Interview

Koefnoen keert terug, in het theater welteverstaan: ‘Je kunt een typetje nu helemaal fijnslijpen’

Owen Schumacher (links en rechts) en Paul Groot. Beeld Judith Jockel
Owen Schumacher (links en rechts) en Paul Groot.Beeld Judith Jockel

Van 2004 tot 2016 was het satirische tv-programma Koefnoen een vaste waarde op de zaterdagavond. Nu halen cabaretiers Paul Groot, Owen Schumacher en Jeremy Baker hun typetjes uit de mottenballen. Maar verwacht geen imitaties van BN’ers.

Joris Henquet

Eindelijk kunnen ze uit de startblokken: het is dinsdag 22 februari in een goed gevuld Singer Theater in Laren. Hier zal, na talloze keren van afgelasting en uitstel, de eerste volwaardige try-out plaatsvinden van Koefnoen live.

De show begint, en al snel waant het publiek zich op de ouderavond van basisschool de Karrekrak, waar de snibbige Juf Jenny (Jeremy Baker) uitlegt dat de kinderen binnenkort ook les gaan krijgen over ‘de andere kant van de geschiedenis’, met meer aandacht voor de ‘fouten van vroeger.’ De ouders, gespeeld door Paul Groot, Owen Schumacher, Sanne Franssen en Kiki van Deursen, belanden in een felle discussie met de juf over de manier waarop de Gouden Eeuw moet worden behandeld in de klas.

Na de Karrekrak volgt een lange parade van typetjes, liedjes, verrassende decoreffecten en gehaaste verkleedpartijen. Bekende Koefnoen-figuren betreden het toneel, zoals het ANWB-echtpaar Okko en Eugenie, de Zeeuwse garnalenpellers Roelfje en Wimpje en de joviale zwervers Lou en Lau. Na afloop zegt een bezoeker in de foyer: ‘Wat was het leuk, hè? Echt alles wat de laatste tijd in de actualiteit was, is op een of andere manier voorbijgekomen.’

Anderhalve week eerder zitten acteurs en cabaretiers Paul Groot (54), Owen Schumacher (54) en Jeremy Baker (53) op het kantoor van More Theater Producties in Amsterdam, waar ze uitleggen waarom deze theaterversie er moest komen.

Schumacher: ‘In Koefnoen hebben wij een collectie vaste types gecreëerd. Jarenlang hebben wij door hun ogen naar de wereld gekeken. Ook nadat Koefnoen stopte, dachten wij bij nieuwsgebeurtenissen: hoe zouden die en die daarop reageren? Dat kunnen we nu weer kwijt.’

Baker: ‘Je kunt een personage dat je anders slechts een ochtend speelde, nu elke avond opnieuw spelen en helemaal fijn slijpen.’

Groot: ‘Ook heb je in het theater de tijd om je karakters een ontwikkeling te laten doormaken. Als je wilt zelfs een noodlottige ontwikkeling, want je hebt ze hierna niet meer nodig.’

Paul Groot (links en rechts) en Jeremy Baker. Beeld Judith Jockel
Paul Groot (links en rechts) en Jeremy Baker.Beeld Judith Jockel

Van 2004 tot 2016 was het satirische tv-programma Koefnoen een vaste waarde op de zaterdagavond van NPO 1. Koefnoen (Jiddisch voor ‘voor niks’) kwam voort uit het populaire cabaret van Kopspijkers, waar Paul Groot en Owen Schumacher furore maakten met onder meer Groots imitaties van Pim Fortuyn, Jan Wolkers en Peter R. de Vries en Schumachers imitaties van Jan Peter Balkenende, Gerrit Zalm en Frank de Grave.

In 2004 kreeg het duo een vorstelijk aanbod van de Avro: een wekelijks satirisch programma met een groot budget dat ze naar eigen smaak mochten invullen. De transfer was een feit en Groot en Schumacher gingen aan de slag, bijgestaan door een team van bevriende acteurs en schrijvers.

Halverwege het eerste seizoen werd Jeremy Baker een vaste schrijver en ging hij ook zelf steeds meer rolletjes spelen, zoals Nesrin, een ordinaire beautyvlogger, die haar volgers ‘stijl en klasse’ bijbrengt.

Koefnoen werd goed bekeken – doorgaans door rond de één miljoen kijkers – en won in 2006 de prestigieuze Zilveren Nipkowschijf, uitgereikt door de Nederlandse tv-critici. Die schreven in het juryrapport: ‘Koefnoen is veel meer dan een imitatieprogramma geworden. Het is een graadmeter voor de tijdgeest, die verder gaat dan de pure actuele satire.’ Koefnoen werd het belangrijkste programma dat Paul Groot en Owen Schumacher in hun carrières maakten.

Groot: ‘Het was één grote speeltuin. We hadden alle vrijheid om te maken wat we wilden. Het zette mijn creativiteit in de hoogste versnelling.’

Schumacher: ‘Het was ook heel erg van ons. Ik ben erg trots op wat we bij Kopspijkers hebben gedaan, maar Koefnoen had meer onze signatuur. Het was iets artistieker; er was niemand die zich ermee bemoeide.’

Dat Koefnoen, destijds een van de duurste programma’s van de NPO, in 2016 moest stoppen, was dus wel even slikken voor Groot, Schumacher en Baker. De beslissing kwam van de omroepdirectie: de Avro was na een fusie in 2014 Avrotros geworden.

Schumacher: ‘Wij hadden zelf nog wel een paar seizoenen willen doorgaan, maar achteraf gezien is het ook wel prima dat het na dertien jaar een keer was afgelopen.’

Groot: ‘De omroepbazen vonden de kijkcijfers niet hoog genoeg. Vooral uit de Tros-hoek kwam het argument dat Koefnoen ‘te elitair’ was. Als voorbeeld werd Ipie genoemd, de door mij gespeelde huisvrouw die zich door het leven stuntelt. Er werd gezegd: je persifleert hiermee onze doelgroep, je zit onze kijkers uit te lachen. Dat verbaasde me, omdat ik zelf Ipie met veel mededogen bekijk.’

Owen Schumacher in het midden en links en rechts Jeremy Baker. Beeld Judith Jockel
Owen Schumacher in het midden en links en rechts Jeremy Baker.Beeld Judith Jockel

Waar de ene hoek Koefnoen te elitair vond, kwam er uit een andere, onder wie de tv-recensenten van de Volkskrant, naast lof de kritiek dat het programma niet scherp genoeg was en tandjes zou missen.

Schumacher: ‘Het is een duivels dilemma. Als je op primetime satire maakt, zit je altijd een beetje te schipperen. Je wilt iets maken met kwaliteit, iets dat de goede verstaander kan waarderen, tegelijkertijd moet je een miljoen mensen bereiken om het grote budget te rechtvaardigen. Daarom wisselden wij dingen die we zelf te gek vonden om te doen soms af met imitaties die sowieso scoorden.’

Groot: ‘Wij vonden het bijvoorbeeld heel grappig de bloopers van de Zweedse arthouseregisseur Ingmar Bergman te filmen. Terwijl een groot deel van ons publiek zal hebben gedacht: hmm, waar gaat dit over? We hadden voor ogen dat we scherpe comedy wilden maken, maar misschien zijn we zelf redelijk milde mensen en past heel vinnig niet bij ons. Dat kan ook.’

Baker: ‘Ik vind het ook een misvatting dat satire altijd keihard en bijtend moet zijn. Er is ook een milde variant, die veel meer op herkenning zit, maar toch ook de werkelijkheid kantelt.’

Schumacher: ‘We zijn ook weleens uit onze slof geschoten, zoals met de parodie op College Tour met Willem Holleeder uit 2012. Die aflevering ontstond omdat we oprecht pissig waren dat Twan Huys de crimineel in zijn programma had uitgenodigd. Maar zo’n scène, die drijft op boosheid, kun je niet elke week maken, dan heeft-ie minder effect.’

Succesnummer van Koefnoen op tv waren de imitaties van bekende Nederlanders. Zien we die ook terug in het theater?

Baker: ‘Marten en Oopjen, de door Rembrandt geschilderde Amsterdammers uit de 17de eeuw, zijn dat ook BN’ers? Verder zijn er geen in de voorstelling beland. Op tv durfden we dat in de laatste jaren ook al meer los te laten, en vooral onze eigen types te gebruiken. Met imitaties heb je minder vrijheid.’

Groot: ‘Ja, dat gevoel had ik zelf ook al een poosje. Het is met imitaties soms erg zwart-wit: het lijkt of het lijkt niet. Imiteren is de laatste jaren niet meer zo in trek in het cabaret. Het is een golfbeweging: jarenlang is het populair en dan gaat het weer ondergronds. Nu is het even het einde van de curve.’

Schumacher: ‘Bij Kopspijkers hadden we het geluk dat er politici waren, zoals die van de LPF en de coalitiepartijen van Paars, die niet gepolijst waren, niet wisten hoe ze met media moesten omgaan. Daarna kwamen er politici die minder onhandig waren, zoals Mark Rutte. Dat maakte het voor imitatoren minder dankbaar. En de laatste jaren, met Donald Trump en Forum voor Democratie, is de werkelijkheid zo grotesk geworden dat het ook niet raakt.’

Groot: ‘We behandelen in Koefnoen live meer de trendmatige actualiteit. Het gaat over de problemen die ons al maanden, jaren bezighouden. Het voelt heel actueel en relevant, zonder dat het nou nieuws uit de krant van gisteren is.’

Baker: ‘Toen we begonnen met schrijven, kwamen we al snel uit bij het thema ‘verandering’. De klimaatcrisis, corona: hoe verhoud je je tot verandering?’

Schumacher: ‘We weten waarom we ons gedrag moeten veranderen, maar hebben allemaal onze redenen om het toch niet doen. Vanuit die gedachte hebben we onze archetypische personages aan de gang gezet.’

Koefnoen live gaat 12/3 in première in het DeLaMar Theater in Amsterdam. Tournee t/m 30/6.

Drie keer typisch Koefnoen

Hoe kijken de makers terug op drie beroemde Koefnoen-sketches?

Zwervers Lou en Lau bezoeken de Woonbeurs (2008)

De zwervers Lou en Lau (Groot en Schumacher) brengen een bezoek aan de Woonbeurs.

Groot: ‘Dit is iets wat we veel hebben gedaan in Koefnoen: ons als personages tekstloos in de echte wereld begeven en dat opnemen met verborgen camera’s. Die zwervers, die nu ook in de voorstelling zitten, gingen hier naar de Woonbeurs in de Rai. Ze zijn van een afstandje gefilmd, zodat de bezoekers niet doorhadden dat ze in een opname zaten.’

Schumacher: ‘De zwervers gaan ineens op een duur bed van Hästings liggen. Mensen komen kijken van: ‘Moet dat nou?’ en ‘Wat doet u hier?’ Alsof ze inbreken in de Rai.’

Groot: ‘Dit soort dingen vond ik altijd heel fijn om te doen: ter plekke verzinnen wat je gaat spelen.’

Het CDA bij Ik hou van Holland (2011)

CDA-politici doen mee aan tv-quiz Ik hou van Holland van Linda de Mol.

Schumacher: ‘Deze sketch wordt vaak tot onze hoogtepunten gerekend. We wilden al heel lang iets doen met het programma Ik hou van Holland. Toen ontstond er een rel binnen het CDA over hun asielbeleid: ze deden of ze nog steeds een gezellige gezinspartij waren, maar onderling lagen ze enorm overhoop. Bij het combineren van die twee zaken, wisten we: nu klopt het.’

Groot: ‘Het is een mooi samengaan van vorm, goede imitaties en actuele inhoud. Ik weet wel nog dat ik bij Henk Bleker dacht: hoe kan ik dit in godsnaam spelen? Toen hebben we mijn kop breder gemaakt met make-upsponsjes.’

Baker: ‘En jullie lieten het opstandige Kamerlid Kathleen Ferrier door mij spelen. En dat terwijl ik helemaal niet kan imiteren!’

Geer en Goor ontmoeten Simon Carmiggelt (2013)

Een wandeling door Amsterdam van de overleden Parool-columnist Simon Carmiggelt wordt ruw verstoord door Gordon en Gerard Joling.

Groot: ‘O, Laus Steenbeeke. Die hadden we gevraagd Simon Carmiggelt te spelen en hij deed dat zo goed!’

Schumacher: ‘Het was zijn honderdste geboortedag, we dachten: Carmiggelt, dat is de man van een heel subtiel soort Amsterdamse humor, die het moet hebben van de formuleringen. En waar lachen we nu heel hard om? De lompheid en platheid van Geer en Goor. De lol was die twee soorten elkaar te laten ontmoeten. '

‘Over Geer en Goor hadden we eerder een succesvolle sketch gemaakt waarin ze op visite gingen bij de Hofstadgroep. Daarna dachten we: die moeten we niet te vaak spelen. Andere mensen zeiden juist: die moet je vaker doen, dat vinden mensen leuk! Wij vonden dat je er wel een goede reden voor moest hebben.

Ipie de huisvrouw

Een van de bekendste Koefnoen-personages is Ipie, een door Paul Groot gespeelde alleenstaande huisvrouw met kort rood haar en een praktisch windjack, die zich door het leven stuntelt. Groot: ‘We zijn allemaal zulke klungelaars. Ik heb zelf thuis ook weleens een haperende la, en haal de inspiratie voor Ipie uit mijn eigen gekluns. Ze is een schlemiel, maar probeert het beste van het leven te maken. Daarom is ze een goed comedytype. Er zijn nog altijd mensen die zeggen: ik heb Ipie gezien in Frankrijk.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden