Lastmens
Vrouwen op zoek naar hun A-leven
Daar hoor je damesbladen of psychologen niet over: hoe teleurstellend het kan zijn, als het einddoel van al die therapieën en goede raad is gevonden, zijnde de eigen identiteit. Daar is immers alles op gericht. Heb je eenmaal ontdekt wie je wezenlijk bent, dan kun je het leven beter aan.
O ja?
Maar wat, als die eigen identiteit alleen sores oplevert? Nog verder van huis. Dat je leert dat jij dát nou ten voeten uit bent; een vat vol onvrede, een wandelende lont die zich door een kleine ontsporing al tot ontbranding laat brengen. De ontdekking dat jouw wezen wordt bepaald door onvermogen je te ontplooien. Lekkere identiteit is dat, hartelijk dank voor de bewegwijzering die je naar dit deprimerende inzicht heeft gevoerd. Geen bergtop, maar een diep dal heeft jou achter de finishlijn op liggen wachten. Dat hadden ze je wel eens mogen voorspiegelen, al die feel good-profeten, dat borende zelfkennis niet altijd op een prettige ontspanning uitloopt.
De schrijfster Elke Geurts (1973), die in 2008 debuteerde met de verhalenbundel Het besluit van Dola Korstjens, werd geprezen om haar talent voor surrealisme en absurdisme. Nu de opvolger is verschenen, de bundel Lastmens met drie novellen, lijken die kwalificaties te snel gekozen. Door een ongewoon en geestig verhaal absurd te noemen, duw je het weg in een categorie, met als gevolg dat het potentiële gevaar ervan gesust wordt. Het wil er vaak moeilijk in dat het een surrealist ernst kan zijn, zoals niet elke humorist een reddeloos oppervlakkig lachebekje is.
Met die lof, ofschoon welgemeend, werd Elke Geurts te kort gedaan. In alle drie de novellen uit haar nieuwe bundel voert ze vrouwen op die het niet laten bij dromen van een alternatief leven alleen. Ze willen dat andere leven forceren. Weg uit het bestaande, als het moet kwaadschiks, en als die explosie slachtoffers veroorzaakt dan is dat collateral damage. Het doel is losbreken uit die verdomde identiteit.
Uit het titelverhaal: 'Bevrijd van haar identiteit voelde ze zich in elk geval beter dan ze zich sinds lange tijd had gevoeld.' Volgende zin: 'Hoe ze het praktisch op ging lossen, zag ze later wel.' De 43-jarige Wieke, moeder van het 3-jarige dochtertje Freya, is een werkloze neerlandicus die op maatschappelijk vlak dreigde te mislukken en daarom voor een kind heeft gekozen. Ze is getrouwd met een ondernemer die meestal de deur uit is, en woont in een enorm huis in Oud-Zuid. 'Het kind werd Wiekes alibi om te bestaan.'
Pijnlijk ernstig, maar door de sitcom-kwaliteiten die Geurts aan de dag legt, zou je daar overheen kunnen lezen. Wieke besluit afstand tot haar kind te nemen en zich te gaan gedragen alsof ze een au pair is, die au pair te wórden, slechts op bezoek, niet opgesloten in het leven van de moeder die de godganse dag achter haar kroost aan kan sjouwen. Bij de zandbak in het Amsterdamse Vondelpark treft ze de Ghanese 'negerin' Dikeledi, eveneens au pair, van een misselijk makend jongetje, en bovendien dakloos.
Dikeledi staat 's avonds bij Wieke voor de deur, met een aantal plastic tassen. Of ze een tijdje mag komen logeren. Wieke hield nooit de ogen droog als ze in haar feministische lijfblad las over vrouwen die overdag oppas waren en 's avonds zwerver. Zo erg. 'Maar nu had de onrechtvaardigheid zich in haar huis genesteld. Nu lag de onrechtvaardigheid bij haar op de bank te lachen en chocola te eten.'
Als Freya het op een brullen zet, gaat Dikeledi naar boven, komt terug, en zegt beslist: 'Dat kind geeft voorlopig geen kik meer.'
Boven de horror en de humor wenkt het gevoel van bevrijding. Dezelfde die de schooljuf Peggy (31) zoekt in 'Grote voorspoed', een vrouw die meer wil, 'de wereld zien', 'Ik moet op zoek naar mijn A-leven', en die haar Koen, een kalme politieman, tot rusteloos rechercheren en schaduwen in eigen huis noopt. Die man maar denke
n dat het chemische stofjes in Peggy's hoofd zijn, een hormonenkwestie, terwijl zij er niet voor terugschrikt te solliciteren naar de baan van webredacteur op een vrachtschip, een half jaar tussen de zeebonken.
Het zal toch niet menens zijn? Peggy heeft ooit voor de pedagogische academie gekozen 'omdat ze er geen toelatingseisen hadden', maar nu moet ze zich bevrijden van haar knutsel- en fröbeldwang.
De echte wereld in, dat wil ook Angelique (25), die het primitieve dorp Carboon in het zuidoosten, waar haar hele familie is blijven plakken, is ontvlucht om in de hoofdstad euritmiejuf te worden. Gymnastiek voor de ziel, andere koek. Maar als haar lievelingsoma is gestorven, en ze hoort dat oom Cedric, die oma uit haar huis had weggepest (ze moest haar zoon huur gaan betalen, en werd naar de zolder verbannen) nu zelf op sterven ligt, komt Angelique naar Carboon terug. Cynisch kijkt ze toe hoe de intens gehate oom het loodje legt. Maar ook moet ze zich afvragen, dwars door alle horrorscènes uit heden en verleden die zich opdringen, in hoeverre ze is geslaagd in haar streven een ander te worden.
Al valt er veel te lachen bij Elke Geurts, reden voor opluchting is er niet. Het echte leven laat zich aldoor niet grijpen. Was het maar waar, dat je deze verhalen absurdistisch kon noemen. Maar zo kom je hier niet van af. Dit is veel erger.