Lussen rond een denkbeeldige lijn; HET SCHRIJVERSLEVEN VA VIRGINIA WOOLF

OP 16 DECEMBER 1935 vraagt Virginia Woolf zich in haar dagboeknotitie van die dag af hoe ze het moet aanleggen met de biografie van de schilder Roger Fry....

MICHAEL ZEEMAN

Achteraf beschouwd is het alsof zij het leeuwendeel van hun tijd brieven zaten te schrijven, dagboeken bijhielden of lange en indringende gesprekken voerden waarvan de portee even later weer in andere brieven en dagboekaantekeningen terechtkwam. Van Virginia Woolf zelf beslaan de dagboeken zes en de brieven vijf kloeke boekdelen; de autobiografie van haar man, Leonard Woolf, omvat vijf banden, en zelfs de kinderen van haar zuster, Vanessa Bell, hebben inmiddels hun bijdrage geleverd aan de documentatie van de artistieke en intellectuele dynastie die Bloomsbury was.

Nee, waar Virginia Woolf over tobde, betrof veeleer de aanpak, de werkwijze die door de biografie van Fry zou worden uitgedrukt - de retorica van het genre. Want over het schrijven van een biografie had Virginia Woolf geen naïeve opvattingen; ze was, zou je kunnen zeggen, opgegroeid binnen gehoorsafstand van de discussie over wat een biografie is, kan zijn of vooral niet moet zijn. Haar vader en leermeester, de markante Victoriaanse geleerde Sir Leslie Stephen, was de eerste bezorger van de Dictionary of National Biography, en ook buiten zijn werkzaamheden voor dat schitterende naslagwerk, dat monument van negentiende-eeuws individualisme, was hij onvermoeibaar in de weer met het schrijven van levensberichten en levensverhalen.

Als geen ander kende Virginia Woolf daardoor de vragen van stijl en keuze, van interpretatie en duiding in andermans levensverhaal. Toen ze over Fry probeerde te gaan schrijven, zag ze zich gehinderd door het vraagstuk van waarheid en vooringenomenheid, van het vroeger of later te voltooien beeld, dat altijd accentueringen draagt die de rijkdom en nuancering van iemands echte leven geen recht doen. Onder de opdringerige bemoeizucht van de biograaf wordt de broze waarheid van iemands leven gemakkelijk geplet.

Om die tedere intimiteit, die recht doet aan de ongelooflijke complexiteit van haar persoonlijkheid, is het ook Virginia Woolfs nieuwe biograaf, Hermione Lee, begonnen - terwijl ook Lee weet dat ze zonder een beeld van haar onderwerp nooit haar weg zal vinden door het materiaal. Zij weet dat, al was het maar doordat ze er in Virginia Woolfs papieren zoveel over heeft kunnen lezen.

Bijvoorbeeld in die dagboekaantekening. 'Een vraag, hoe Roger te doen. Waarom niet aan het eind beginnen met Le Mas (een vakantiehuis dat Roger Fry vier jaar eerder in St-Rémy-de-Provence had gekocht): een hele dag; en dan terugwerken: eerst de elementen samen in actie geven; dan ze traceren - voorbeelddagen geven, uit zijn hele leven.'

Het is een van die vele momenten in het dagboek - dat verrukkelijke, slimme, openhartige en ontwapenende verslag van luciditeit en waanzin - waarop de lezer uit zijn gemoedelijke lectuur opschrikt, als was hij een wandelaar die ineens ontdekt al uren ongemerkt over het griezeligste richeltje van het akeligste ravijn te hebben gekuierd. Virginia Woolf is een schrijver die weet wat zij doet; zo meeslepend kan haar verhaal niet zijn, zo lyrisch kunnen haar zinnen niet klinken of zij kent haar instrumentarium. Zelfs over de ogenschijnlijk zo voor de hand liggende structuur van de biografie - je begint bij de geboorte en schrijft door tot de dood van de betrokkene; dan stop je - heeft zij zodanig nagedacht, dat ze er het vertekenende, vervalsende karakter van constateert.

