Reportage
Kunstenaar Iriée Zamblé springt eruit op Art Rotterdam
Ook opvallend: de grote hoeveelheden keramiekwerk op de kunstbeurs.
Pal voor de ingang van de Van Nelle Fabriek, waar het kunstpubliek zich voor de ingang van Art Rotterdam ophoudt, staat een bouwcontainer met erin een groot billboard. Erop de tekst ‘The world as we know it’. Onze vertrouwde wereld ligt duidelijk bij het grofvuil volgens kunstenaar Sarah Maple. Toepasselijk zo in de pandemie. Maar is het ook waar?
Want binnen in de kunstbeurs, waar 99 galeries hun kunsten vertonen en (proberen te) verkopen, lijkt het behoorlijk op de wereld zoals we die kenden. Testen is niet nodig, er worden vrijwel geen mondkapjes gedragen en er klinken veel tevreden uitroepen: ‘We zijn er weer!’ Een vlaag van opluchting waait over de beursvloer.
En terecht, want de bekende kunstbeurs vol hedendaagse kunst van hoge kwaliteit die in trek is bij musea en verzamelaars, heeft geluk gehad. De beurs vindt normaal jaarlijks plaats in februari. Daardoor kon die vorig jaar gewoon doorgaan (met 27.500 bezoekers), terwijl een maand later de Tefaf in Maastricht voortijdig sloot vanwege een coronabesmetting. Dit jaar is de beurs slechts één keer verzet. Dat is niks vergeleken met bijvoorbeeld de Amsterdamse KunstRAI die de data van de beurs (die in mei 2020 zou plaatsvinden) al vier keer heeft opgeschoven of de Tefaf, die is afgeblazen.
‘Business as usual’ merken een paar galeriehouders tijdens de voorbezichtiging droogjes op over deze wonderbaarlijke herrijzenis. Toch lijkt het alsof voor de Nederlandse kunstwereld het socializen de hoogste prioriteit heeft. ‘Net een reünie’, merkt een galeriehouder misprijzend op over de gezelligheid in het gangpad.
De stands van buitenlandse galeries, maar liefst 30 zijn er naar Rotterdam gekomen, blijven hierdoor de eerste uren behoorlijk leeg. Terwijl deelname aan een kunstbeurs voor galeries een kostbare onderneming is. Kristof De Clercq van de gelijknamige galerie uit Gent heeft na twee uur ‘een paar werken’ verkocht en maakt zich geen zorgen: ‘Vroeger was het zo dat je vrijwel alleen tijdens de preview verkocht, maar dat is veranderd. Er komen nog genoeg verzamelaars als de beurs rustiger is, op vrijdag bijvoorbeeld.’
Het is dringen geblazen in de stand van de Amsterdamse galerie Van Zijll Langhout waar een solopresentatie van schilder Iriée Zamblé (25) is te zien. Twee mannen staan bewonderend te kijken naar de grote muurschildering die zij maakte. ‘Hij komt net van de IC, ik van de corona-afdeling’, stelt Richard Boddeus zichzelf en zijn collega voor. Zij zijn verpleegkundigen van het Isala Ziekenhuis in Zwolle en vertegenwoordigen hier de kunstcommissie van het ziekenhuis. Twee jaar geleden kocht de commissie drie portretten van Zamblé die nu op de afdeling neurologie hangen. Eindelijk zijn ze weer op pad na een ‘heel heftig’ jaar. De vorige keer was ook Art Rotterdam: ‘Het is heel mooi om te zien hoe Iriée Zamblé zich ontwikkelt.’
De jonge schilder (vorig jaar was ze genomineerd voor de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst) maakt in haar grove snelle stijl vooral portretten van zwarte mensen. Deze presentatie heeft lef en urgentie, wat in veel andere stands ontbreekt. Daar is veiliger gekozen, bijvoorbeeld voor een dwarsdoorsnede uit het aanbod van de galerie. Door die voorzichtigheid – mogelijk ingegeven door de onzekere tijd – is de beurs wat braver dan andere jaren.
Toch blijft de Art Rotterdam door de hoeveelheid jonge kunst (soms is de verf net droog) een goede graadmeter van trends in de hedendaagse kunst. En dan valt vooral de hoeveelheid keramiek op. Een aantal stands zijn helemaal volgezet met glimmend geglazuurde sculpturen. Het gaat om verschillende generaties van Nederlandse kunstenaars. Van bijvoorbeeld de sprookjesachtige sculpturen van Carolein Smit (60) en Kiki Lamers (57) tot Koos Buster (30, zelfverklaard ‘ceramic influencer’) die liefst álles in keramiek uitvoert, van bierkrat tot bouwladder. En bekijk vooral ook even de fantasierijke mini-sculptuurtjes van pas-afgestudeerde Isa van Lier (25). Die kun je nu bij galerie Rademakers voor slechts 10 euro uit een grabbelton (van keramiek!) halen.
Een andere bijzondere ontdekking tussen de keramisten is Saar Scheerlings (31), die in keramiek, textiel en op papier een eigen felgekleurde beeldtaal heeft bedacht, als ‘de materiële cultuur van een fictieve beschaving’, in de woorden van galeriehouder Wouter van Herwaarden. Samen met Fleur Feringa runt hij de Amsterdamse galerie Fleur & Wouter, die dit jaar voor het eerst meedoet aan Art Rotterdam: ‘Het gaat wel goed, denk ik, we hebben drie werken verkocht.’
Verderop is een bezoeker in verwarring gebracht door een kunstinstallatie van Lennart Lahuis (35), een soort prullenbak waar stoom uitkomt die letters vormt. ‘O, ik dacht even dat het een luchtverversingsmachine was, vanwege corona’, zegt een vrouw lachend tegen galeriehouder Alexander Mayhew (van de Haagse galerie Dürst Britt & Mayhew). Vast moeilijk te verkopen, zo’n installatie? Mayhew reageert verontwaardigd: ‘Dit nemen we mee, omdat het gewoon gezíén moet worden!’ Dat is een portie kunstbeurslef waar we volgend jaar hopelijk weer meer van mogen zien.
Art Rotterdam, 1 t/m 4/7, Van Nelle Fabriek, Rotterdam
Tijdens de beurs is nog veel meer te zien en te doen in de stad.
Jong en experimenteel
Net als vorige jaren presenteert het Mondriaan Fonds in de Van Nelle Fabriek jonge kunst, van dit keer maar liefst 74 beginnende kunstenaars, ook buiten op het terrein. Wie meer jonge en vaak grootschalige kunst wil zien kan ook terecht bij The New Current: een opvallende tentoonstelling op bedrijventerrein Spaanse Polder vlak bij Art Rotterdam (een halfuur lopen of tien minuten fietsen), t/m 4 juli, Vlaardingweg 62, Rotterdam.