Taalgebruik!De poëzie ligt op straat
Kerkdiensten zat en God ziet alles
‘Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is’, dichtte K. Schippers (1936-2021). En dat veel taalgebruik poëzie is of zou kunnen zijn, voegen wij daar met een wekelijks groeiende verzameling aan toe.
Nee, niet flauw, maar helemaal in de geest van K. Schippers, bovenstaande regel die Han Evers tijdens zijn wandeling over het Grenslandpad zag op de Sint-Martinuskerk in Schijf, gemeente Rucphen (Noord-Brabant). ‘Pas toen ik dichterbij kwam, zag ik de kleine letters. Toeval of opzet?’ Ook de poëtische aansporing op een kunsthandel in Deventer, hieronder, verplaatst ons naar hoger sferen. Hans Dijkema zag ’m.
Stuur de foto van de door u gevonden, al dan niet onbedoelde poëzie, met datum en vindplaats, naar taal@volkskrant.nl.
De schermen worden gestreeld, de blikken zijn leeg
Even terug nog naar vorige week. Voor het gedicht over het miljoen en dat we het samen doen blijkt de stichting Republiek (voorheen het Republikeins Genootschap) verantwoordelijk te zijn. Met het gedicht voeren ze ludiek actie tegen de viering van ‘de duurste Koningsdag ooit in de armste stad van Nederland’. Nicole Rijsman (‘geen Rotterdammer, wel Republikein’) schreef: ‘In de begeleidende tekst bij de foto's vraagt de heer Hoogenboezem zich af of er een relatie is tussen het gedicht en de sticker van de koning; nou, die is er wel degelijk.’
Deze week houden we het bij pure poëzie, die Hagenaar Paul van der Kraan in zijn stad vond, in de Trompstraat.
Jij heb grote zorgen en ik een miljoen
Eerder al zag Fietje Hoyer het gedicht op een voetgangersoversteekplaats in Dordrecht. Ze schreef: ‘Hoe het zit met die kraan snap ik niet precies, maar de moraal is duidelijk.’ Nu stuurde Jan Hoogenboezem drie plaatsen met hetzelfde gedicht, gevonden in Rotterdam. Met en zonder sticker van de koning. Hoogenboezem: ‘Of er een relatie tussen de twee is, is voor mij een vraag…’
Steeds weer zinnen hollen door mijn brein
In Eindhoven zag J. Bernsen zinnen op een pand staan: Zinnen/ Steeds zinnen/ Steeds weer zinnen/ Hollen door mijn brein/ Kon ik maar bij één zin blijven/ Kon ik maar bij zinnen zijn. De dichter is Jack van Hoek, wat een gelukkig toeval is, omdat de tekst kunstig op een hoekhuis is geschilderd.
Eerlijk, met liefde, maar te weinig geld
Tsjerk Adema, zelf afkomstig uit Leeuwarden, maakte bovenstaande foto in Alkmaar, ‘op de hoek van de Voormeerse en de Raaksje’. Een blik op Google Streetview leert dat de rechterkant er pas later op moet zijn geschreven, aan het handschrift te zien door dezelfde poëet. Diens handschrift heeft wel wat weg van dat van degene die onderstaande tekst achterliet op een container in Arnhem. Inzender Noud van Zuijlen (die de foto 5 januari stuurde): ‘Ook in 2023 heeft kennelijk niet elke Arnhemse jongere het gemakkelijk.’
Je gaat het pas zien als de garagedeuren open zijn
Je ziet het pas wanneer de garagedeuren op bovenstaande foto zijn geopend, schrijft Rick de Graaff over wat hij zag in Amersfoort. Om in voetbaltermen te blijven: zou het een bewussie zijn? Die vraag stelt ook Marie-José Mastboom bij onderstaande foto van het raam van het huis van kunstenares Juul Kortekaas in Middelburg. ‘De woorden zijn met tape bevestigd. Stond er oorspronkelijk ‘leven’ en is de l weggevallen, zoals bij de tweede bloem nu bijna gebeurt, of wil ze juist het tijdelijke van een bloem benadrukken?’ Mastboom heeft blijkbaar niet aangebeld, maar trok liever de conclusie: ‘Een mooi eenvoudig poëtisch vers dat direct vragen oproept.’
Woorden en daden
Ja, misschien wat flauw, maar wij vonden ze toch vooral ook leuk. Renske Gaal stuurde bovenstaande foto van ‘de schutting van mijn dochter, Carola Visser, en haar man, in Enkhuizen’. Jan Peeters zag onderstaande foto al een paar jaar geleden in Roosendaal. Peeters: ‘Blijft een fantastische actie.’
Er staat niet wat er staat
Of Pam Schikhof en Hannie Visschedijk elkaar kennen weten wij niet, maar ze stuurden beiden in één week bovenstaande tekst, die ze fotografeerden in de Kleine Oeverstraat in Deventer. Visschedijk: ‘Nadat ik het voor de tweede keer had gelezen, begreep ik wat er stond.’ Zou ook kunnen gelden voor onderstaande foto, die Henk van Hest stuurde en die hij al in 2011 maakte, in de Tuinstraat in Tilburg. Oud dus, maar mooi gebleven.
Haal de moet eruit
Romkje Bosma wandelde 22 januari in Amersfoort en zag bovenstaande proeve van poëzie in een vensterbank. Gelukkig fotografeerde ze hem. Nog een aanbeveling, op de foto hieronder, zag Jacqueline Hoevenberg, in 2019, in Dordrecht (Blekersdijk). Misschien een beetje een insidergedichtje (het gaat over lettertypes), maar toch zeker begrijpelijk. Hoevenberg: ‘Het grafisch bedrijf heeft het pand eind december 2022 verlaten.’
Verder genieten
‘In Bergen aan Zee, langs een duinafgang aan de C.F. Zeilerboulevard, aan bielzen met lampen langs het pad, zagen wij een paneeltje en een tegeltje van respectievelijk 10 bij 10 centimeter en minder.’ Hoe nauwgezet wil je de beschrijving hebben van wat Janny en Fred Goetze aantroffen? Ze voegden nog een ultrakorte recensie toe ook: ‘De taalgrapjes erop zijn wel leuk, de uitvoeringen leuker. Ongetwijfeld het werk van een poëtische geest.’
Tijd voor verandering
Carel Akerman wandelde een paar jaar geleden door de Duitse stad Bonn, toen hij ‘op de gevel van de universiteit aldaar’ bovenstaande tekst aantrof. ‘Sindsdien heeft me die vraag altijd beziggehouden’, schrijft hij. ‘Mijn gedrag is er wel (iets) door bepaald.’
Of dat laatste voor onderstaande ook geldt, schrijft Dree David, die onderstaande tekst aantrof in de Visserstraat in hartje Breda, er niet bij. Verder spreken de gelijkenissen voor zich.
Onderhoud gewenst
Freek Eland mailde ‘twee foto’s van Rotterdamse poëzie’. Hij vond het beschreven kastje op de Sint-Jobsweg in Rotterdam. Blijkbaar komt hij er vaker langs, want de eerste foto dateert van 9 augustus 2022, de tweede van 6 januari 2023. Eland: ‘Als de maker zijn motto serieus neemt, komt hij binnenkort langs om zijn werk weer te laten stralen.’
Vorige week sloten we het jaar in stemming af, nu maken we al even stemmig een nieuwe start. Jan Vesters, die bovenstaande foto maakte in Haarlem, dacht dat de woorden ‘een aansporing waren voor de ambtenaren van het naastgelegen provinciehuis’. Wij lazen er een goed voornemen in. Net als in de slechts twee woorden die Cees Kamminga in Delft zag op een muur op het Doelenplein. Kamminga: ‘En de beste wensen voor een bloemrijk 2023.’ Daar sluiten we ons van harte bij aan.
Al wat is
We besluiten het jaar in stijl, al schuurt de inzender nadrukkelijk langs de randen van onze criteria. Maar voor één keer hebben we clementie. Marcus van Roode kraste deze tekst namelijk zelf in een oud deurpaneel, ‘als bijdrage aan een kunsttentoonstelling in Eindhoven’.
Het is wat
‘Alle wijsheid start met twijfel’, schrijft Frits van Oostenbruggen bij de foto die hij stuurde, ‘gevonden bij de strandafgang of duinopgang bij Beachclub Texel, De Koog.’ Kort maar krachtig. Geldt ook voor wat Niko Hoebe zag. Kort, maar geen half werk, aan het lijstje en de kruiskopschroeven af te lezen. Hoebe: ‘Gezien op boom aan de Groeneweg in Bergen.’
Van Zwolle zal ik blijven dromen
Even goed kijken, maar dan zie je direct dat het gedicht dat Jack Delmaar aantrof zich op een opmerkelijke plek bevindt. Delmaar: ‘Ik zag het op mijn ochtendwandeling.’ Geschreven met watervaste verf, op een auto dus. Wel gewoon op een bankje, als onderdeel van de Breinpadwandeling op Landgoed De Grote Beek in Eindhoven (waar zich ook de hoofdlocatie van de Eindhovense GGZ bevindt), zag Hans de Krijger behalve de naam van een Franse generaal een gedicht vol veelzeggende puntjes. Niet afgemaakt wellicht? Om te zien of het inmiddels een vervolg heeft, vult De Krijger aan: ‘De tekst staat op een bank bij punt 16 in de wandeling.’
Lees hier alle afleveringen van alle rubrieken van de pagina Taalgebruik! uit de Volkskrant.