Kerr over Kennedy
Philip Kerr laat zich niet in een hokje duwen. De Britse schrijver (1956) debuteerde in 1989. Hij introduceerde de Duitse privé-detective Bernie Gunther, die actief is in het Berlijn van Adolf Hitler....
Wat ons betreft had Kerr nog een aantal jaren door kunnen gaan met zijn 'held' Gunther, maar dat deed hij niet. Hij wierp zich op de Russische maffia (Dead Meat), op de architectuur (Gridiron) en sciencefiction (The Second Angel). Tussendoor schreef hij nog een boek over bergbeklimmers die in Nepal stuiten op de schedel van een soort yeti (Esau). Beetje raar boek was dat.
In The Shot (Orion, import Van Ditmar; fl 26,95) keert Kerr terug naar het Amerika van 1960, het jaar dat de maffia actief werd in Las Vegas, het jaar van de opkomst van Jack Kennedy, het jaar ook van Castro's Cubaanse revolutie. Kerr verweeft deze thema's handig met elkaar, wat op zich weer niet zo origineel is. Een auteur als James Ellroy mag ook graag in die periode wroeten.
In The Shot is een hoofdrol weggelegd voor Tom Jefferson, een huurmoordenaar die gewerkt heeft voor de Amerikaanse overheid, en die nu opdracht krijgt van de maffia en de CIA (let op de combinatie!) om Castro te vermoorden. Daar ziet Jefferson tot chagrijn van vooral de maffia op het laatste moment van af. Hij richt zich nu op, jawel, Kennedy.
De reden? Kennedy heeft met zijn vrouw geslapen. Op zich niet zo bijzonder. John F. sliep wel vaker met andere vrouwen. De maffia bezit in het boek een geluidstape waarop te horen is dat Matrass Jack het bed deelt met Marilyn Monroe. Dan gaat de maffia, die ervoor gezorgd heeft dat 'hun' Kennedy de verkiezingen won, jacht maken op de afvallige moordenaar. Het is pas 1960, nog geen 1963, dus de uitkomst laat zich raden. The Shot is een aardig boek, maar de wurgende spanning van de klassieker The Day of The Jackal blijft achterwege. Het einde is bovendien wat flauw.
