OOG VOOR DETAILOpen wond
Lijdensporno op de gevel van het Rijks: er gaat een vinger ín een wond en dat roept weerzin en pijn op
Je ziet het pas goed van dichtbij. Wieteke van Zeil over opmerkelijke en veelbetekenende bijzaken in de beeldende kunst. Deze week: open wond.
Wie in de buurt van het Rijksmuseum in Amsterdam komt, ziet een gapende wond van ik schat zo’n anderhalve meter breed op de voorgevel, waar ook nog iemand in staat te poeren met zijn vinger. Het is het bloederige gat hiernaast, maar dan dus enorm. De afbeelding van Christus die zijn wonden laat zien aan die ene volgeling die pas gelooft als hij het zelf ziet, Thomas, behoort tot de ranzigste beeldtypes in de kunst. Er gaat een vinger ín een wond – meestal die van Thomas, nu die van Jezus (zie het spijkergat in zijn hand) – en dat roept weerzin en pijn op. Die wordt hier nog een beetje gecompenseerd door de donkere ogen van Jezus die ons recht aankijken, wat het alleen maar verwarrender maakt, zo’n sexy oogopslag. Ik vraag me af of fietsers voor het Rijks nou bijna-botsingen krijgen door die open wond, of die blik.
Het beeldtype is een soort lijdensporno, bedoeld om mensen ervan te doordringen hoe belangrijk het lijden van Christus is en zich te verplaatsen in de pijn, zoals Hij dat doet in jouw leed. In Spanje, Duitsland en Italië zagen kunstenaars dit lange tijd als beste optie om de lijdensverbondenheid zichtbaar te maken; het is de kern van de barok. Mel Gibsons film The Passion of the Christ (2004) is eenzelfde soort lijdensporno, en heb ik om die reden ook nooit uitgekeken. Want als je blijft kijken, komt vanzelf de vraag op: moet ik nou geschokt zijn, of genieten? Die vraag is pervers, maar hij komt wel en dan weet ik niet zo zeker of het doel van de afbeelding/film is bereikt.
Volg Wieteke van Zeil op Instagram: @artpophistory
Een vergelijkbare omschrijving, murder porn, hoorde ik rapper Killer Mike gebruiken in zijn sensitieve en krachtige toespraak na de moord op George Floyd. Ik bleef erop hangen. Een dag later zag ik de reconstructie die The New York Times had gemaakt van de moord, en ik realiseerde me dat ik naar een stervende man aan het kijken was en schaamde me kapot. De paar keer dat Floyd, een volwassen man, om zijn moeder roept voordat hij het bewustzijn verliest, krijg ik nooit meer uit mijn hoofd. Het roept inderdaad empathie op, maar er wordt ook een harde grens doorbroken van lichamelijke integriteit, zoals de vinger die hier de wond ingaat. Dat dóé je niet. De realiteit wordt hier zo hard ingehaald door de techniek dat we niet eens hebben kunnen voorkomen dat onze kinderen deze onwaardige dood al honderden keren op TikTok voorbij hebben zien komen. Dat levert naast empathie en schok, uiteindelijk ook apathie op.
De Amerikaanse schrijver Ta-Nehisi Coates legde nadruk op het in eigendom nemen en vernietigen van het zwarte lichaam in zijn boek Between the World and Me (2015), geschreven als een brief aan zijn 15-jarige zoon. De geschiedenis van de Verenigde Staten is de geschiedenis van de vernietiging van het zwarte lichaam, schrijft hij, en dat is niet voorbij: ‘de politiedepartementen in jouw land zijn begiftigd met de autoriteit om jouw lichaam te vernietigen.’ Verschillende schrijvers hebben zich tegen het vertoon van lijden gekeerd zoals we zien in Netflixseries als When They See Us, omdat het nieuwe trauma’s creëert of oude doet herleven. Hetzelfde kan gezegd worden van documentaires over de Holocaust, en gruwelijke vernietiging van mensen elders.
Hoeveel lijden moet tentoongesteld worden om empathie op te roepen? Is niet zien wegkijken? Het lukt me niet om er een mening over te vormen. En de vernietigde mens kan niet spreken – die stond niet op na de dood, zoals Jezus.
Giovanni Antonio Galli, genaamd Spadarino, Christus die zijn wonden toont, circa 1625-35, olieverf op doek, 132,3 x 97,8 cm, Perth Museum & Art Gallery & Kinross Council, Schotland. Te zien t/m 13 september in de tentoonstelling Caravaggio - Bernini, Rijksmuseum Amsterdam.