Margaret Thatcher: The Authorized Biography
Vijftien jaar lang mocht Charles Moore alles vragen aan Margaret Thatcher. Het resultaat is een veelzijdige en betrouwbare biografie
Nog tijdens haar premierschap had Margaret Thatcher het schrijven van haar officiële biografie toevertrouwd aan het enfant terrible van haar kabinet, Alan Clark. In zijn befaamde politiek-erotische dagboeken loofde Clark haar moed, haar onverzettelijkheid en haar enkels. Thatcher kreeg echter koudwatervrees. 'The Lady is er nu opeens tegen dat ik haar biografie schrijf', noteerde Clark in zijn dagboeken, om te mopperen dat ze, wanneer puntje bij paaltje komt, altijd kiest voor zekerheid, in dit geval voor een 'capable hack'.
Die bekwame broodschrijver zou Charles Moore worden, de voormalige hoofdredacteur van de conservatieve Daily Telegraph. Ze gaf hem inzage in al haar persoonlijke en zakelijke papieren. Vijftien jaar lang voerde hij gesprekken met Thatcher en met bijna duizend mensen die haar hebben meegemaakt. Thatcher had een voorwaarde gesteld: Moore mocht zijn geautoriseerde biografie pas na haar dood publiceren. Met Not for turning is nu het eerste deel verschenen, dat loopt tot en met de oorlog om de Falklands in 1982, een triomf die Thatcher, zo schrijft Moore, het gevaarlijke idee gaf onaantastbaar te zijn. De gevolgen daarvan zullen in het tweede deel naar voren komen.
Moore is uiterst genuanceerd en weloverwogen. Wie zijn biografie leest, krijgt een beter en vollediger beeld van Thatcher. Moore's boek is veelzijdiger dan eerdere biografieën en betrouwbaarder dan Thatchers autobiografie. Zo nu en dan corrigeert Moore zijn studieobject. Na een dodelijke luchtaanval van de Argentijnen ten tijde van de oorlog om de Falklands, vroeg ze een admiraal: 'Can we still win?' In haar memoires luidde deze vraag een stuk minder weifelend: 'How long can we go on taking this sort of punishment?'
Het ontbreken van opzienbarende nieuwtjes compenseert Moore met sprekende details en originele observaties. Uit de regeringsarchieven heeft hij een weergave van een telefoongesprek tussen Thatcher en de Amerikaanse president Ronald Reagan opgediept waarin eerstgenoemde kribbig reageert op voorstellen om de Argentijnen zeggenschap te geven over de Falklands. De eilanden, zo las ze haar vriend de les, zijn bevolkt door 'trouwe, echte en zuinige mensen die hun eigen leven willen leiden'.
In elf woorden vat ze hier haar ideale maatschappij samen. Het wat ouderwetse Port Stanley deed haar ongetwijfeld denken aan haar jeugd in het provinciestadje Grantham, waar haar vader een kleine supermarkt had, als leek preekte in de kerk en in het gemeentebestuur zat. Een wereld waarin vrije tijd primair was bedoeld om goede daden te verrichten. Veelzeggend is dat de familie-Roberts zich pas zorgen over Adolf Hitler begon te maken toen hij de Rotaryclub ging onderdrukken.
Moore staat uitgebreid stil bij haar jeugd, gretig gebruik makend van de correspondentie tussen Margaret en haar oudere zus Muriel, omdat daar de oorsprong ligt van haar visie en dadendrang. De jonge Margaret was net als haar vader serieus, werklustig en leergierig, maar werd iets losser onder invloed van een vriendinnetje. Een verzoek om, net als zij, leuke dingen te gaan doen op zondag stuitte op een vaderlijk veto. 'Margaret, doe nooit dingen alleen maar omdat anderen het doen. Bedenk wat je wil en haal mensen over om jouw weg te volgen.'
Dat advies zou ze nooit vergeten. Dankzij een heldere visie en een missionaire vastberadenheid wist ze op te klimmen binnen de herenclub die de Conservatieve Partij indertijd was. Tijdens deze persoonlijke klassenstrijd profileerde ze zich telkens als de beste kandidaat. Dat ze uiteindelijk premier werd, had te maken met de chaos waarin het land zich eind jaren zeventig bevond. Het hielp bovendien dat medewerkers van de socialistische premier James Callaghan tijdens de verkiezingscampagne, dankzij de vakbonden, geen overuren mochten draaien.
Nergens was Thatcher gelukkiger dan in 10 Downing Street, waar ze net als in haar jeugd knus boven de winkel woonde. Soms nam ze, tot sc
hrik van de beller, plaats achter het schakelbord, of schuimde ze rond in de postkamer. Nadat ze een brief zag liggen waarin een bloemist klaagde over de concurrentie van een nieuwe supermarkt, gaf ze haar personeel de opdracht om voortaan alle bloemen bij hem te bestellen. Details als deze maken van de biografie een levendige karakterschets. Tegelijk roepen ze de vraag op hoe deze moeder des vaderlands ongewild de geschiedenis is ingegaan als het symbool van een platvloers en hardvochtig individualisme.
Het antwoord heeft niet alleen te maken met haar economische hervormingen, maar ook met haar eigen levensloop, beperkte verbeeldingskracht en een gebrek aan emotionele intelligentie. Dat laatste is, zo constateert Moore, een erfelijke familiekwaal. Als onbemiddelde kruideniersdochter die met vallen en opstaan had weten op te klimmen tot een van de machtigste politici ter wereld, was Thatcher er heilig van overtuigd geraakt dat wie maar hard genoeg werkte, zuinig leefde en zich bediende van een christelijke naastenliefde uiteindelijk succes zou oogsten. Ze beschouwde zichzelf als de maat der dingen. Een echtgenote van een van haar ministers vatte Thatchers houding als volgt samen: 'I made it. Others can jolly well do the same.'
IJkpunt zou daarbij altijd het Grantham uit haar jeugd blijven, de kleinburgerlijke wereld waar persoonlijke vrijheid ingebed was in morele en sociale kaders. Met de tijd meegaan was niet de sterkste kant van deze onmodieuze verschijning. Zo hebben de jaren zestig nooit plaatsgevonden in Thatchers leven. Terwijl het halve land genoot van de nieuwe vrijheid, zat ze in een studeerkamer traktaten van Edmund Burke, Friedrich von Hayek en Karl Popper te lezen, afgewisseld met poëzie van Rudyard Kipling.
Begin jaren tachtig merkte haar trouwe vazal Bernard Ingham op dat zijn bazin soms wat wereldvreemd overkwam. Naar popmuziek luisterde ze nooit, op Yes Minister na, keek ze geen televisie en kranten las ze zelden. Ze was waarschijnlijk de enige Brit die nooit een kroeg van binnen heeft gezien.