Zij heeft de filosofische vragen die de biograaf zich hoort te stellen, maar die hij doorgaans overslaat, allang onder ogen gezien. Wat is hoofdzaak en wat bijzaak - en als iets hoofdzaak is, waar ligt dan het begin ervan? Is hoe iemand eruitziet of zijn dag indeelt voor zijn eigen leven niet veel belangrijker dan welk meesterwerk hij achterlaat? Was de vriendelijke Lytton Strachey, zelfde milieu, niet ooit een biografisch opstel over de staatsman Pitt begonnen met een beschouwing over diens fysiognomie, 'There is something peculiar about the Pitt-nose'?

Nu was Fry aan de beurt, en moesten alle vragen opnieuw beantwoord worden. Het moest geen biografie worden die begon met het dramatische uur waarop de geportretteerde geboren wordt en met een schreeuw aan de peilloze stilte van de eeuwigheid ontsnapt, zij het ook maar voor even. Geen biografie met een hoofdstuk over de voorgeschiedenis van de held, zijn onstaansgeschiedenis uit de levensverhalen van zijn voorouders van moeders- en vaderskant als gold er een meedogenloos determinisme en reikten zijn wortels tot in de teelballen en eileiders van drie, vier generaties voor hem. Virginia Woolf overwoog een biografie die in het heden begint en die de levensgeschiedenis wil vertellen door middel van het verslag van een doodnormale dag. En in die dag op zoek gaat naar herhalingen, naar constanten, als weerspiegelde zich in ieders willekeurig gekozen heden telkens diens ganse verleden.

Wie er even bij stilstaat, beseft dat het waar is, al was het maar tot op zekere hoogte - het is in elk geval een stuk reëler dan de gangbare suggestie, namelijk dat een leven gelijkmatig van geboorte naar dood verloopt, langs alle aan ons, buitenstaanders, bekende hoogtepunten. Door de bruiloft te fotograferen verdonkeremanen we het huwelijk, door ons te baseren op de documenten verwaait het sentiment er tussen. De echo en de herinnering, ze verdwijnen terwijl ze de levensloop domineerden; wat de biograaf lineair maakt is in feite een wirwar van cirkelingen.

Hermione Lee's biografie van Virginia Woolf bestaat uit een grote reeks lussen rond een denkbeeldige lijn. Die lijn is de ordentelijke chronologie van haar leven, geboren in 1882, gestorven in 1941, maar ze is hooguit zichtbaar van een zekere afstand, vanuit de inhoudsopgave. Lee vertrekt in ieder hoofdstuk vanaf die lijn om gebeurtenissen te verbinden met andere, ermee geassocieerde gebeurtenissen. Gaat het over huizen, de decors van een mensenleven, dan gaat het over de manier waarop de huizen van iemands jeugd in diens herinnering over elkaar schuiven en 'het huis' worden.

Het vakantiehuis bij St Ives, Cornwall, bijvoorbeeld, waar Virginia Stephen de lange zomers van haar kindertijd doorbracht. We kennen het uit de krantjes die de kinderen Stephen er maakten, uit de brieven die ze er schreven, we kennen het uit de berichten van bezoekers - ja, we kunnen het zelfs nog altijd bekijken. Er is, kortom, een aanzienlijke feitelijke documentatie van voorhanden en Lee zou op basis daarvan heel goed een beeld kunnen schetsen van die zomervakanties.

Het probleem is echter dat je er daarmee niet bent - zeker niet bij een schrijver, en al helemaal niet bij de schrijfster Virginia Woolf. Want gaat het om die zomervakanties? Die zijn immers van geen enkel belang; alleen omdat er die schitterende roman over het zomerleven in St Ives is, To the Lighthouse, kennen lezers en biograaf er belang aan toe. Achteraf, want dat boek is uit 1927 - het verscheen toen de schrijfster 45 jaar oud was en de gebeurtenissen al ver achter haar lagen. Het gaat dus helemaal niet om die feiten, maar om de bewerking en de verwerking - niet het geluid, maar de echo telt, en de wijze waarop de echo weer een melodie heeft opgeleverd.

