filmrecensieApril, May en June

Linda de Mols April, May en June is soap op speelfilmlengte: sentimenteel en voorspelbaar ★★☆☆☆

Dit zou met een sterk acteerensemble geen groot probleem zijn geweest, maar ook wat dat betreft is April, May en June niet goed genoeg.

Berend Jan Bockting
De drie titelpersonages van April, May en June hobbelen hun existentiële crisis binnen, in een rommelig aan elkaar geregen reeks van min of meer op zichzelf staande gebeurtenissen. Beeld
De drie titelpersonages van April, May en June hobbelen hun existentiële crisis binnen, in een rommelig aan elkaar geregen reeks van min of meer op zichzelf staande gebeurtenissen.

‘Jeetje, wat ben je slank!’, zegt soapactrice April (Linda de Mol) als ze bij thuiskomst in Nederland voor het eerst sinds lange tijd haar moeder weer ziet. April werkt in ‘de States’ – al ligt haar personage inmiddels geruime tijd in coma – en is dus overmatig gefixeerd op uiterlijk en status. April, May en June, een film van het Gooische Vrouwen-duo Will Koopman (regie) en Frank Houtappels (scenario), komt graag to the point met dit soort kort-door-de-bochttyperingen. En daar komt in het verdere verloop weinig verandering in.

Moeder (Olga Zuiderhoek) nodigde ook Aprils halfzussen uit, de promiscue May (Elise Schaap, in haar introductiescène schuilend in de kledingkast voor de vrouw van haar minnaar) en gestreste huismoeder June (Tjitske Reidinga, tierend over gluten op de broodafdeling van de supermarkt). Er is nieuws: moeder gaat dood. Kanker. Ze wil er op haar aanstaande verjaardag een eind aan maken. En daarmee is er naast schrik en verdriet ook een probleem, want wie van de drie is straks in staat om ondanks haar eigen kraakhelder afgebakende problemen de zorg op zich te nemen voor hun autistische halfbroer Jan? Die is deels gebaseerd op Kees Momma, de autist en BN’er uit de documentaire Het beste voor Kees, zei scenarist Houtappels in een interview. Maar in de film zien we een man (Bas Hoeflaak) die louter archaïsche volzinnen opdreunt (‘het is allemaal uitermate bedroevend en met geen mogelijkheid meer goed te maken’) en daarmee meer oogt als scenarioproduct dan waarachtig hulpbehoevend.

En zo hobbelen de drie titelpersonages van April, May en June hun existentiële crisis binnen, in een rommelig aan elkaar geregen reeks van min of meer op zichzelf staande gebeurtenissen. April ligt plots ook nog in scheiding, May versiert de dokter die de euthanasie zal uitvoeren, June wil haar journalistieke werk weer oppakken en samen gaan ze ook nog op zoek naar de verwekker van Jan. Het is een overvolle constructie die de toeschouwer op afstand houdt. Soap op speelfilmlengte: sentimenteel en voorspelbaar.

Dit zou met een sterk acteerensemble geen groot probleem zijn geweest, maar ook wat dat betreft is April, May en June niet goed genoeg, met de energieke Schaap als uitzondering – het helpt dat haar personage nooit helemaal in een hokje is te stoppen. Er draven wat bekende gezichten op – Dallas-icoon Patrick Duffy in een aimabel bijrolletje – zonder het gemiddelde niveau drastisch op te krikken.

Wat de onvermijdelijke sterfscène betreft: wie een voorbeeld heeft van rode rozen die ooit nog dieper rood zijn geverfd, mag zich melden.

April, May en June

Drama

★★☆☆☆

Regie Will Koopman

Met Linda de Mol, Tjitske Reidinga, Elise Schaap, Olga Zuiderhoek, Patrick Duffy.

117 min., in 139 zalen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden