Jong vrouwenlichaam in blanco staat
De Vlamingen vallen tegen op het Bossche Theaterfestival Boulevard. Maar Eindhoven boeit...
Den Bosch Bij een zilveren jubileum horen natuurlijk felicitaties en lovende woorden. Theaterfestival Boulevard kreeg het afgelopen weekeinde tijdens de opening in Den Bosch veel complimenten van lokale bestuurders en theaterdirecteuren.
Terecht: Boulevard – ‘het meest zuidelijke festival van het noorden’, in de woorden van directeur Geert Overdam – weet een groot publiek warm te krijgen voor vaak onvoorspelbare voorstellingen van avontuurlijk ingestelde makers. Het Bossche festivalpubliek laat zich bijna blindelings strikken voor soms gedurfde en geheimzinnige mensensafari’s langs duistere emoties.
Geen plek in de stad waar Boulevard niet zichtbaar is – van de stationshal tot de De Gruyterfabrieken (van de hagelslag). Die omvang zit het 25-jarige zomerfestival soms in de weg. Er is zoveel te zien dat missers niet kunnen uitblijven.
Zo ook dit weekeinde: de Vlamingen vielen tegen. Toch belemmert dit de organisatie niet in haar ambities. De Bossche cultuurwethouder verklapte zaterdag dat hij met Boulevard een Europees georiënteerde voorziening op wil zetten voor locatietheater. Hoe dit er precies gaat uitzien – het genre is inmiddels zo divers als er locaties voor handen zijn – bleef onbenoemd.
Dit jaar kleurden de Vlamingen – vaste Boulevard-gasten van net over de grens – het openingsweekeinde. Zowel regisseur/toneelschrijver Arne Sierens (Compagnie Cecilia) als choreograaf Koen Augustijnen (Les Ballets C de la B) maakten hun reputatie niet waar.
Met Ashes (‘assen’) bevestigde Augustijnen zijn positie als zwakker lid van het bekende Gentse collectief (voormalig huis van Alain Platel en Sidi Larbi Cherkaoui). Augustijnen hanteert de vertrouwde C de la B-formule (losjes gemixte aardse dans door een rennend, rollend, dansend en zwalkend ensemble, op verheven muziek, ditmaal van Händel) zonder ermee te toveren. Een paar ex-Rosas-dansers gaan los in grillig wankele motoriek.
Fascinerend maar geen hoogvlieger is Apenverdriet van de veel geroemde volkse theatermaker Arne Sierens (ook uit Gent). In zijn regie jagen twee fantastische actrices elkaar verbaal en fysiek op, door een rood belicht, draaiend decor van kale houten wanden: de 50-jarige Marijke Pinoy (Compagnie Cecilia) en de 30-jarige Wine Dierickx (Wunderbaum) spelen vastgelopen vrouwen van dito leeftijd.
Met zuigende woorden van Sierens proberen ze elkaar hardvochtig los te trekken uit de klei van levenstranen maar het uitgangspunt – ongenode gast blijft na feest hangen – is te bekend uit de wereldliteratuur en het toneelrepertoire om origineel en verrassend uit te pakken. Apenverdriet is vooral interessant als fysiek opgevoerde acteerstrijd tussen twee fonkelende actrices.
Ondertussen speelt het trio WAK in het tentjestheater op het Paradeplein een absurdistische parodie op mannelijke heroïek: Niets is echt moeilijk. Bijna woordeloos struikelen drie opgefokte kerels over alle in- en uitgangen van hun decor. Hun grootste vijand – gezichtsverlies – kijkt hen voortdurend grijnzend aan.
In alles een vrouwelijke tegenhanger is de première van de prachtig kwetsbare Who Cycle van United C. Waar dit Eindhovense multimediacollectief in kleine kring bekend staat om underground-achtige performances, presenteert het nu het jonge, naakte vrouwenlichaam in blanco staat van eenzame verleiding.
Deze vier naaktstudies, waarvan de laatste tussen honderden gebroken bierglazen, blijven boeien door de fijnzinnige afwisseling tussen intro- en extroverte beweging.
WHO Cycle bewijst dat Theaterfestival Boulevard – met meer dan twintig locaties in de stad – voor Brabantse makers steeds vaker een belangrijke poort wordt naar een groot publiek.