Vader, moeder, knekelhuis: alleen de dichter heeft gelijk. En toch moet er recht gedaan worden aan de feiten. Hermione Lee probeert dat te doen door het werk van Virginia Woolf - al het werk: de romans, maar ook de essays, de dagboeken en de brieven - als leidraad te nemen. Virginia Woolf ontleent haar belang aan haar schrijverschap, haar biografie vertrekt daarom vanuit haar boeken. Het beeld dat Lee maakt, is dat van een schrijver; daarin zijn die verwerkingen en bewerkingen soms belangrijker dan de chronologie. Zij geven het tempo en de intensiteit aan. Lee doet daardoor in haar biografie een bewonderenswaardige poging de complexiteit van haar onderwerp recht te doen.

E EN JAAR VOOR die zoëven aangehaalde dagboekaantekening had Virginia Woolf haar eerste aantekening over de te schrijven biografie van Fry aan haar dagboek toevertrouwd. De eerste november 1934: 'Over Rogers leven: dat het geschreven zou moeten worden door verschillende mensen om verschillende stadia te illustreren. Jeugd, door Margery. Cambridge, door Wedd? Vroegste leven in Londen, . . . . Post Imp., Clive, Sickert. Bloomsbury, Desmond, V.W.' Het leest als een boodschappenlijstje dat in ieder geval organisatieproblemen voorspelt, maar Virginia Woolf moet het gevoel hebben gehad pas met zo'n aanpak de gebiografeerde recht te doen.

Eén getuige is geen getuige, zegt het recht, en het tekent haar hoge normbesef voor de biografie dat ze althans overweegt de conventionele aanpak, waarbij een auteur zijn visie oplegt aan andermans geschiedenis, af te zweren. 'Hoe kun je je lossnijden van de feiten, als die je eigen theorieën weerspreken', had ze zich elders al eens afgevraagd, want ze wist terdege dat een biograaf die geen persoonlijk, eigenwijs maar uitgebalanceerd beeld heeft van zijn slachtoffer nooit een goed boek zal schrijven. Maar ze besefte evenzeer dat zo'n opinie gemakkelijk in conflict kan komen met de geboekstaafde complexiteit van iemands persoonlijkheid. De terreur van de feiten tegenover de kracht van een beeld.

Virginia Woolf kende de ongelooflijke ingewikkeldheid waarvoor het genre van de biografie de auteur stelt - en dan bedoel ik met 'de auteur' het type dat niet op zijn achterhoofd gevallen is, het soort auteur dat niet lafhartig gaat eikelen over een 'feitenbiografie', zonder beeld, om zich van iedere intellectuele verplichting ontslagen te achten, of de anekdotenscharrelaars en goedkope navertellers die bij ons nu furore maken, ja, zelfs promoveren als would be-biografen.

Virginia Woolf is iemand om bang voor te zijn: wie haar biografie wil schrijven is gesjochten. Het aantal studies dat over haar en haar artistieke en intellectuele omgeving geschreven is, is niet meer te tellen, want tegen de tijd dat je uitgeteld bent, lig je al weer tientallen boeken achter. Alles wat je redelijkerwijs over haar zou kunnen willen weten, is achterhaalbaar en voor iedereen beschikbaar; correspondenties en dagboeken van haar en de haren zijn er meer dan je kunt overzien, van iedereen die ook maar zijdelings met haar in contact is geweest, is er sedert de Bloomsbury Group twintig jaar geleden populair werd, inmiddels wel een definitieve biografie. Haar eigen leven is van dag tot dag in kaart gebracht; tot in de eigenaardigste details: een Amerikaanse biograaf heeft tien jaar geleden zelfs al eens haar menstruatiecyclus in een grafiek ondergebracht.

