NieuwsStedelijk Museum Amsterdam
Kunstraad: Stedelijk Museum moet niet willen concurreren met Tate of MoMA
Het Stedelijk Museum in Amsterdam moet niet willen concurreren met Tate Modern in Londen of het Museum of Modern Art (MoMA) in New York; de leden van de raad van toezicht moeten alleen worden benoemd door het gemeentebestuur van Amsterdam; zij mogen niet langer inkomsten voor het Stedelijk werven of hun kunst daar tonen; er moet meer geld komen voor de eigen collectie.
Het zijn heel concrete voorstellen die de Amsterdamse Kunstraad doet in zijn vandaag verschenen advies over het Stedelijk. ‘Het museum heeft nu niets aan een papieren tijger’, verklaart Katja Weitering, bestuurslid van de Amsterdamse Kunstraad en voormalig artistiek directeur van het Cobra Museum voor Moderne Kunst in Amstelveen. ‘De moeilijke situatie waarin het Stedelijk zich bevindt, vraagt om structurele veranderingen.’
Na het plotselinge vertrek van Beatrix Ruf als directeur van het museum (zie inzet) heeft het college van burgemeesters en wethouders eind vorig jaar de Amsterdamse Kunstraad, het onafhankelijke adviesorgaan, gevraagd na te denken over de toekomst van het museum en zijn relatie met de gemeente. De stad is niet alleen de belangrijkste subsidiegever – zij fourneert 54 procent van het museumbudget – maar ook eigenaar van het gebouw aan het Museumplein en bijna alle 90 duizend collectiestukken.
Het advies is opgesteld door Weitering en Felix Rottenberg, de voorzitter van de kunstraad. Zij spraken tientallen mensen binnen en buiten het Stedelijk, onder wie Beatrix Ruf. Eén betrokkene weigerde medewerking: Karin van Gilst, de zakelijk directeur, die kort voor Ruf het museum verliet. Volgens de kunstraad kan het Stedelijk alleen nog succesvol worden als een aantal principiële keuzes worden gemaakt.
Bescheiden maar trots
De focus moet niet meer liggen op concurrentie met topmusea als Tate en MoMA. In 2003 had het invloedrijke advies 'Terug naar de Top' dat juist voorgesteld en had indertijd aangestuurd op spoedige verzelfstandiging en het aantrekken van private sponsoren. Rottenberg en Weitering stellen nu dat het museum heeft geleden onder deze ‘tunnelvisie’. Het Stedelijk heeft te accepteren dat het onmogelijk is op te bieden tegen de superrijken die het hoogste segment van de kunstmarkt domineren. Het museum zou vooral kunst moeten kopen ‘van vergeten, onbekende, nieuwe en ondergewaardeerde kunstenaars’. Het aankoopbeleid van Museum Reina Sofia in Madrid wordt in het advies als voorbeeld genoemd.
Ook zou de nadruk veel meer moeten komen te liggen op beheer en behoud van de eigen collectie, die immers van ‘topniveau’ is. Die krijgt volgens de kunstraad al jaren te weinig aandacht, al heeft Beatrix Ruf daar volgens hen wel iets aan geprobeerd te veranderen. Weitering: ‘Slechts 3 procent van het budget gaat naar de collectie.’ Die vergt juist meer geld en aandacht, temeer daar de eigen verzameling een belangrijk ruilmiddel is om bruiklenen vanuit andere collecties te verkrijgen.
Echt toezicht
De raad van toezicht van het Stedelijk moet zich concentreren op haar governancetaak, op het controleren of de gedragscode voor goed bestuur en toezicht in de culturele sector wordt nageleefd. ‘Er is na de verzelfstandiging van het museum in 2006, een verkapte bezuiniging, gekozen voor het Angelsaksisch model waarbij de raad van toezicht ook fondsen werft’, zegt Weitering. Dat verbeterde volgens haar de relatie met begunstigers en verzamelaars, maar daardoor werd het toezicht op het museum wel ‘van wisselende kwaliteit’. Rottenberg: ‘Je kunt niet én toezicht houden én fondsen werven. Voor dat laatste is in 2014 het Stedelijk Museum Fonds opgericht.’
Nieuw bloed
De raad van toezicht koos tot nu toe zelf zijn leden uit. Rottenberg en Weitering willen dat die taak bij de gemeente komt te liggen. De directie van het museum moet ‘dubbelvoudig’ toezicht krijgen, stelt Rottenberg: ‘Door de gemeente én door de raad van toezicht.’ Die moet ook niet meer grotendeels uit vermogende zakenmensen bestaan, zoals kortgeleden nog het geval was. Volgens de kunstraad moeten het toezichtorgaan twee kunstenaars, de een ervaren en de ander jong, bevatten en een kunstexpert die de Amsterdamse bevolking vertegenwoordigt. Om belangenverstrengeling te voorkomen mogen leden van de raad van toezicht niet meer kunst uit hun eigen collectie tentoonstellen in het Stedelijk, zoals eerder wel gebeurde.
Geen nevenfuncties
Ook voor de directie van het Stedelijk Museum is de Amsterdamse Kunstraad streng. Betaalde nevenfuncties – waarin Ruf al dan niet met toestemming van de raad van toezicht grossierde – zijn voortaan uit den boze; die zijn onverenigbaar met de publieke functie. Rottenberg: ‘Het maakt ook ontzettend kwetsbaar, dat is gebleken.’ Geadviseerd wordt eerst een nieuwe artistiek directeur te benoemen, en die mee te laten bepalen wie de (ondergeschikte) zakelijk directeur wordt.
Ruimte voor experiment
Belangrijk vindt de kunstraad ook dat het Stedelijk Museum Bureau Amsterdam (SMBA), de experimentele dependance die in 2016 door Ruf werd gesloten, weer snel zijn deuren opent. ‘Het is schadelijk dat er nog steeds geen opvolger is’, stelt Rottenberg. ‘We hebben geweldige kunstopleidingen in Amsterdam en veel talent. Er moet een laagdrempelig platform zijn zodat jonge kunstenaars zich verbonden kunnen voelen met het Stedelijk.’
De gemeente onderzoekt nog of er een Design Museum op de Zuidas moet komen, dat steunt op de collectie van het Stedelijk. De kunstraad adviseert het museum daarin geen leidende rol te laten spelen. Weitering: ‘Er zijn nu andere prioriteiten voor het Stedelijk. Geef aandacht aan de collectie en aan een hernieuwde invulling van het SMBA. Breng die zaken eerst op orde.’
Belangenverstrengeling
Beatrix Ruf stapte op 17 oktober vorig jaar op na een publicatie over vermeende belangenverstrengeling. Ze zou naast haar directeurschap van het Stedelijk veel geld hebben verdiend met adviesbanen voor onder meer kunstverzamelaars. Volgens Ruf gaat het vooral om inkomsten van voor haar aantreden op 1 november 2014. De raad van toezicht zou haar trouwens toestemming hebben gegeven voor alle bijbanen.
Toen die raad haar vertrek bekendmaakte, werd meteen een onafhankelijk onderzoek door externe adviseurs aangekondigd naar de gang van zaken. Op verzoek van de gemeenteraad heeft het stadsbestuur de regie van dat onderzoek overgenomen. Het onderzoeksrapport wordt naar verwachting woensdag openbaar, alsmede de reactie hierop van de nieuwe wethouder van Cultuur, Touria Meliani (GroenLinks).
Rutger Pontzen: het stedelijk zweeft in het luchtledige
Geen directeur, allerlei onderzoeken naar de vertrekkende Ruf en de mogelijk ondeugdelijke Raad van Toezicht, en dan ook nog eens een gat, zeg maar een krater in de programmering, het Stedelijk bevond zich dit voorjaar zonder enkel houvast, zwevend in het luchtledige.