interviewMaryanne Wolf

Lezen om snel het einde te halen: waarom Tolstoj op de telefoon misschien niet zo’n goed idee is

Het probleem is niet dat we (te) weinig lezen, volgens de Amerikaanse taalwetenschapper Maryanne Wolf. We lezen vooral steeds sneller en oppervlakkiger. Ze waarschuwt: als we het bijzondere menselijke vermogen ‘diep’ te lezen niet gebruiken, kunnen we het ook weer kwijtraken.

Gijs Beukers
Maryanne Wolf in haar tuin in Los Angeles. Beeld  Laura Moreau
Maryanne Wolf in haar tuin in Los Angeles.Beeld Laura Moreau

Maryanne Wolf (1946), taalwetenschapper en schrijver van Reader, Come Home – The Reading Brain in a Digital World, las tijdens haar studie Engels alle boeken van Hermann Hesse. ‘Ik ging helemaal op in zijn werelden’, zegt de Amerikaanse. Het kralenspel, dat de Zwitser Hesse in 1943 publiceerde, was haar favoriet. Wolf: ‘Dat boek is een van de redenen dat Hesse de Nobelprijs heeft gewonnen, het heeft een grote invloed op me gehad.’

Omdat ze zich als schrijver regelmatig beklaagt over mensen die nooit meer de tijd nemen om een fatsoenlijk boek te lezen, besloot ze enkele jaren geleden zichzelf te testen en Het kralenspel er nog eens bij te pakken. Ze kwam er niet meer doorheen. ‘Ik vond het hoogdravend, vol onnodig ingewikkelde woorden en ellenlange zinnen.’ Wolf was geschokt. ‘Het was alsof ik mijn liefde voor Hermann Hesse was verloren.’

Gijs Beukers is mediaredacteur bij de Volkskrant. Hij schrijft vooral over televisie, podcasts en boeken.

Toen realiseerde ze zich dat het niet aan Hesse lag. ‘Ík was veranderd. Ik was gaan lezen zoals ik ook voor mijn dagelijkse werk lees: snel en oppervlakkig. Maar zo kun je Hesse niet lezen. Dan mis je de verwijzingen en diepere lagen.’

Korte aandachtsspanne

Wolf is niet de enige die hiermee worstelt. ‘Je wilt niet weten hoe vaak hoogleraren Engels me vertellen dat ze een ander favoriet boek van me, Middlemarch van George Eliot, niet meer kunnen voorschrijven. Vanwege de aandachtsspanne van studenten behandelen ze nu korte verhalen.’ Het behandelen van Middlemarch bij een bachelor Engels op de Columbia-universiteit in New York is als het aan de grond zetten van een Boeing 747 op een kleine, rurale landingsbaan, schreef The New Yorker deze maand in een artikel getiteld The End of the English Major.

Ook ons land kent een leesprobleem. Tussen 2003 en 2018 zakte Nederland van de 8ste naar de 26ste plaats op de leesvaardigheidsranglijst van Pisa, een internationaal vergelijkend onderzoek naar ongeveer tachtig landen. ‘Hoewel ze al bijna op de leeftijd zijn dat Anne Frank haar dagboek schreef, gaan we er nu niet eens meer van uit dat onderbouwleerlingen het kunnen lezen’, schreven Yra van Dijk en Marie-José Klaver vorig jaar in De Groene Amsterdammer, in een drieluik waarin ze de oorzaak vooral legden bij het Nederlandse onderwijs. De Vrije Universiteit stopte in 2019 met de bachelor Nederlands, nadat er maar vijf aanmeldingen waren binnengekomen.

In Reader, Come Home (2019) legt Wolf de schuld, niet geheel verrassend, bij schermen. Verrassender is het dat ze zich niet zozeer richt op TikTok en Netflix, maar vooral op het lezen via schermen. ‘Ik maak me daar echt zorgen over.’

Maryanne Wolf Beeld  Laura Moreau
Maryanne WolfBeeld Laura Moreau

Lezen is een wonder

Voor dit telefonische interview heeft Wolf, die gespecialiseerd is in leesvaardigheid en dyslexie en in 2008 de bestseller Proust and the Squid – The Story and Science of the Reading Brain schreef, haar kantoor aan de universiteit UCLA in Los Angeles verlaten voor een parkeerplaats even verderop. ‘Vanwege de regen is het verschrikkelijk hier. Er zijn overstromingen, we hebben een week lang geen elektriciteit of verwarming gehad, internet of bereik is er nauwelijks.’

Hoewel het bereik bij de garage beter is, valt de verbinding af en toe weg, maar Wolf wil het gesprek per se afronden, vanwege de Nederlandse Boekenweek. ‘Het zou toch prachtig zijn als het artikel tijdens jullie week of books kan worden gepubliceerd.’

Dat mensen überhaupt kunnen lezen, is een wonder, zegt ze. ‘In tegenstelling tot zien of spreken is lezen onnatuurlijk voor een mens, het is een cognitieve functie die we pas zesduizend jaar geleden hebben verkregen. Onze hersenen bleken in staat om tussen hersengebieden voor visie en taal nieuwe verbindingen aan te leggen. Dat is toch verbluffend!’

Diep lezen

Hoe geconcentreerder mensen lezen, hoe geavanceerder die verbindingen worden. ‘Bij volwassen lezers gaan ze, als het goed is, te werk als een soort Sherlock Holmes: de auteur schrijft hier wel A, maar bedoelt hij of zij dat ook? Klopt dat? En wat betekent dat?’ Dat kritische en analytische vermogen noemt Wolf de eerste eigenschap van ‘deep reading’, diep lezen.

Empathisch en evocatief vermogen zijn andere eigenschappen, zegt Wolf. ‘Je laat jezelf achter en neemt het perspectief van een ander in. En beschreven personen en dingen gaan voor je geestesoog verschijnen.’

Als voorbeeld geeft Wolf een vijf woorden tellend verhaal dat – mogelijk apocrief – aan Ernest Hemingway is toegeschreven: ‘Te koop: babyschoentjes, nooit gedragen.’

Hier komt alles volgens Wolf samen. ‘Dankzij ons analytische vermogen snappen we wat hier is gebeurd, ook al staat dat er niet letterlijk. Dankzij ons evocatieve vermogen zien we kleine schoentjes voor ons. En daarna word je overspoeld door empathie.’

Bibliofielen overspoelen kranten met opiniestukken waarin ze schrijven dat lezen van mensen betere mensen maakt, empathischer mensen vooral. De suggestie ontstaat dat lezen daar het monopolie op heeft. Maar doen series als The Wire, Sex Education en The Last of Us dat niet ook?

Wolf vergelijkt Jane Austens boek Pride and Prejudice met de zesdelige BBC-verfilming uit 1995. ‘De serie was prachtig, ik genoot van de personages van Colin Firth en Jennifer Ehle. Maar als ik het boek lees, stop ik midden in een alinea om dingen te begrijpen. Bij herlezing leer ik iedere keer nieuwe dingen. Een serie gaat daarvoor te snel.’

Het ultieme doel van ‘diep lezen’ is volgens Wolf dat we, ze citeert Proust, ‘de wijsheid van de auteur ontstijgen en die van onszelf ontdekken’. Zelf ervoer ze iets dergelijks tijdens het lezen van Opstanding, een roman van Tolstoj. ‘Er is een scène waarin de hoofdpersoon op het slagveld staat en huilt om het leed dat hij anderen heeft aangedaan, waarna hij trots is op zijn emoties. Ik realiseerde me dat we, als we denken empathisch te zijn, riskeren ijdel te zijn.’

Alleen als Wolf is ondergedompeld in een boek, komt ze tot dat soort denkbeelden. ‘Diep lezen is zó belangrijk!’

Maryanne Wolf Beeld  Laura Moreau
Maryanne WolfBeeld Laura Moreau

Steeds weer afgeleid

Niet alleen voor een individu is diep lezen belangrijk, maar ook voor een samenleving, stelt Wolf. ‘Wie niet meer kritisch kan lezen, is vatbaarder voor propaganda en complotten. Dat kan grote problemen voor een democratie opleveren.’

Maar omdat diep lezen een aangeleerde vaardigheid is die bestaat bij de gratie van plastische verbindingen tussen hersengebieden, is onderhoud vereist. Use it or lose it, aldus Wolf. En daar gaat het mis.

We kunnen ons niet meer concentreren, zo luidt de conclusie van een reeks boeken met titels als De aandacht verloren en De macht van nietsdoen – Een radicaal verzet tegen de aandachtseconomie. In dat soort boeken staan verontrustende cijfers: Amerikaanse werknemers worden om de drie minuten afgeleid, studenten om de 65 seconden.

Maar is dat niet iets van alle tijden? ‘Het enige wat ik doe is eten, slapen, drinken en afgeleid zijn.’ Die tekst is niet van een Gen Z’er, maar van een monnik uit de 8ste eeuw. De Amerikaanse historicus Jamie Kreiner schreef erover in het dit jaar verschenen The Wandering Mind – What Medieval Monks Tell Us About Distraction (‘De dwalende geest. Wat middeleeuwse monniken ons kunnen leren over afleiding’).

‘Natuurlijk is afleiding niets nieuws’, zegt Wolf. ‘Henry David Thoreau schreef er al in de 19de eeuw over.’ Toch is het nu anders. ‘Om te overleven moesten we vroeger als mensheid adequaat op nieuwe fenomenen reageren. Zo voorkwamen we dat we iets giftigs aten of werden opgegeten door een roofdier.’

Die evolutionaire novelty reflex wordt nu geëxploiteerd door, onder meer, bedrijven met flikkerende advertenties waar onze aandacht automatisch naartoe gaan. Wolf: ‘We worden constant afgeleid.’

We scannen wél heel veel

Het is een misvatting om te denken dat we te weinig lezen, volgens Wolf. Integendeel. Uit onderzoek uit 2008 van de universiteit van Californië in San Diego blijkt dat Amerikanen dagelijks honderdduizend woorden per dag verwerken. Ter vergelijking: de roman Het diner van Herman Koch telt 85 duizend woorden, dit artikel tweeduizend.

‘Al die informatie kunnen we eenvoudigweg niet tot ons nemen. We zijn dus genoodzaakt om te scannen.’ Het medium waarop we iets lezen, is cruciaal. ‘Wie van papier leest, kan zich veel meer details van een verhaal herinneren, kwam naar voren uit een analyse onder 171 duizend jongvolwassenen. Ga maar bij jezelf na: op een papieren pagina wil je alle woorden lezen. Op een scherm wil je zo snel mogelijk naar beneden swipen, blijkt ook uit onderzoek waarbij oogbewegingen zijn gevolgd.’

De hersenverbindingen die nodig zijn voor diep lezen krijgen in dat geval niet de tijd om te worden geactiveerd, waarna ze, als we ze niet onderhouden, zullen vergaan, stelt Wolf. Ervaren lezers die tegenwoordig vooral ‘even lezen’ op de smartphone krijgen meer moeite met diep lezen. ‘Eerst vormen wij onze gereedschappen, daarna vormen onze gereedschappen ons’, zei de Amerikaanse mediawetenschapper John Culkin al (1928-1993).

Tolstoj op de smartphone

Een roman kun je beter lezen op een e-reader dan op een iPhone, omdat die minder afleiding biedt. ‘Maar dat maakt het nog niet zo goed als papier.’ Een Amerikaanse journalist beschreef hoe hij Oorlog en vrede van Tolstoj (bijna zeshonderdduizend woorden) las op zijn iPhone. ‘Nee!’, roept Wolf uit als ze erover hoort. ‘O God, wat een vreselijk idee.’

De journalist, Clive Thompson, citeert in dat artikel een onderzoek waaruit blijkt dat 85 procent van de lezers tijdens digitaal lezen multitaskt, vergeleken met een kwart van de papierlezers. Ook Thompson ging voor de bijl.

Maryanne Wolf Beeld  Laura Moreau
Maryanne WolfBeeld Laura Moreau

‘Elke paar pagina’s zocht ik op Wikipedia naar Russische schermutselingen en historische figuren, om er maar achter te komen waar iedereen het in vredesnaam over heeft’, schrijft hij. Hij wil dat geen afleiding noemen. ‘Ik vraag me af of ik ook maar de helft van Oorlog en vrede had begrepen zonder Wikipedia.’ Over de leeservaring oordeelt Thompson positief.

Wolf lacht. ‘Het is belangrijk te beseffen dat deze journalist waarschijnlijk diep kan lezen. Het is moeilijk, maar niet onmogelijk om die vaardigheid mee te nemen naar een iPhone.’ Vaker gebeurt het andersom. ‘Wie veel van schermen leest, loopt het risico ook papieren boeken te scannen. Het gaat in elkaar overlopen.’

Digitaal én papier

Digitaal lezen heeft behalve het snel kunnen raadplegen van Wikipedia meer voordelen. De hardcover van Oorlog en vrede weegt bijna 2 kilo, een e-reader of telefoon niet. Mooie zinnen markeer je makkelijk. Moeilijke woorden zoek je met twee klikken op in een digitaal (vertaal)woordenboek.

‘Ik zeg niet dat van papier lezen superieur is’, zegt Wolf. ‘Het is niet digitaal versus papier. Sommige lectuur kun je beter op de ene manier lezen, andere beter op de andere.’

Maar van papier lezen is wel cruciaal om de hersenverbindingen die bij diep lezen worden gebruikt überhaupt te ontwikkelen. ‘Een van onze belangrijkste taken is ervoor te zorgen dat de volgende generatie met beide media – digitaal en papier – overweg kan. Ze moeten een zogenaamd tweetalig brein krijgen.’

Schermgebruik matigen

Wolf pleit ervoor om 0- tot 5-jarigen zeer beperkt – niet langer dan twee uur per dag – bloot te stellen aan schermen. ‘Schermen mogen er op de achtergrond best zijn, als ze maar niet worden gebruikt als beloning of straf. Sommige ouders zien een iPad nu als een nieuwe speen.’

Iedere avond uit een – papieren – boek voorlezen, ook als de baby 0 is en er weinig van lijkt te genieten, doet wonderen, stelt Wolf. ‘Er is een sterk causaal verband tussen voorgelezen worden en latere leesvaardigheden.’

Als kinderen de schoolgaande leeftijd bereiken, moet lezen van papier de overhand houden. Schermen mogen van Wolf voornamelijk gebruikt worden voor digitale vaardigheden, zoals programmeren en grafische vormgeving.

Schermlezen is toegestaan, maar alleen met voorzorgsmaatregelen. ‘Kinderen moeten begrijpen dat het draait om tekstbegrip, niet om snelheid.’ Zigzaggend scannen is uit den boze. ‘Zo leren kinderen diep te lezen, ongeacht het medium.’

Ook volwassenen kunnen voorzorgsmaatregelen nemen. Een kennis van Wolf ‘bevriest’ zijn scherm: hij scrolt of swipet pas naar beneden als hij zeker weet dat hij ieder woord heeft begrepen.

Toen Wolf niet meer door Het kralenspel van Herman Hesse heen kwam, legde ze zichzelf een ‘literair bootcamp’ op. ‘Ik merkte dat ik het boek eerst te snel wilde lezen. Daarom dwong ik mezelf om iedere dag kort, niet langer dan twintig minuten per keer, maar volledig geconcentreerd, te lezen. Zo’n ritme hielp enorm. Na twee weken had ik het weer te pakken en kon ik weer uren in Hesse verdwijnen, zoals ik dat jaren eerder had gedaan.’

Wat doen digitale schermen met onze leesgewoonten? Dat thema wordt ook behandeld in De lezende mens (2022) van docent Ruud Hisgen en boekhistoricus Adriaan van der Weel. De auteurs beschrijven daarin hoe lezen werkt, hoe de boekcultuur ontstond en wat de gevolgen zijn van ontlezing. ‘Een prikkelende, goed beargumenteerde en bij vlagen wat moralistische ode aan het échte, aandachtige lezen’, oordeelde de Volkskrant.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden