Knap: A Ciambra trekt aan, stoot tegelijk af en weigert politiek correct te zijn
A Ciambra is klassieke coming of age, in een levensechte wereld die tegelijk afstoot en aantrekt. Carpignano geeft de belevingswereld van zijn hoofdpersonage alle ruimte.
Dit verzin je niet, denk je direct, wanneer een Italiaans zigeunerkindje in A Ciambra een vrouw slaat die waarschijnlijk zijn moeder, oudere zus of buurvrouw is, om vervolgens in haar gezicht te schreeuwen dat hij haar in haar 'bek gaat pissen'. Verzonnen is er inderdaad weinig in dit energieke relaas van een Roma-gemeenschap aan de rafelranden van de havengemeente Gioia Tauro, bevestigde de Amerikaans-Italiaanse regisseur Jonas Carpignano desgevraagd in interviews.
De jonge filmmaker (33) woonde de afgelopen twintig jaar in het gebied en bouwde zijn tweede speelfilm op rond gebeurtenissen en opmerkingen die hij hier heeft gezien en gehoord. Zijn hoofdrolspeler is Pio, een jochie met een vlassig pubersnorretje, die samen met zijn familie (vier generaties Amato) min of meer zichzelf speelt. Pio voelt zich te oud om zich te vervelen met de jongste generatie, maar is te jong om met de grote jongens op stap te gaan. Zijn rol in de gemeenschap beperkt zich voorlopig tot het regelen van de illegale stroomaftap en waarschuwen voor de politie terwijl de mannen zich met duistere zaakjes bezighouden. Pio wil meer, uiteraard.
A Ciambra
Drama
Regie: Jonas Carpignano
Met: Pio Amato, Koudous Seihon, Damiano Amato, Francesco Pio Amato, Iolanda Amato, Patrizia Amato.
118 min., in 20 zalen.
Net als in zijn aardige debuutfilm Mediterranea, waarin een groep vluchtelingen zich van Algerije via Libië naar Italië worstelt, zit regisseur Carpignano zijn belangrijkste personage dicht op de huid. Nooit weet je meer dan Pio; de criminele uitstapjes van de oudsten blijven geruime tijd ook voor de toeschouwer in nevelen gehuld, waardoor zijn belevingswereld alle ruimte krijgt - een fraaie en effectieve vertelwijze. A Cambria is wat dat betreft klassieke coming of age, hoe ongewoon de volwassenwording van Pio ook mag zijn. Mooi zijn ook de droomscènes waarin het vrijheidsideaal van de zigeuners wordt doorprikt.
Bovendien neemt Carpignano de tijd om het zigeunerleven in beeld te brengen. Hij laat zijn film soms ongedwongen meanderen, waardoor de kleine details van het dagelijks leven vanzelf opvallen: dat iedereen, ook de kinderen, wijn uit slappe plastic bekertjes drinkt, bijvoorbeeld. Als Pio in een verderop gelegen kamp met Afrikaanse immigranten een handeltje begint in gestolen electronica, legt Carpignano een handig linkje met zijn vluchtelingendebuut: beide films maken deel uit van dezelfde, levensechte wereld.
De kracht van A Ciambra schuilt in de opvatting dat empathie voor een groep waarin een bedenkelijke moraal heerst mogelijk is, als je maar enige tijd in die groep durft door te brengen. De film trekt daarbij aan, stoot tegelijk af en weigert politiek correct te zijn. Knap.