Interview
Keramieken Canta, hét symbool van Amsterdam-Noord, te zien op de pont tijdens het Amsterdam Ferry Festival
Kunstenaar Koos Buster (31) brengt een ode aan de stadse invalidewagentjes, die in Amsterdam-Noord ook veelvuldig zonder medische indicatie worden gebruikt.
‘Ik sta nog helemaal te trillen’, zegt Koos Buster (31). De kunstenaar – warrige krullen, eendagsbaardje, grote glimlach – is net uit zijn recentste kunstwerk gestapt. Hij heeft zijn eigen verse ‘keramieken Canta’ in twintig minuten van zijn atelier bij het Amsterdamse NDSM-terrein naar de Ponthaven van het GVB (het Gemeentelijk Vervoerbedrijf in Amsterdam) gereden. Het was een van de spannendste ritjes uit zijn leven. ‘Alles rinkelde’, zucht hij, ‘en het stuur zit ook niet zo goed vast, geloof ik.’ Maar het is hem gelukt, eindelijk.
Naast Buster staat-ie te blinken: de Canta. Die stadse invalidewagentjes zie je veel in Amsterdam, vooral in Noord, omdat het wagentje mee mag op de ponten die het stadsdeel met de rest van de stad verbinden. Het wordt daardoor ook veelvuldig door mensen zonder medische indicatie gebruikt. Dit symbool voor Noord is momenteel dan ook te zien in de tentoonstelling Welkom in de Noord-Side van het Amsterdam Museum. Een gewone Canta dan.
Met je ogen half dichtgeknepen lijkt Busters Canta vrij gewoon. In traditioneel Ferrari-rood, gepersonaliseerd met een sportieve spoiler. Maar in het felle zonlicht is ook te zien dat de buitenkant van de Canta is gebobbeld. De stickers op de achterkant, twee voor Ajax, een met ‘I love my Canta’ zijn dik en vervormd. Binnen ligt een pakje Marlboro Gold dat iets te fel schittert in het zonlicht en vreemd groot is, net als de uitgedrukte glinsterende peuken ernaast.
Al zo’n acht jaar is Buster verzot op klei. Hij draagt dan ook met trots de zelfverzonnen bijnamen ‘Kleigod’ en ‘Minister van Keramische Zaken’. Een Canta stond al een hele tijd op Busters ‘kleilijst’, de lijst van dingen die hij in klei wil maken. Eerder heeft hij bijvoorbeeld al af kunnen vinken: een goed gevuld schoonmaakkarretje, brandblussers, bewakingscamera’s, stopcontacten, sigarettenpeuken, aanstekers, een kunstgebit, een verkeerspion, een scooter en een pinapparaat.
Toen Buster tien jaar geleden toelatingsexamen deed aan de Amsterdamse Gerrit Rietveld Academie liet hij een map vol tekeningen en schilderijen zien. Klei speelde geen rol in zijn leven. In het eerste jaar van die kunstacademie krijgen studenten les in de verschillende kunstdisciplines. Buster en zijn klasgenoten moesten hun eigen voeten namaken in klei. Een lastige opdracht, volgens Buster. Hij heeft ‘heel lastige voeten’, vindt hij, zo is bijvoorbeeld elke teen anders en zijn wreef is ‘heel hoog’. Hij was een volle maand bezig met de opdracht. Een natuurtalent is hij dus niet te noemen. Toch koos hij na die worsteling voor de richting keramiek. Met klei kon hij zijn schetsen gemakkelijk naar 3D vertalen. Bovendien vond hij dat binnen de afstudeerrichting ‘beeldende kunst’ veel te moeilijk over kunst werd gepraat: ‘Ik wil gewoon straks mijn kinderen kunnen uitleggen wat ik maak.’
Met een keramieken Canta zou hij afstuderen. Hij fantaseerde als keramist in spe over wat het allergrootste was wat hij zou kunnen maken in de keramiekoven van de Rietveld Academie. Buster woonde destijds in Amsterdam-Noord en had vanuit zijn kamer uitzicht op een bonte verzameling Canta’s. Hij kan er de schoonheid wel in zien, in die blokkige autootjes: ‘Ik hou bijvoorbeeld ook van de Fiat Panda, of de Peugeot 505.’ Op een dag mat hij met een rolmaat zo’n Canta op. Die bleek precies in de grootste keramiekoven van zijn school te passen. Het zou de perfecte meesterproef zijn.
Maar het liep anders. Terwijl Buster zich voorbereidde op zijn afstuderen, stapte zijn ex-geliefde uit het leven. De jonge kunstenaar was ‘helemaal kapot’. Hij kon helemaal niks meer, laat staan een Canta kleien. Langzaam klom hij uit dat dal, met hulp van zijn kunst. ‘Als ik in mijn atelier aan het werk ben, dan ben ik blij, dus ik besloot dat ik dat veel moest doen.’ In dezelfde tijd ontstond zijn groeiende reeks Sierborden van bijna alles wat ik niet leuk vind. Het was een tip van de psycholoog: schrijf je gedachten en frustraties van je af. ‘Ik ben zo leuk maar waarom voel ik me dan zo kut’, staat er dus op een van die sierborden.
Na het verlies van zijn ex-vriendin stelde de academie Busters afstuderen met een jaar uit. Zijn herstel duurde echter zo lang dat een Canta kleien niet meer in de planning paste. Uiteindelijk studeerde hij in 2018 af met een volledig ingerichte kamer met een presentatie sierborden, een ‘Monument voor de schoonmaker’ (het schoonmaakkarretje) en andere gekleide werken zoals een bewakingscamera. Die presentatie was spectaculair en bleef niet onopgemerkt. Het schoonmaakkarretje kwam in de kunstcollectie van AkzoNobel en inmiddels hebben ook Museum LAM in Lisse, Museum Voorlinden in Wassenaar en Museum Helmond kunst van Buster. Ook maakte hij een hele etalage vol kunst voor de Bijenkorf.
De Canta bleef op Busters kleilijst staan. En toen hij de kans kreeg een kunstwerk te maken voor op een Amsterdamse pont in het kader van het Amsterdam Ferry Festival, wist hij meteen wat het moest worden. Het ding is overigens niet in zijn geheel in de keramiekoven geweest: Buster heeft een kant-en-klare Canta bewerkt. Het interieur is gevuld met keramiek, op de buitenkant is dertig kilo synthetische klei geboetseerd en zijn details toegevoegd zoals de ‘stickers’.
Het resultaat noemt hij Monument voor de vertrekkende Amsterdammer. Want: ‘Waar vind je nou nog echte Amsterdammers?’ De stad wordt steeds duurder, gemeubileerd en wel aan expats verhuurd, ziet hij. ‘Ik ben er trots op dat ik hier ben geboren, maar ergens is dat stadse patriottisme natuurlijk ook lelijk en misplaatst. Met dit monument speel ik daarmee.’
Een poosje geleden werd hij benaderd door de Amsterdamse Galerie Vriend van Bavink. De galeriehouders waren benieuwd wat hij zoal deed als ‘Minister van Keramische Zaken’. Zo ontstond het plan een tijdelijk ‘Ministerie van Keramische Zaken’ te openen, waarvoor Buster veertien klei-collega’s uitnodigde. Want klei is sinds een paar jaar megahot.
Busters kunst is binnen de huidige kleitrend herkenbaar doordat ze realistisch is én tegelijk zo duidelijk gekneed, geen enkele lijn is recht. Dat komt doordat hij zo van schetsen houdt: ‘Als de lijnen niet recht zijn, dan lijken tekeningen wel tot leven te komen, te dansen.’ Dat spontane en wiebelige effect probeert hij na te streven. Dat gaat niet vanzelf, sommige details moeten precies kloppen: ‘Ik zoek de perfectie van de imperfectie.’
Misschien voelen Cantarijders zich straks wel belachelijk gemaakt als ze op de pont staan naast een Canta van klei, realiseert Buster zich. Maar hij meent het: ‘Dit is echt een viering van de Canta, van de Amsterdamse cultuur. Het is geen grap. Zeker na het overlijden van mijn ex-vriendin wil ik gewoon mensen blij maken met mijn kunst, ik wil het leven vieren, alles wat erbij hoort. Ook het lullige en alledaagse.’
Amsterdam Ferry Festival, kunstwerken van Koos Buster, Carina Ellemers, Martin La Roche en Jeannette Slütter op vier ponten in Amsterdam, 12 t/m 22/5.
Koos Buster (Minister of Ceramic Affairs) presents: The Ministry of Ceramic Affairs, met o.a. Koos Buster, Gijs Assmann, Sun Woo Jung, Isa van Lier en Tilmann Meyer-Faje. Galerie Vriend van Bavink, Amsterdam, t/m 28/5.
Lijn F1
De Canta van Koos Buster staat vanaf vrijdag op Lijn F1 tijdens het Amsterdam Ferry Festival. F1 is de meest oostelijke pont van Amsterdam, die tussen het Azartplein en de Zamenhofstraat vaart. Toepasselijk, vindt Buster: ‘Er schijnt een vete gaande te zijn tussen Amsterdam-Noord en -Oost over welk stadsdeel de meeste Canta’s heeft.’ Er zullen ook andere kunstwerken van Buster op de pont te zien zijn, zoals keramieken stopcontacten. Buster: ‘Daar zal ik vast een hoop mensen mee teleurstellen, als ze denken dat die stopcontacten echt zijn.’