Leroi zet Aristoteles terug op het voetstuk dat hij verdient

Marcus Werner

De biologie als eigenstandige wetenschap ontstond pas in de loop van de 19de eeuw. Charles Darwins evolutietheorie dateert van 1859. De vertaling daarvan naar genen, van 1900. En de structuur van DNA, de drager van die genen, werd pas ontdekt in 1953.

Vóór Darwin gaapt een eeuwenlang zwart gat, bevolkt door fantasiebeesten, pratende planten en halfbakken ideeën over de werking van het leven. Denken veel biologen. Maar het beeld klopt niet helemaal. 2.300 jaar geleden ontsproot aan het brein van een Griekse filosoof een opmerkelijk moderne biologie. Die filosoof was Aristoteles.

Rocksterallures

In het vuistdikke De Lagune zet de moleculair-bioloog en hoogleraar aan het Imperial College in Londen Armand Leroi Aristoteles terug op het voetstuk dat hij verdient: als de eerste echte bioloog. De charismatische Leroi, geboren in Nieuw-Zeeland en opgegroeid in Nederland, geldt in Groot-Brittannië mede door zijn tv-optredens als een soort wetenschappelijke rockster. Misschien niet geheel toevallig, zoals Leroi in De Lagune schrijft, had Aristoteles ook rocksterallures. Een dandy, die tal van ringen droeg, zich te goed kleedde en voortdurend met zijn haar bezig was. Ook iemand die graag zijn gelijk kreeg, trouwens.

Leroi neemt de lezer mee naar het Griekse eiland Lesbos, waar Aristoteles in de 4de eeuw voor Christus neerstreek na te hebben vertoefd aan de Atheense Academie van Plato. Daar, langs de oevers van de lagune-achtige zee-inham uit de boektitel, verrichtte Aristoteles de meeste natuurwaarnemingen waarop hij zijn natuurfilosofie baseerde. Puttend uit Aristoteles' overgeleverde boeken over natuur (een deel is verloren gegaan), en tegelijk aangenaam lyrisch verhalend over zijn eigen observaties aan het zee- en andere leven van Lesbos, laat Leroi zien hoezeer Aristoteles zich op empirische waarnemingen baseerde. De anatomie van inktvissen had Aristoteles opmerkelijk correct, omdat hij de weekdieren duidelijk zélf ontleedde. Het broedgedrag van de meerval zag hij goed, omdat hij het zelf waarnam. Dat was vóór Aristoteles, en ook na hem, weleens anders.

Hiaten

Aristoteles sloeg de plank ook regelmatig mis. Over het hart als het centrum van het levende dier, oesters die spontaan uit de zeebodem groeien, 'koude' vrouwen en 'warme' mannen. Bij Leroi wordt duidelijk, dat wat Aristoteles niet kón waarnemen, ook niet in zijn wetenschap figureerde. Valt het de Griek kwalijk te nemen dat de microscoop, waarmee minuscule zwemmende oesterlarven zichtbaar worden, nog twee millennia op zich zou laten wachten? Had Aristoteles wel harde gegevens, dan leek zijn 'wetenschappelijke methode' sterk op die van moderne wetenschappers. Misschien dat hij hiaten in kennis wat creatief opvulde om ook in zijn bredere theorieën over het leven gelijk te krijgen. Want die had Aristoteles ook, en zoals Leroi aannemelijk maakt, verschilden die niet eens zo veel van die van Darwin.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden