'Je moet leerlingen de voeten wassen zoals Jezus deed'
'Kun je een half uur vullen met je eigen broekriem?' Daar komt het acteren in essentie volgens Anne Buurma op neer. Hij was tot het najaar van 1999 verbonden aan de Arnhemse toneelschool als 'studieleider' - toen werd hij ontslagen. Met zijn uitgesproken theatervisie inspireerde hij groepen als Dood Paard en 't Barre Land. Voor het eerst praat hij over de achtergronden van zijn ontslag. Te intiem met studenten? 'Te succesvol.'
Acteurs moeten geen interviews geven, zegt hij stellig, die leiden alleen maar tot 'gemakzuchtige levensbeschrijvingen gevolgd door de stelling dat ze met de laatste regisseur zo goed gewerkt hebben'. Pr-praatjes zijn het. 'Over het acteren als innerlijke bezigheid hebben ze toch niks te melden.' Anne Buurma (45) kan het weten: niet alleen is hij gelouterd toneel-, televisie- en filmacteur, twaalf jaar lang was hij 'studieleider' van de Arnhemse toneelschool. Uit de visie waarmee hij daar de leergang vormgaf, kwamen eigenzinnige toneelgroepen voort als Dood Paard, 't Barre Land en Monk. Buurma weet als geen ander wat het vak van acteren behelst.
Tenminste, voor zover je van een vak kunt spreken. 'Een ambacht is het niet', meent hij. Acteurs zijn tenslotte maar mensen die andermans ideeën vertolken. En daaraan ligt allerminst een 'objectieve techniek' ten grondslag, die acteurs in opleiding zich eenvoudigweg eigen dienen te maken.
Waarmee hij maar zeggen wil dat het aanleren van het vak geen sinecure is. In lunchuitspanning Het Kalfje in Amsterdam trekt hij meteen van leer, met de van hem bekende recalcitrantie. Vlakbij ligt het studentencomplex Uilenstede, waar hij tussen '74 en '78 woonde toen hij politicologie studeerde aan de VU. Anne Buurma - hij speelde een op het lijf geschreven vredesactivist in de IKON-serie Sanne van Eric Oosthoek en vertolkte indrukwekkend de figuur van Nescio's Japie in De Uitvreter van Jan Keja.
'Je moet per leerling zien waar de start zit', zegt Buurma. En dan maar voeren: de acteur in spe belagen met een enorme hoeveelheid toneelervaringen, hem of haar voortdurend 'in artistieke probleemsituaties' brengen. 'Op die manier komen ze vanzelf langs alle facetten waar zo'n situatie uit bestaat: fantasie, taal, beweging, emotie, samenspel.'
Zijn onderwijsvisie is ontstaan tijdens zijn politicologiestudie. Daar leerde hij inzien hoe mensen hun bestaan inrichten en welke belangen en behoeften daarbij komen kijken. Maar na drie jaar theoretische studie kreeg hij behoefte aan 'verinnerlijking'. Buurma werd acteur omdat hij meer vat wilde krijgen op de menselijke psyche.
De essentie van acteren, volgens hem: je staat in een ruimte, er kijken tien mensen naar je, en er is een bepaalde tijdspanne die je met een object - 'of anderszins artistiek' - moet zien door te komen. Bij voorkeur zo economisch mogelijk.
'Niets doen, daar gaat het om', zegt hij. 'Als het lukt, komt er vanzelf een lach, een spanning, een tekst of een handeling. Daar reageer je dan weer op en gaat het zaakje rollen.'
In de praktijk betekent dat, dat hij aan een leerling vraagt: 'Kun je een half uur vullen met je eigen broekriem?'
Of beter gezegd vroeg, want de docent Buurma is niet meer. Althans niet in de formele positie van studieleider aan de toneelschool van Arnhem.
Seksuele relaties
Anne Buurma werd er drie jaar geleden 'uitgetrapt'. Hij was te succesvol, zegt hij zelf. Het is voor het eerst dat hij er in de openbaarheid over praat - maar niet in detail, hebben zijn advocaten hem opgedragen. Buurma werd op staande voet ontslagen door het bestuur van de Hoge School voor de Kunsten, gesteund door het vaste docententeam van de toneelopleiding. Zijn collega's vonden dat hij doorsloeg in zijn vernieuwingsdrift. Kritiek die ook werd geuit in twee vergaderingen na de zomer van 1999: Buurma onderwees het vak niet genoeg, de leerlingen die hij had afgeleverd waren ondermaats en zijn 'persoonlijke leefstijl' stond hen niet aan.
Zijn persoonlijke leefstijl: daarmee werd op een verhullende manier verwezen naar de seksuele relaties die Buurma aanging met leerlingen.
Heeft u het uzelf daar niet extra lastig mee gemaakt?
'Het is een leuk gerucht, dat mijn imago zeer ten goede komt.'
Niet waar dus?
'Het is nooit in termen gegaan van: nu heb ik macht over leerlingen, of als het maar niet ontdekt wordt. Ik was alleen de enige op school die er openlijk voor uitkwam.'
Buurma, die op zijn zeventiende als ideale leerling van het lyceum kwam, kent de 'morele dam die men ten aanzien van erotiek opwerpt' maar al te goed uit zijn gereformeerde jeugd. Hij heeft op velerlei wijze geëxperimenteerd met seks en ziet daar niks slechts in.
Op de vraag of zijn neiging tot intimiteit met studenten wellicht voortkomt uit zijn leervisie, schiet hij in de lach. 'Nee. Ik geloof dat dat meer een karaktertrek van mij is. Dat staat daar los van.'
'Autonome krachten'
Hij wil leerlingen stimuleren in hun persoonlijke zoektocht; Buurma benadrukt dat het altijd weer om een 'autonoom proces' gaat - 'wat een radicaal andere gedachte is dan: jij komt een school binnen, jij kan niet spelen en ik kan het je leren.'
In plaats van een toeleveringsbedrijf voor de toneelindustrie kan een opleiding een plek zijn waar nieuwe ideeën en impulsen vandaan komen, daarvan is hij overtuigd. 'Maar je moet leerlingen dan wel als autonome krachten benaderen. Je moet hun voeten wassen zoals Jezus deed, zeg maar. Niet ik ben de meester, maar jullie. En als ik jullie kan helpen om ver boven mij uit te stijgen, heb ik mijn doel bereikt.'
Veel studenten slaagden daar ook in en gingen vervolgens aan de slag bij Dood Paard, 't Barre Land, Monk en Hotel Modern (Arleine Hoornweg, Pauline Kalkar), of bij de kersverse gezelschappen Montana (Linda Olthof en Jan Fabre) en Douk Douk (Irma Nijenhuis, mede-oprichtster van Dood Paard). In twaalf jaar tijd bracht de Arnhemse toneelschool zo'n zeven zelfstandig opererende theatergroepen voort. 'Arnhem' heeft daarmee een onuitwisbaar stempel op het toneellandschap gedrukt.
Zijn succes werd hem door de oude garde op school niet in dank afgenomen, zegt Buurma. 'Na twaalf jaar was men het zat - die vernieuwingen. Want het begon te lopen. Het werd een school met een eigen stijl en aanpak. Je kon de clash zien aankomen.'
Bovendien waren er oud-leerlingen van hem die als docent dreigden terug te komen op school. 'Die gaven al les in de selectiecursussen en gingen zich bemoeien met welke nieuwe leerlingen er toegelaten zouden worden. Oscar van Woensel, Manja Topper en Maureen de Jong bijvoorbeeld.' Maar naar de mening van het vaste docententeam waren juist die leerlingen niet in staat om toneel te spelen, laat staan om les te geven.
Buurma: 'De dreiging van die golf aan nieuwe impulsen zagen ze op zich afkomen vlak voor hun pensioen. Daarom hebben ze me eruit gewerkt.'
Na de zomer, nu drie jaar geleden, barstte de bom. Dat hij destijds ook een 'manipulator' werd genoemd, verbaast hem niks. En trouwens, wat is er mis met manipulatie? 'Als je iets gedaan wilt krijgen, zul je charme moeten aanwenden, moeten manipuleren.'
Hij mist het onderwijs overigens 'totaal niet' - om vervolgens te laten vallen dat hij zijn toneelschool-ideeën spoedig elders wil gaan realiseren. In Spanje heeft hij een stuk grond; daar wil hij mensen samenbrengen. 'Dat zit er bij mij toch in: die lol van wat een school kan zijn. Een samenkomst, een samenscholing, of eigenlijk een school vissen, dat vind ik het mooiste wat er is.'