Je bewustzijn op een server
Op de laatste dag van het leven van Ben Oosterweeghel breekt de lente door. Hij besluit er, leunend op een houten weidehek, uitkijkend over het boerenland, van te genieten. Lauwe wind en de geur van voorjaarssloot. Een ogenblik lang is hij volmaakt gelukkig.
Opgesloten in een computer
Extra wrang is het dat juist Ben enige tijd later wakker wordt in iets wat hij omschrijft als een zwart gat, waartoe geen enkele sensatie kan doordringen. Wat blijkt: zijn lichaam is begraven maar zijn bewustzijn is opgeslagen in een server.
Misschien heeft Erik Nieuwenhuis (1964) de film Transcendence (2014) gezien, waarin het bewustzijn van Johnny Depp wordt 'geüpload'. Zeker is dat de schrijver zich voor zijn derde roman liet inspireren door het ambitieuze, door de Europese Unie gefinancierde, The Human Brain Project, dat ict met neurowetenschappen wil verbinden.
Opgesloten
Je moet het maar durven: je hoofdpersoon beroven van elk zintuig en opsluiten in een computer. Bewonderenswaardig hoe Nieuwenhuis Ben, bij gebrek aan gestalte, tóch gestalte weet te geven. Ben heeft alle tijd voor lezenswaardig gefilosofeer over liefde, god en het leven, maar tegelijkertijd is niets menselijks hem vreemd: uiteindelijk raakt hij bezeten door zijn verlangen naar seks en HEMA-rookworsten.
Maar het nieuwe aan het wonder Ben is er, net als bij elke gadget, snel af. En dan begint Nieuwenhuis te hinken op twee gedachten. Voor de tech savy geek wordt de technologische component niet grondig genoeg uitgewerkt, terwijl het voor de lezer op zoek naar psychologische diepgang te veel over koetjes en kalfjes gaat. Nieuwenhuis' humorvolle, realistische stijl kan dat niet compenseren. Wat rest is niettemin verdienstelijk: Ben levert denkstof op over een toekomst die misschien wel dichterbij is dan we denken.