Jezus is dood

De gothische kathedraal van het Zwitserse Fribourg ziet er herfstachtig uit. De hoge onvoltooid gebleven toren reikt naar een hemel die er niet is....

Kees Fens

Hij ligt boven op de tombe uitgestrekt, zo onherroepelijk dood als ik het zelden heb gezien. Alles is voorbij. Aan het hoofdeinde staat Jozef van Arimatea, een geldbuidel hangt aan zijn gordel: hij was een rijk man. Hij staat bij zijn eigen graf, want dat had hij aan Christus afgestaan. De figuur aan het voeteinde kan Nikodemus zijn - de geheime leerling van Jezus -, maar hij is gekleed als een monnik, heeft een kruin en een baard. Zijn gezicht is van een haast lieflijke ingetogenheid. De twee houden samen Christus vast en staan op het punt hem in het graf te leggen.

Om het gebeuren heen staat een groep. Helemaal rechts een engel die het kruis waar de dode net van afgehaald is, met zijn linkerhand overeind houdt. In zijn rechterhand draagt hij de spijkers. Hij heeft neergeslagen ogen - als engel zal hij toch niet hebben geweten wat hij zag -en een vroom krullend kapsel rond zijn hoofd.

Helemaal links staat ook een engel, die de tweelingbroer van de andere lijkt. Wat hij in de hand houdt, weet ik niet; het lijken twee kleine haltertjes. Wat doen die engelen hier in dat late middaguur van de begrafenis?

Centraal staat de apostel Johannes. Hij behoedt de moeder van Jezus, Maria, nog maar net voor een val. Zij hangt aan hem, voorovergebogen, de armen recht naar beneden gestrekt, naar het graf toe. Als zou ze haar zoon nog aan willen raken. Maar ze lijkt ook zelf in het graf te willen.

Dramatischer heb ik het nooit gezien. Dit is het allergrootste verdriet om het allergrootste verlies.

Johannes weet zich geen raad. Naast Johannes staat een andere vrouw, misschien is het Maria Magdalena, zo verstild van verdriet dat ze er mooi van wordt. Nooit eerder is er om lijden zoveel geleden.

Wij zijn de enigen in de kerk, de onversierde ruimte is er een uithoek van, zoals die begrafenis zich indertijd terzijde afspeelde, in een godverlaten wereld. Het is doodstil. Ik voel me bijna een indringer. Op de graftombe staat '1433'. Al bijna zes eeuwen duurt dit drama.

Voor de graftombe zitten drie veel kleiner uitgevoerde losse figuren: zij slapen. Het moeten de soldaten zijn die op paasmorgen door wat de grootste gebeurtenis uit de christelijke geschiedenis zou worden, niet wakker te krijgen waren. Ze moeten deel uit maken van een andere groep. Misschien komt alles wel van een kerkhof of van een bedevaartplaats waar in de open lucht taferelen uit Jezus leven stonden verbeeld. Dat het hier om volkskunst gaat, is duidelijk. Vandaar die bijna ongegeneerde gevoelsuitingen, die kracht ook. Wij staan daar wat verpletterd. Jezus is dood.

Er is geen brochure of boekje in de kerk te vinden. We moeten gissen.

Waarom gingen we die kathedraal in op dat lege uur? We waren op doorreis. Maar in Fribourg ontdekte ik in de vorige plaats wat te zijn vergeten. We keerden en stonden voor de open deur. Binnen bleek dat ik nog veel meer was vergeten. Het toeval is een binnenweg naar het doel, schreef de dichter.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden