Kunstverzamelaar klapt uit de school: de kunsthandel is achterbaks
Hij sleepte kunstenaar Danh Vo in 2013 voor de rechter, daarna werd verzamelaar Bert Kreuk door de kunstscene verguisd. In zijn boek Art Flipper blikt hij terug.
'In de hedendaagse kunst draait het vrijwel alleen om beeldvorming.' Denk maar niet dat Bert Kreuk de kunst zelf bedoelt. Nee, de omstreden Nederlandse kunstverzamelaar heeft het vooral over de handel in hedendaagse kunst. Die kan manipulatief zijn, op het criminele af, als je zijn autobiografie moet geloven die morgen verschijnt.
Art Flipper heet zijn boek, dat zoveel betekent als kunstspeculant: iemand die zich alleen verdiept in kunst voor het geld. Kreuk (52) vergaarde de 'geuzennaam' toen hij in 2013 de Deens-Vietnamese topkunstenaar Danh Vo voor de rechter sleepte. Er was onenigheid over een 'ruimtevullend kunstwerk' dat Vo zou maken voor Kreuks tentoonstelling Grensverleggend in het Haagse Gemeentemuseum. Vo leverde niet het beloofde werk, waarop Kreuk hem aanklaagde.
Rijke verzamelaar klaagt arme kunstenaar aan
Hij kreeg gelijk van de rechter en schikte in hoger beroep, maar werd publiekelijk verguisd door de mondiale kunstscene. Want een kunstenaar aanklagen, dat hoort niet, zelfs niet als die zijn afspraken niet nakomt. 'Een rijke verzamelaar klaagt een arme kunstenaar aan, tegen dat beeld kon ik mij maar moeilijk verdedigen', zegt Kreuk nu. In zijn boek blikt hij daarom terug op de zaak en hoe dat zijn positie in de kunstwereld veranderde.
Eerlijk is eerlijk: het hielp Kreuks reputatie niet dat hij er een onorthodoxe, met vlagen agressieve manier van verzamelen op nahield. Kreuk verkocht destijds openlijk veel kunst, óók kunst uit zijn tentoonstelling. En stel-op-sprongverzamelaars worden in de kunstwereld vaak met argusogen bekeken. Want gaat het hun om de kunst of om het geld?
'Ik verzamel voor de passie.' Kreuk kan het niet vaak genoeg herhalen. 'Maar bij het beheren en ontwikkelen van mijn collectie hoort ook verkoop. Daar ben ik eerlijk over.'
Hypocriet
Stel je voor in wat voor kringen Kreuk zich begeeft en zijn soms zakelijke houding valt te verklaren. Verzamelaars zoals hij betalen makkelijk tonnen voor hedendaagse kunst. In die markt zijn genoeg galeries en adviseurs die willen verdienen aan kunst. Dat Kreuk wordt gezien als kunstspeculant, maakt voor het aanbod niet veel uit, zegt hij. Integendeel, hij krijgt juist meer kunst aangeboden sinds de affaire-Vo.
Kortom, hij is geen boeman, de kunstwereld is gewoon hypocriet, in elk geval ten dele, wil Kreuk aantonen met zijn boek. Elke associatie met zakelijkheid wordt volgens hem publiekelijk afgestraft, terwijl achter de schermen wordt gehandeld bij de vleet. 'Mijn enige belang is mijn collectie, terwijl galeries moeten leven van verkoop. Hun businessmodel draait om het flippen van art.'
Zeker niet iedereen doet daaraan mee, dat wil hij echt even zeggen. Het zijn vooral de galeries uit het internationale topsegment, die uit de New Yorkse wijk Chelsea bijvoorbeeld, onderdeel van de door Kreuk zo gehekelde 'kunstelite'.
Vlag
Kreuk bezit kunst van Monet, Mondriaan, Picasso, Hirst en Pissarro. Maar één aanwinst springt er voor hem uit (en het is niet eens kunst): de eerste Amerikaanse vlag die op D-Day aan land kwam. De vlag heeft grote emotionele betekenis voor Kreuk, die zijn familie verloor tijdens de bombardementen op Rotterdam. 'Het symbool voor vrijheid' staat op de cover van zijn autobiografie. De opbrengsten van zijn boek wil Kreuk schenken aan verschillende jeugdprojecten.
Handel met voorkennis
Hij noemt verder nauwelijks namen en deelt zijn ervaringen niet om belerend te doen, zegt hij. Ook niet om zijn tegenstanders een hak te zetten. Kreuk wil vooral de 'structuren blootleggen' van de kunstmarkt. Zijn voorbeelden zijn moeilijk te controleren, maar schetsen toch een interessant beeld.
Zo schrijft hij over een galeriehouder die een grote korting laat terugvloeien in zijn eigen portemonnee; over handel met voorkennis - een agent die weet dat een kunstenaar een expositie krijgt in het prestigieuze MoMa probeert snel nog kunst terug te kopen voordat de waarde stijgt; over prijsmanipulatie - kunst die door galeries wordt achtergehouden en later stiekem voor de gestegen marktwaarde wordt verkocht, zonder dat de kunstenaar het weet; over antidateren - bronzen beelden die zijn gegoten na de dood van kunstenaars, maar worden verkocht als life time.
'Achterbaksheid, manipulatie, chantage', de uitwassen in de kunsthandel zijn volgens Kreuk, die rijk werd in de vliegtuigbranche, erger dan hij ooit heeft meegemaakt in het bedrijfsleven. Zelf speelt Kreuk geen spelletjes, zegt hij, het gaat hem om liefhebberij. Al schuurt die bewering wel met zijn titel als 'giftige artflipper', zoals hij ook bekendstaat. Voor die tegenstelling is volgens hem een simpele verklaring. Door zijn dwarsheid en openheid is hij een vreemde eend in de bijt. Anderen zien dat volgens hem als een bedreiging. 'De kunstwereld schiet in de stress vanwege mijn openheid. Ze zeggen aan de voordeur niet te verkopen, maar aan de achterkant zeulen ze de kunst naar buiten. Die koop ik voor mijn verzameling. En dan noemen ze mij een artflipper. Dat is nou beeldvorming.'
Bert Kreuk, Art Flipper, Karakter Uitgevers, euro 22,99.
Musea bang voor connectie Kreuk
Kunstverzamelaar Bert Kreuk is door zijn rechtszaak met kunstenaar Danh Vo in onmin geraakt met een aantal musea. Het Tate Modern in Londen beëindigde zonder bericht zijn lidmaatschap als International Council Member en donateur van het museum. En ook een bruikleenonderhandeling over een miljoenenstuk van Sigmar Polke met het Stedelijk Museum in Amsterdam liep spaak, volgens Kreuk vanwege de rechtszaak.
In e-mails, die Kreuk tijdens het interview laat zien, stuurden curatoren van het Stedelijk in eerste instantie aan op een bruikleen. 'We verheugen ons op de voortgang omtrent de Polke-uitleen en andere vormen van toekomstige samenwerking', schrijft een van hen. Maar als de zaak met Vo gaat rollen, krabbelen zij terug. Tijdens een later kennismakingsgesprek met de nieuw aangestelde directeur Beatrix Ruf krijgt Kreuk naar eigen zeggen te horen dat een bruikleen niet goed uitkomt vanwege de negatieve publiciteit. 'Maar ik was wel goed genoeg om het kostbare stuk eventueel te schenken en dan het liefst anoniem.'
Beatrix Ruf wil niet persoonlijk reageren op vragen. De persvoorlichter van het Stedelijk laat per mail weten dat de betrokkenen 'zich niet herkennen in het idee dat er een schenking zou zijn geopperd'. Ondanks het feit dat het museum enthousiast was voor de Polke, was het 'niet het moment' voor een bruikleen. Ruf was nog niet officieel directeur. Een museum wil eerst een langdurige relatie opbouwen met een verzamelaar. Op de vraag of dat 'moment' verstreek door de negatieve associaties rond de zaak-Vo, geeft het Stedelijk geen antwoord. 'Gesprekken met verzamelaars houden wij vertrouwelijk.'