Kunst op een platenhoes
De kans is groot dat u er ongemerkt zelf een nog in de kast heeft: een lp, ontworpen door een gevierd kunstenaar. Van die kunstenaarsplaten is nu een unieke, prachtige verzameling te zien.
Andy Warhol zag al vroeg kansen in het vinyl. Jaren voor hij zijn bananenhoes ontwierp voor The Velvet Underground & Nico, perste Warhol een serie toespraken van pop-art-kunstenaars op een vinylschijf, waar hij een eigen zeefdruk omheen vouwde. De plaat (1) Giant Size $ 1.57 was een hoes als een statement. Warhol had weinig op met de kunstenaars die in 1963 exposeerden in de pop-art-tentoonstelling The Popular Image in de Washington Gallery of Modern Art, en daarom bood Warhol de praatjes van die deelnemende kunstenaars aan voor het luttele bedrag van 1.57 dollar: een koopje.
Jan van Toom
Giant Size $ 1.57 is een topstuk uit de gigantische collectie kunstenaarsplaten van de Bossche vinylverzamelaar Jan van Toorn. Die zijn nu in een tentoonstelling bijeengebracht door muziek- en kunstjournalist Harry Prenger voor het Heerlense cultuurcentrum SCHUNCK*. Warhol drukte zijn Giant Size-hoes in een oplage van 75, en de genummerde en gesigneerde exemplaren, zoals die van Van Toorn, zijn schreeuwend duur en nauwelijks nog verkrijgbaar.
Warhol had al eerder platenhoezen ontworpen, vooral voor jazzmusici van de labels Blue Note en RCA Victor. Maar Giant Size $ 1.57 kan worden gezien als startpunt voor Warhols monumentale serie popplaathoezen, van The Velvet Underground en The Rolling Stones (Love You Live, 1977) tot The Smiths (Sheila Take a Bow, 1987).
Jan van Toorn, een voormalig postsorteerder uit Den Bosch, richtte zijn verzamelaarsblik vanaf de vroege jaren zeventig op een niche in de vinylmarkt: de kunstenaarsplaat. Niet alleen platen van bandjes met toevallig een hoes van een groot beeldend kunstenaar, maar vooral platen van die kunstenaars zelf. De elpee was zo ongeveer vanaf de uitvinding van de geluidsdrager een geliefd object voor kunstenaars, omdat het een medium was waarmee geluid aan beeld kon worden geklonken. Ideaal voor bijvoorbeeld de Duitse schilder en dichter Kurt Schwitters, van wie in 1958 een plaat werd uitbracht met de door hem gereciteerde Sonate in Urlauten. Op de cover van de plaat is een rij portretfoto's van Schwitters afgebeeld, het gezicht in een verwrongen grimas en kennelijk dus druk bezig met het voordragen uit eigen werk.
Ook besluisteren?
De platen op de tentoonstelling Visual Vinyl kunnen niet ter plaatse worden gedraaid, daarvoor zijn de vinylschijven te kostbaar. Maar SCHUNCK* heeft de tentoonstelling toch hoorbaar weten te maken door een audiotour te ontwikkelen die kan worden afgespeeld op de smartphone-app IZI Travel. Bovendien zijn veel van de tentoongestelde kunstenaarsplaten te beluisteren op online-archieven als die van Ubuweb: ubuweb.com en ubuweb.tv. Ook beschikbaar voor de thuisblijvers dus.
Uniek
Van Toorn speurde veilingen en beurzen af, op zoek naar dit soort unieke, want in zeer kleine oplage gedrukte schijven. Van Toorn was er steeds vroeg bij en dat maakt zijn collectie zo gigantisch en compleet. Hij kocht platen die werden uitgegeven door galerieën en musea, bij tentoonstellingen van de betrokken kunstenaars. Zo legde hij de hand op platen van kunstenaarscollectieven, van dichters als (2) Johnny 'the Selfkicker' van Doorn en Simon Vinkenoog, van Salvador Dalí en Karel Appel, van woeste Fluxus-performers en grote Amerikaanse schrijvers.
Op de tentoonstelling Visual Vinyl hangen platen met voordrachten van bijvoorbeeld de Amerikaanse schrijver William Burroughs, in een albumhoes waarop Burroughs dreigend staat afgebeeld met een enorm jachtgeweer. Een andere zeldzaamheid is een met portret bedrukte vinylplaat van (3) Burroughs die hij opnam bij live ingespeelde feedbackgitaren van Kurt Cobain: The Priest they Called Him, uit 1993.
Ook present: de beroemde live opgenomen voorleesplaten van de Amerikaanse auteur Charles Bukowski, waarop hij voordraagt uit eigen werk én hardvochtig ruzie maakt met zijn publiek. En platen van de Weense Aktionisten, met op de hoes foto's van performances en op de plaat de geluiden van diezelfde performances geperst. Huiveringwekkend zijn bloederige plaathoezen van de oostenrijkse beeldend kunstenaar Hermann Nitsch, met in kadavers gevouwen naakte mensen, opgenomen bij weerzinwekkende slachthuisrituelen.
De cirkel is rond
Hoe conceptueel je aan de slag kon met het vinyl, blijkt uit het werk van de Zwitsers-Amerikaanse kunstenaar Cristian Marclay. Voor zijn project Footsteps, bijvoorbeeld, belegde hij een museumvloer met vinylplaten, waarop de bezoekers vrijelijk konden rondstampen. Het geluid van die voetstappen op vinyl werd weer op een plaat geperst, en die verscheen in een hoes met foto's van de ontstaansgeschiedenis op die museumvloer: de cirkel keurig rond.
Visual Vinyl richt zich niet alleen op de hoogste kunstregionen. Dat maakt de tentoonstelling zo laagdrempelig en verrassend. Naast de collectie platen en hoezen van beeldend kunstenaars als Jean-Michel Basquiat en Joseph Beuys, is ook een verzameling bekende, populaire popplaten te zien, waarvan de hoezen in opdracht van het bandje en de platenmaatschappij zijn ontworpen door grote kunstenaars. Platen die je misschien zelf in de kast hebt staan, maar waarvan je nooit had gedacht dat de hoes was ontworpen door een gevierd beeldend kunstenaar. Zo is een complete vitrine ingericht met surrealistische hoezen van de Amerikaanse kunstenaar Mark Ryden, van (4) The Screaming Trees' Uncle Anesthesia tot (5) One Hot Minute van de Red Hot Chili Peppers.
Fontanelle
Die verrassing staat je ook te wachten bij bijvoorbeeld de plaat (6) Fontanelle van de punkband Babes in Toyland, met een cover van een nogal verontrustende speelgoedpop, die dan ook blijkt gemaakt door de Amerikaanse kunstenares Cindy Sherman. Het kwartje valt, zeker als je de hoes ziet naast alle andere plaathoezen van Sherman: steeds van die enge poppen, bevroren in theatrale poses.
Volgens Harry Prenger, de samensteller van Visual Vinyl, is de collectie van Jan van Toorn zo uniek, omdat hij zijn platen niet zocht op statuur van bekende bandjes, maar op naam van de kunstenaar. De bands of popsterren in kwestie kende Van Toorn vaak niet eens, en draaien van de platen deed hij al helemala niet. Bij huisbezoeken in Den Bosch ontdekte Prenger dat Van Toorn zijn exemplaar van (7) Artpop van Lady Gaga (2013) niet had gecategoriseerd bij de 'L' of de 'G' van Lady Gaga, maar bij de 'K' van Jeff Koons, de ontwerper van de hoes. En zijn White Album, van The Beatles, stond bij de 'H' van Richard Hamilton, bedenker van de smetteloze en minimalistisch witte cover.
Een eerste exemplaar van deze plaat hangt natuurlijk ook aan de muur bij SCHUNCK*, uiteraard gesigneerd door de kunstenaar zelf.
Visual Vinyl is onderdeel van een tweeledige expositie in cultuurcentrum SCHUNCK* samen met de tentoonstelling Thomas Raat: Archetypes and Residues. SCHUNCK*, Heerlen, t/m 6/3.