Maar bovendien verzet Viriginia Woolf zich welhaast tegen haar biograaf door de talrijke notities die ze zelf over het genre in haar particuliere papieren heeft opgenomen, door de autobiografische schetsen die ze schreef en waarin ze de richting van haar levensloop al vastlegt, en door de biografieën van anderen die ze zelf schreef. Ze heeft de norm aangegeven. Zij is geen weerloos slachtoffer, zij is haar eigen schrijversweduwe, druk in de weer het degene die in haar papieren gaat snuffelen, zo lastig mogelijk te maken. Zij is, ten slotte, sinds haar neefje Quentin Bell in het begin van de jaren zeventig in twee respectabele delen voor het eerst haar biografie schreef, onderwerp van ten minste vijf volwaardige biografieën geweest, die stuk voor stuk het recht opeisten de definitieve te zijn.

W AT KAN DE Britse schrijfster Hermione Lee hebben bezield niettemin een nieuwe biografie van Virginia Woolf te schrijven?

Het antwoord: dat is een zaak van sense and sensibility, hoofd en hart, een combinatie van liefde voor de auteur en haar werk en een benijdenswaardige scherpzinnigheid als het om de band tussen leven en werk van een schrijver gaat, en een even particuliere als markante visie op de retorica van de biografie.

Hermione Lee's boek is een schrijversbiografie - en dat wil de auteur weten ook. Nooit zou je zo'n boek meer kunnen beginnen, zegt ze al op de eerste bladzijde, met: 'Adeline Virginia Stephen werd geboren op 25 januari 1882, als dochter van Sir Leslie Stephen, redacteur van de Dictionary of National Biography, en Julia Stephen, geboren Jackson.' Want van de schrijfster Virginia Woolf zijn talrijke beelden in omloop, ze is door een reeks literaire bewegingen na haar geannexeerd, maar er zijn er tegelijkertijd minstens evenveel van de dochter, de vrouw, de feministe, de snob, de blauwkous, het incestslachtoffer, de manisch depressieve, de zelfmoordenares. Je zou er haast bang voor Virginia Woolf van worden. Ze is gebruikt voor wat de auteurs wilden zeggen, ondergeschikt gemaakt aan de theorieën, soms met een verpletterend beroep op de feiten, soms in weerwil daarvan.

Maar waar het de hele tijd om begonnen is, is daardoor wel verdonkeremaand - namelijk dat Virginia Woolf interessant is, omdat ze de schrijfster is van een reeks buitengewoon mooie en literair-historisch ook nog belangrijke romans, verhalen en essays. Je kunt er over twisten waar haar grootste belang als schrijfster ligt, sinds ook de dagboeken en brieven zijn uitgegeven, en de directe toon van die geschriften ons allen zo veroverd heeft. De uitkomst van die twist doet er voor de biograaf niet toe: ze mag feministe zijn geweest, ze mag een belangrijke spil zijn geweest in de cultuurhistorische beweging die onder de verzamelnaam de Bloomsbury Group de geschiedenis inging, ze mag betrokken zijn geweest bij de uitgeverij The Hogarth Press, die het Engelse publiek liet kennismaken met Freud en Proust, ze mag politiek actief zijn geweest - voor alles is zij echter een schrijfster, en het belang van al die andere ondernemingen wordt bepaald door het belang van haar schrijverschap. Als een of andere suffragette A Room of One's Own, haar belangrijkste feministische geschrift, had gepubliceerd, was het een stuk minder effectief geweest.

Hermione Lee heeft de schrijfster Virginia Woolf vanachter die façade van beelden vandaan gehaald - en daarmee de definitieve biografie geschreven. Althans: de definitieve schrijversbiografie.

Michaël Zeeman

Hermione Lee: Virginia Woolf.

Chatto & Windus, import Nilsson & Lamm; 892 pagina's; ¿ 64,20.

ISBN 0 7011 6507 3.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden