Lessen uit een martelprimeur

Het goede nieuws uit het dinsdag gepubliceerde onafhankelijke onderzoek naar de martelprimeur van de Volkskrant, is dat de krant niet de intentie heeft gehad de verkiezingen van november vorig jaar te beïnvloeden....

Thom Meens

Het is dus goed dat de hoofdredactie heeft aangekondigd lessen te trekken uit de hele gang van zaken. Voortaan wordt tegenspraak georganiseerd bij gevoelige dossiers, wordt tijdsdruk vermeden, krijgen andere partijen ruime inzage- en reactietijd en moeten journalisten alleen feiten melden. Interpretaties zijn aan de lezer.

Gek genoeg staat het overgrote deel van deze vernieuwing allang op schrift. Wie het Stijlboek leest, ziet dat op de tegenspraak na, alles is vastgelegd in de huisregels.

Lessen voor de toekomst zouden naar mijn mening dan ook veel meer gericht moeten zijn op naleving van de eigen regels, dan op het maken van steeds weer nieuwe regels, die vaak – zo leert de historie – en zeker onder tijdsdruk, toch niet worden nageleefd.

Twee passages uit het rapport sterken me in deze vrees. De ene handelt over een bijeenkomst op de maandag voorafgaand aan de publicatie van de primeur, die uiteindelijk niet Defensie, maar de krant in het strafbankje zette.

Op die bijeenkomst zijn twee chefs, de verslaggever en een lid van de hoofdredactie aanwezig. De verslaggever noemt zijn bron (één bron, kijk eens in het Stijlboek) en die wordt betrouwbaar geacht. Documenten die de verslaggever zegt te hebben, worden niet ingezien. Dan komt de cruciale zin: ‘We zaten daar per slot van rekening ook niet om zijn werk over te doen, maar om na te gaan of aan alle journalistieke vereisten was voldaan’, zegt een van de betrokkenen.

Maar wat deden ze daar dan wél, vraag ik me af. Enig doorvragen had toch aan het licht moeten brengen dat aan die journalistieke vereisten niet was voldaan. Mocht op dit belangrijke dossier geloof worden gehecht aan de verklaring van de verslaggever dat alles was onderbouwd? Had dat niet onderzocht moeten worden? Of was de euforie over een megaprimeur toen al zo groot dat de gewone zorgvuldigheid uit het oog is verloren?

Tweede passage. NOVA meldt op 15 mei dat er stroomstokken zouden worden gebruikt in Irak. De verslaggevers schrijven die avond een eigen nieuwsbericht dat onder de kop: ‘Verhoor in Irak ging met stroomstokken’, op de voorpagina belandt. In het bericht wordt volgens de onderzoekers door de krant de suggestie gewekt dat de verslaggevers beschikken over een concepttekst van een commissie die voor de overheid onderzoek doet naar de gang van zaken in Irak. Die suggestie is onjuist, stelt het onderzoek. Die tekst was niet in het bezit van de krant.

Wat mij verbaast, is dat niemand van de eindredactie op zo’n moment vraagt: ‘Oh ja, heb je die tekst? Mogen we die dan even zien?’ Natuurlijk, het was laat en de tijd drong, maar is dat een reden om niet door te vragen?

Dat is geen tegenspraak, dat is gewoon gezonde journalistieke achterdocht. Kunnen we hard maken wat we zeggen dat we in handen hebben?

Daarmee komen we bij de kern van het probleem. Die vereist een verandering van het journalistieke denken. Er niet langer van uit- gaan dat je collega het wel allemaal voor elkaar heeft, maar doorvragen, ook, nee vooral, als het geen leuke vragen zijn. Voor zover ik het kan beoordelen na bijna vier jaar in deze functie, ontbreekt die cultuur op de redactie van de Volkskrant, al moet ik er eerlijk bij zeggen dat ik hem ook nooit heb ontdekt bij eerdere journalistieke werkgevers.

Journalisten zijn een soort kleine zelfstandigen die hun eigen winkeltje hebben en dat vooral niet wensen te delen met anderen. Dat is niet handig als je een debat op gang wilt brengen.

Daar komt bij dat de rijen op de redactie zich sluiten zodra er een spoor van groot nieuws in zicht is. Er wordt eerder procedureel nagedacht over het moment en de wijze van publicatie, dan dat er aandacht is voor de inhoud, voor de vraag: ‘wat gaan we publiceren?’ Dat wordt dan immers al bekend geacht.

Het zal nog een helse klus worden die cultuur te doorbreken, maar als het lukt, komt de redactie er sterker en beter uit.

Thom Meens

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden