aandacht niet verslapte en er een grotere spanningsboog ontstond. Maar wat bleef hangen toen de muziek was uitgeklonken, was dat hij het orkest als zijn speeltje ziet. Viotti wil dat er in elk concert een element van verrassing zit; zo liet hij de orkestleden Mozarts Ave verum corpus zingen als toegift. Maar hoe vaak kun je zoiets herhalen voordat het een gimmick wordt?

Positieve recensies

Nee, Viotti is als dirigent geen pannekoek. Orkestleden prijzen zijn efficiënte manier van repeteren, zijn duidelijkheid. En hier spreekt de recensent weer: hij is in staat het orkest heel mooi te laten klinken – ook klankmatig zit het met de buitenkant wel goed. Maar wat gebeurt er onder die glans?

Het zijn geen uitvoeringen die ik zou associëren met het chique (of zo je wilt: snobistische) woord ‘interpretatie’. Hij dirigeerde Puccini’s Tosca gespeend van italianità (nauwelijks agressie en duisternis, ritmisch oppervlakkig), waarbij aan de hits duidelijk veel aandacht was besteed, maar de vaart er naar het einde toe volledig uit was. In Tsjaikovski’s Zesde symfonie, een online concert, was het alsof hij nog een emo-bouillonblokje in het orkest gooide. Niettemin zijn de recensies over het algemeen positief, en wie vaart op het oordeel van de klassieke-muziekrecensent van Trouw zou zomaar kunnen denken dat het orkest de nieuwe Carlos Kleiber heeft binnengehaald.

De groep musici die bedenkingen heeft, houdt zich voorlopig wel gedeisd, want een zaal die na afloop uit z’n dak gaat, daar doe je het voor. Zoals een altviolist het zegt: het orkest kon op geen betere manier uit de coronacrisis worden gelanceerd. Na tien jaar onder Marc Albrecht was het NedPho toe aan iets anders – van een Duitse muziekintellectueel die bij een interview meteen de partituur erbij pakt naar een alfaman die niet moeilijk doet over muziek, maar het orkest wel afmat en musici hun partijen laat doorzingen, iets waar je voorheen alleen mee wegkwam bij een amateurorkest of als je Iván Fischer heet.

Je kunt je afvragen hoe duurzaam het is dat het NedPho zo met Viotti pronkt. Komen de millennials ook nog als hij vertrokken is en er een andere dirigent voor staat? Wat als de hype over twee jaar voorbij is? Het zijn zorgen voor later. Het anoniemste proforkest van Nederland – want de helft van de tijd onzichtbaar in de operabak –, de club die in de pikorde het Concertgebouworkest, het Rotterdams Philharmonisch en het Radio Filharmonisch vóór zich moet dulden, staat nu volop in de belangstelling en mag ervan genieten. Volgend seizoen mag het zelfs optreden in de Weense Musikverein. Een uitje dat volledig toe te schrijven is aan de dirigent.

Zoon-van

Lorenzo Viotti (Lausanne, Zwitserland, 1990) is de zoon van de operadirigent Marcello Viotti, die in 2005 om het leven kwam na een beroerte tijdens een repetitie in München. De zoon staat nu voor veel van dezelfde orkesten die zijn vader al leidde. Hij heeft dezelfde impresario als zijn vader vroeger, een familievriend.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden