Theater
Kunstenaar geeft 15 duizend euro weg tijdens performance
Kunstenaar Julian Hetzel geeft in zijn nieuwe voorstelling een basisinkomen van 15 duizend euro weg aan één gelukkige persoon. Die wordt gekozen door een panel van daklozen. There Will Be Light zet aan het denken over de waarde van geld, en waarom we het nooit over herverdeling hebben.
‘Ik geloof niet in werk’, zegt een magere man in een rood, verwassen T-shirt. Zijn interviewer, een dakloze man, heeft hem net gevraagd waarvoor hij 15 duizend euro nodig heeft. We kijken naar There Will Be Light, een performance van kunstenaar Julian Hetzel, waarin hij aan een gelukkige persoon een basisinkomen weggeeft van 1.250 euro per maand, een jaar lang.
Zeventig kandidaten hebben zich voor deze campagne aangemeld. Ze moeten verschijnen voor een panel dat volledig bestaat uit daklozen. De man in het rode T-shirt is een van die kandidaten. Hij geloof niet in werk en ziet het huidige economische systeem het liefst in elkaar klappen. Misschien, zegt hij, dat hij daar op deze manier zijn steentje aan kan bijdragen.
We zitten in het oude fietsdepot aan de Kanaalweg in Utrecht. In de grote hal is Hetzel neergestreken met deze performance, die te zien is onder de vlag van Spring Festival. Zeven dagen lang interviewt het panel hier tien kandidaten per dag. Vrijdag, aan het einde van de reeks, zal tijdens een grote finale de gelukkige winnaar worden gekozen. Volgende maand wordt de serie nog eens opgevoerd in Groningen, met nieuwe kandidaten, een nieuw panel en een nieuwe winnaar.
Waar sliep u gisteravond?
Alle gesprekken zijn door het publiek te bezoeken. De hal is ingericht als een unheimisch strand. Er ligt geen zand, maar beton, en overal opblaasbare strandspullen. Enkele acteurs lopen in badkleding rond en maken praatjes met de bezoekers. In het midden staat een glazen kubus, waarin de gesprekken plaatsvinden. Zij kunnen ons niet zien of horen, wij hen wel. Toeschouwers kunnen plaatsnemen op bijvoorbeeld een opblaaseenhoorn en de kandidaten vragen horen beantwoorden als: ‘Waar sliep u gisteravond?’, ‘Hoe ziet een normale dag er voor u uit?’ en ‘Hoeveel geld heeft u?’.
Dat levert soms openhartige verhalen op. Over burn-outs, schulden, depressies. Er zijn mensen die hun leven in dienst stellen van anderen, als mantelzorger of begeleider, en daarvoor financiële ondersteuning vragen. Weer anderen pitchen een kunstproject. Mensen stellen zich over het algemeen kwetsbaar op. Dat komt door de directe vragen, maar er staat natuurlijk ook een flink bedrag op het spel. Bij de toeschouwer, die als voyeur ligt te kijken, brengt dat afwisselend ongemak, fascinatie en verbijstering teweeg.
Hetzel (41) vertelt dat hij een sociaal experiment voor ogen heeft. Het gaat hem om hoop. Iedereen heeft recht op hoop. Maar lang niet iedereen heeft daarvoor de tijd en mentale ruimte. ‘Wie worstelt om rond te komen, kan aan niets anders denken dan dat gevecht’, zegt hij. ‘Ook niet aan de toekomst, want je horizon ligt heel dichtbij. Ik dacht: wat als we die horizon verder weg kunnen duwen voor iemand? Wat als we iemand voor een jaar het equivalent van een basisinkomen kunnen geven, hoe gaat die persoon dan denken?’
Maar zomaar zonder meer subsidiegeld weggeven bleek nog niet zo makkelijk. Het is belastinggeld, of geld uit private fondsen, en dat komt met allerlei voorwaarden. Er moet kunst van worden gemaakt, en die kunst moet liefst urgent, actueel en divers zijn en impact maken. Hetzel: ‘Ik wilde nu eens een kortere weg nemen en het geld direct krijgen op de plek waar het het hardst nodig is. Dát is pas impact. Maar dat bleek niet helemaal de bedoeling.’
Er zaten veel haken en ogen aan het plan. Hetzel wilde niet dat het geld een korting op iemands uitkering of toeslagen zou veroorzaken. Het moest ook niet aan alle kanten belast worden. Dus het kon geen inkomen zijn. Hetzel mocht ook geen loterij organiseren, want dan komt de kansspelbelasting om de hoek kijken. Na consultatie van juristen en experts is het hem uiteindelijk gelukt. ‘We hebben een maas in de regelgeving gevonden. Daarmee kunnen we het geld nu zelfs geven aan iemand zonder bankrekening. In theorie kan het dus naar een vluchteling uit Syrië, Oekraïne, of een dakloze.’
Choquerende taferelen
Eigenlijk wilde hij 20 duizend euro doen. ‘15.000 euro is niet genoeg om iemand echt helemaal vrij te spelen, maar meer hadden we niet voor de drie series die we doen. Je moet het daarom vooral zien als een gebaar. Een gebaar dat wijst naar een groter idee. Wat ik doe is een utopisch voorstel. Het moet mensen wakker schudden.’
Dat is wat Hetzel vaker doet. In de performance Schuldfabrik kregen zijn bezoekers een rondleiding door een zeepwinkel, met zeep gemaakt van overtollig menselijk vet uit liposuctiebehandelingen. Schuldgevoel werd verdienmodel. All inclusive ging over het verkopen van kunst en merchandise gebaseerd op oorlogsgeweld. Net als bij de Nederlandse kunstenaar Dries Verhoeven bevindt Hetzels kunst zich op de scheidslijn van theater en beeldende kunst en zoekt hij bewust naar choquerende taferelen.
Het confronterende element zit hem deze keer in het feit dat het panel, dat moet bepalen wie het basisjaarinkomen krijgt, bestaat uit dak- en thuislozen. Het zijn volgens Hetzel altijd dezelfde soort mensen die al het geld verdelen. Hij wilde die verantwoordelijkheid eens aan een andere groep geven, aan mensen met een heel ander, misschien wel relevanter perspectief op geld, leven en de toekomst.
Nu moeten de deelnemers dus aan een dakloos persoon gaan uitleggen waar ze die 15 duizend euro precies aan gaan spenderen. Dat voelt voor zowel de deelnemers als de kijker soms erg wrang. Zeker als iemand startkapitaal voor een excessieve start-up probeert op te halen.
Zelf genieten de panelleden erg van hun nieuwe rol. Hetzel: ‘Het was eerst wennen voor ze, maar ze groeien snel. De rollen zijn nu eens omgedraaid. Voor de verandering loopt de weg naar het geld nu via hen. Dat geeft hun macht, wat ze normaal niet hebben. Mensen luisteren nu naar hen. Daar bloeien ze ontzettend van op.’
‘Ja, een deel van mijn werk provoceert. Maar dat heeft ook een productieve kant. Het zet mensen aan het denken over geld en de waarde ervan. En hoe slecht het verdeeld is. De rol van de kunstenaar is om de samenleving eraan te herinneren wat zij bewust is vergeten. In Den Haag leven meer dan vierduizend mensen op straat. In Utrecht ook zoiets. Waarom hebben we het daar niet over? Waarom gaat het nooit over de herverdeling van het geld?’
Collectief kapitaal
Iemand die met dezelfde vragen rondloopt is Denise Harleman (36). Zij is de oprichter van Collectief Kapitaal, een sociaal-financieel experiment dat de afgelopen acht maanden aan vijf mensen in Amsterdam-Noord een basisinkomen van 1.000 euro weggaf. Dat geld kwam van donateurs. De ontvangers waren ‘werkende minima’. In tegenstelling tot Hetzel stelde Harleman geen enkele voorwaarden. Er was geen panel. Mensen werden ingeloot.
Harleman heeft Hetzel geadviseerd rondom de lastige juridische kant van het herverdelen van geld. Hun projecten lijken op elkaar, al is Hetzel nadrukkelijker provocerend. Harleman: ‘Hij ontkracht het stereotiepe beeld van armoede. Hij toont hoe feitelijk iedereen kwetsbaar kan zijn, jij en ik incluis. Dat vind ik er mooi aan. Wat ik lastig vind, is dat hij met dat panel verschillende soorten behoeften en vormen van armoede met elkaar vergelijkt. De vraag wordt: wie verdient dat geld het meest? Daarmee reproduceer je een systeem waar ik juist vanaf wil. Die provocatie is voor een kunstwerk natuurlijk volkomen legitiem. Maar het past niet bij het verhaal dat Collectief Kapitaal vertelt.’
Harleman is een ervaringsdeskundige. Ze heeft zelf ook een tijdje een basisinkomen mogen ontvangen van een naaste, omdat ze ‘in de shitzooi zat’. Ze weet daarom als geen ander hoeveel lucht het kan geven. En dat ziet ze nu ook bij de eerste vijf deelnemers van Collectief Kapitaal.
‘Het is echt effectief’, zegt ze. ‘Schulden worden afbetaald. Er kan medische zorg worden ingehaald. Het schoolreisje kan in één keer worden voldaan. Maar belangrijker: omdat het geld het leven stabiliseert, komt ook het sociale leven van die mensen weer tot bloei. Want daar sta je misschien niet bij stil: maar sociaal contact is zwaar geëconomiseerd in onze samenleving. Als je nooit een kopje koffie kan gaan drinken met vrienden, dan stop je op een gegeven moment met afspreken.’
Basisinkomen als kunst
Hoewel het niet provocatief is, ziet ook Harleman haar project als een vorm van kunst. Net als There Will Be Light is Collectief Kapitaal een verbeeldingsoefening, een alternatief voor het huidige systeem.
Door vijf mensen een basisinkomen te geven, los je de structurele problemen evenwel niet op. Deze actie staat voor Harleman daarom ten dienste van een grotere systeemkritiek. ‘Als we iets willen veranderen, moeten we de grote groep mensen die wel genoeg geld hebben bewust maken van wat er aan de hand is. Je kunt geen onderdeel zijn van een oplossing, als je niet beseft dat je onderdeel bent van het probleem. Dat willen we aanschouwelijk maken.’
‘We moeten af van die eeuwige schuldvraag. In Nederland krijgen mensen een budgetcoach of tegenwoordig een energiecoach. Daarmee zeg je eigenlijk: dit probleem heb jij zelf veroorzaakt, jij moet je gedrag veranderen. Maar het systeem is het probleem, niet die mensen. Bestaansonzekerheid is een collectief probleem.’
Hoewel Harleman en Hetzel het basisinkomen als fundament gebruiken voor hun ‘utopische voorstellen’, als oplossing ook, zien ze dat er veel maatschappelijke weerstand is tegen het idee. Veel mensen zijn bang dat het lui maakt. Harleman: ‘Dat heeft alles te maken met onze volksaard. Gij zult werken voor je geld. Daar moeten we eens een keer vanaf.’
Ook Harleman en Hetzel geloven niet in werk, niet als dat werk de enige graadmeter is voor iemands inkomen. Iedereen in de wereld heeft volgens hen recht op een bestaan en bestaanszekerheid.
Hetzel: ‘We leven in een meritocratie. Daarin hebben alleen zij die het zogenaamd verdienen recht op geld. Maar we zullen onze ouderwetse ideeën over arbeid en geld binnenkort moeten herzien. Zelfs Elon Musk, de rijkste man op aarde, heeft het gezegd: een steeds groter deel van ons werk wordt overgenomen door robots. Het basisinkomen is uiteindelijk onontkoombaar. Als hij het al zegt...’
There Will Be Light van Julian Hetzel, t/m 20/5 op Spring Festival. 24/6 t/m 2/7 in Grand Theatre in Groningen.
Collectief Kapitaal organiseert op 1/6 (Amsterdam) en op 6/7 (Rotterdam) ontmoetingsavonden voor geïnteresseerden.
160 duizend euro
Collectief Kapitaal zoekt nu donateurs om 160 duizend euro op te halen. Hiermee kunnen vanaf dit najaar tien mensen in Amsterdam en Rotterdam twaalf maanden lang een collectief kapitaal krijgen, zonder voorwaarden, verantwoording en verplichtingen. Op de website wordt te zijner tijd aangegeven wanneer de inschrijving voor de loting opent en in welke wijken in Nederland.