Theater
Mariana Aparicio Torres laat in Yerma prachtig zien hoe hoop langzaam maar zeker wanhoop wordt ★★★☆☆
Met Yerma, over een vrouw met een onvervulde kinderwens, vertelt regisseur Eline Arbo weer trefzeker een tijdloos existentieel verhaal.
Ze moet gewoon wat beter haar best doen, adviseert jeugdvriend Victor met een knipoog. Het probleem is dat ze niet echt van haar man houdt, analyseert een oude vrouw. Ze zou juist blij moeten zijn, roddelen andere vrouwen in het dorp, ze heeft geen idee hoe zwaar het is om kinderen te hebben.
Zo zit het broeierige drama Yerma, de eerste regie van Eline Arbo bij Het Nationale Theater in Den Haag, vol met goedbedoelende mensen, mensen die niet kunnen of willen inzien hoe groot de existentiële ernst is van het probleem dat Yerma heeft. Haar biologische klok is een tijdbom geworden.
Onvervulde kinderwens
Yerma is een jonge vrouw met een onvervulde kinderwens, een probleem waarop nog altijd een taboe rust. Haar verlangen, zowel gevoed als geridiculiseerd door haar omgeving, wordt een obsessie, die haar niet meer met rust laat. Het neemt haar hele lijf en leven over, met ten slotte alle gewelddadige gevolgen van dien.
Regisseur Eline Arbo, van wie enkele weken geleden nog de bejubelde toneelbewerking van De uren bij Internationaal Theater Amsterdam in première ging, laat nu alweer in Den Haag zien waar ze zo goed in is. Met een trefzekere enscenering, een ongelofelijke muzikaliteit, humor en een nauwgezet realistische acteursregie toont ze een tijdloos, existentieel drama.
Toch zijn de personages dit keer minder meeslepend dan in eerdere producties. Dat komt vooral door het bronmateriaal. Ze gebruikt een toneeltekst van de Spaanse dichter en toneelschrijver Federico García Lorca. Hij schreef Yerma in 1934, een tijd waarin verstikkende katholieke regels en tradities het leven van mannen en vrouwen bepaalden.
Arbo moderniseert een aantal elementen, maar houdt wel vast aan de plaats en, min of meer, ook aan de tijd. We zijn nog altijd in een tikkeltje bekrompen dorpsgemeenschap in Andalusië. Een scheiding van haar man Juan zou voor Yerma onoverkomelijk gezichtsverlies betekenen. Tegelijk zijn ‘de wasvrouwen’ uit de oorspronkelijke tekst veranderd in een driekoppige meisjespunkband, die met volle overgave een mix van popliedjes en klassieke aria’s speelt.
Deze discrepantie, evenals het abstracte decor (van Juul Dekker) in de vorm van een podiumbreed weefgetouw, creëren soms afstand tot de personages. Arbo probeert veel tijdgebonden ruis te omzeilen uit het oude toneelstuk, in haar poging om een universeel, modern drama neer te zetten, en dat is soms merkbaar.
Meedogenloze levensvreugde
Gelukkig hebben we de acteurs nog. Want die spelen, zoals eigenlijk altijd bij Arbo, de sterren van de hemel. Mariana Aparicio Torres is adembenemend als Yerma. Ze laat prachtig zien hoe hoop langzaam maar zeker wanhoop wordt. Wat eerst nog met laconieke humor kan worden bestreden, holt haar van binnen helemaal uit, tot ze ten slotte nog maar een schim is.
Bram Coopmans speelt Juan geraffineerd aandoenlijk als een liefhebbende man, die uiteindelijk niet voelt en dus ook niet begrijpt wat zijn vrouw voelt. Juan verliest zich in zijn eigen obsessie: werk. Hij is dag en nacht bezig met het besproeien van zijn land, het snoeien van de boomgaard en het verzorgen van de schapen. Hij houdt, ironisch genoeg, van alles wat vruchtbaar is, zodat de afstand tussen hem en Yerma alsmaar groter wordt. Uiteindelijk brengt hij liever de nacht door op het land dan met zijn vrouw.
Maar ere wie ere toekomt, de meeste energie in de voorstelling komt van Momo Samwel, June Yanez en Marie-Mae van Zuilen. Dit drietal speelt live op gitaar, drums en synth de onheilszwangere liedjes van componist Thijs van Vuure. Ook spelen ze de roddelende dorpsvrouwen, om de beurt met een zwangere buik. Zingend, lachend en dansend spuwen ze achteloos hun passievolle medeleven in het rond. Hun levensvreugde blijkt meedogenloos. Ze vormen de stemmen in Yerma’s hoofd, die haar uiteindelijk naar de afgrond zullen leiden.
Geen heteroseksuele mannen
Eline Arbo maakt dit jaar de langverwachte overstap van jong talent naar veelgevraagd grotezaalregisseur. Vrijwel tegelijk zijn haar bewerkingen van De uren bij Internationaal Theater Amsterdam en Yerma bij Het Nationale Theater uitgekomen. Twee producties bij de twee grootste gezelschappen van Nederland, met allebei een voornamelijk vrouwelijke cast.
Arbo komt uit Tromsø, Noorwegen. Sinds 2016 maakt ze theater in Nederland. Haar bewerking van de roman Weg met Eddy Bellegueule van Édouard Louis viel vorig jaar flink in de prijzen. De laatste jaren concentreert haar werk zich op verhalen waarin nou eens geen witte, heteroseksuele mannen centraal staan. In een interview in Trouw afgelopen weekend zei ze daarover: ‘Moet het niet vanzelfsprekend zijn dat bij mij vrouwen of homoseksuelen de hoofdrol spelen? Als je er een punt van maakt, dan geef je ook aan dat je afwijkt van de norm. Terwijl ik die norm nou juist wil bestrijden. Hoe maak je een nieuw soort hoofdpersoon ‘normaal’?’
Yerma
Theater
★★★☆☆
van Federico García Lorca, door Het Nationale Theater, regie Eline Arbo, met Mariana Aparicio Torres, Bram Coopmans, Antoinette Jelgersma en Rick Paul van Mulligen.
6/11, Koninklijke Schouwburg, Den Haag. Tournee t/m 18/12.