InterviewViolist Janine Jansen

Janine Jansen: ‘In de muziek is breekbaar zijn iets moois, waarom dan aan de buitenkant een superwoman zijn?’

Janine Jansen in TivoliVredenburg Beeld Jan Mulders
Janine Jansen in TivoliVredenburgBeeld Jan Mulders

Nederlands bekendste violist (41) wil minder optreden, maar is vanaf volgende week terug op het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht.

Merlijn Kerkhof

‘O, wil je het daar over hebben?’ Ineens verandert haar spreektempo, maakt ze haar zinnen niet meer af. De aanleiding voor het interview met Janine Jansen (41), Nederlands bekendste violist, is een fijne: ze is vanaf volgende week weer te horen tijdens het Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht (IKFU). Maar op het podium staan, was de laatste twee jaar helemaal niet zo vanzelfsprekend. Van april tot eind augustus 2018 was Jansen uit de running. Deze zomer moest ze een Zuid-Amerikaanse tour en het openingsgala van het Concertgebouworkest afzeggen.

‘Het ging op een heel stomme manier’, zegt ze op een maandagmiddag, hoog in TivoliVredenburg, met uitzicht op de stad waar ze studeerde en haar vader organist was van de Domkerk. ‘Ik was van een boot gesprongen en niet goed terecht gekomen. Ik viel precies op mijn linkerhand.’ Ze wrijft langs de zijkant, haar pink. ‘Ik had niks gebroken, maar ik voel het nog steeds. Na het herstel ben ik toch weer te fanatiek gaan spelen.’

Als u concerten afzegt, denkt iedereen meteen: burn-out.

‘Ik snap die reactie. In 2010 ben ik er lang uit geweest door een burn-out, en toen kwam ook nog eens die film uit (de documentaire Janine van Paul Cohen, waarin te zien is hoe zwaar Jansens tourschema’s waren; de voortekenen van een burn-out dienden zich aan, red.). Ik snap ook dat mensen nu denken: hmm, hand, hmm. Dat was het wel degelijk, maar door zo’n blessure komen wel een hoop dingen weer terug.’

Zoals?

‘Dingen die zo vanzelfsprekend zijn, altijd doorgaan met spelen, kunnen opeens niet meer. Dan ga je nadenken over waar je mee bezig bent, wat wil ik? Die periode heeft geleid tot de beslissing om minder concerten te geven, meer op één plek te zijn, misschien op een andere manier dingen te kunnen delen dan op het podium. Deze zomer ben ik begonnen met lesgeven. Ik hoef niet meer 120 concerten te geven, 60 is ook goed.

‘Afzeggen is verschrikkelijk. Je weet niet hoe schuldig ik me elke keer weer voel… Het gaat nu heel goed met me. Ik heb meer energie. Ik kan nog net zoveel geven op het podium, maar het herstel na een concert duurt langer. Ik merk dat ik wat ouder word. Het lijkt alsof de tijd steeds sneller voorbijvliegt.

‘Toen ik die burn-out had, voelde het alsof ik faalde, ik was een zwakkeling. Waarom kan iedereen concerten geven, maar kan ik het niet? Zwakheid vond ik slecht. Het gekke is: in de muziek is zwakheid tonen, breekbaar zijn, juist iets supermoois. Dus waarom moet je aan de buitenkant dan een superwoman zijn? Dat is wel raar.’

null Beeld Jan Mulders
Beeld Jan Mulders

Hoe kijkt u terug op die documentaire?

‘Ik heb hem al een tijd niet meer bekeken, maar toen hij uitkwam, vond ik hem natuurlijk heel confronterend, lastig om te zien. Paul Cohen heeft in de jaren dat hij me volgde natuurlijk heel veel materiaal geschoten, hij kon perfect uitzoeken: dit stoppen we erin. Aan de andere kant: de documentaire is wel eerlijk, het is allemaal gebeurd, alles is wel gezegd. Ik was toen niet sterk genoeg om mijn grenzen te bewaken.’

Tegenover?

‘De platenmaatschappij, promotors, tegenover mezelf vooral. Ik sta nu bewuster in het leven. Ik wilde altijd aardig, goed, makkelijk, meegaand gevonden worden. Misschien heeft mijn hele familie dat wel een beetje. Ik ben beter geworden in nee zeggen. Al ben ik niet ineens een verschrikkelijke heks of zo.’

Vindt u het nog wel leuk om met die koffer met tien vioolconcerten de wereld over te reizen?

‘De koffer met muziek vind ik niet erg, maar dat leven op vliegvelden en hotels… Als mensen horen dat ik 80 of 90 concerten geef, denken ze misschien: dat valt toch allemaal wel mee, dan ben je vast genoeg thuis. Maar als je dat reizen erbij rekent, valt het tóch niet zo mee. Weer die onzekerheid hè, dat mag ik toch niet vinden? Maar eigenlijk mag ik het best veel vinden, probeer ik tegen mezelf te zeggen.

‘Ik ben nog steeds een beetje op zoek naar de groundedness, een plek hebben tussen concerten door. Daniel (Blendulf, haar man, red.) en ik wonen nu in Utrecht en Stockholm. We willen ons vestigen in Zwitserland. Ik ben deze zomer begonnen aan een klein conservatorium in Sion. Ik heb op dit moment een klein klasje, drie leerlingen, misschien dat ik dat iets ga uitbreiden vanaf volgend jaar.’

Hoe vaak ziet u die studenten dan?

‘Ik ben er twee weken per maand, dus tussen mijn concerten door ben ik vrijwel altijd daar. Ik wilde niet zo’n leraar worden die een keer in de maand een dag langskomt en de leerlingen aan hun lot overlaat. En ik heb hiervoor nooit lesgegeven, ik moet dit zelf ook nog leren.’

Hoe bent u als docent?

‘Ik probeer het woord lesgeven te vermijden. Dat klinkt als: ik weet alles en ga jou zeggen hoe het moet. Ik ben liever coach of mentor. Leerlingen zelf laten luisteren lijkt mij het belangrijkst. Zij moeten met hun overtuigingen en oplossingen komen, ik moet hen helpen die te ontwikkelen.’

Bent u niet te aardig om docent te zijn?

‘Misschien nog wel, haha. Ik ben misschien wel aardig, maar ik zal tijdens een les of repetitie iemand niet loslaten als iets muzikaals naar mijn gevoel nog niet klopt. Het is zo persoonlijk wat werkt. Ik denk niet dat elke leerling bij mij past, of iets van mij zal leren.’

Waarom Zwitserland eigenlijk?

‘Het is goed voor mij, de natuur, de lucht, de ruimte en rust. Ik kom daar al sinds ik een babytje was. Mijn familie is gek op Zwitserland. In de zomer gingen we er altijd wandelen. Ik denk dat ik mijn ouders en broers meer zal zien als ik daar woon, dan komen ze wel, haha.’

Na Tweede Kerstdag begint ‘haar’ IKFU weer. In 2016 nam ze afscheid en droeg ze het artistiek leiderschap over aan cellist Harriet Krijgh, maar zij stopte na twee edities. De bezoekcijfers vielen tegen; het festival zou terugverhuizen van de zomer naar de winter, wat niet te rijmen viel met Krijghs schema.

Voelde u zich niet een beetje belazerd?

‘Nee, dat woord komt niet in me op. Maar ik dacht wel: o jee. Het was een grote beslissing geweest om afscheid te nemen, en dat slot voelde zo goed, met het publiek dat voor me zong. En toen lag het ineens weer open. Ik heb dat festival dertien jaar geleid, ik wilde dat het zou voortleven, gekoesterd zou worden. Het was al snel duidelijk dat ik deze editie moest doen. Volgend jaar heb ik de leiding samen met Amihai Grosz, solo-altviolist van de Berliner Philharmoniker en een goede vriend van mij. De editie daarna doet hij alleen. Daarna gaan we werken met wisselende curatoren. Maar ik blijf medebepalen wie er komt.’

Iets anders: wanneer verschijnt er weer eens een album? Uw laatste handelsopname, met het Vioolconcert van Brahms, dateert van dik vier jaar geleden.

‘Alweer zo lang ja? Er komt wel weer een album, volgens mij meerdere. De focus was even ergens anders, wel bij muziek, maar niet bij cd’s. Ik vind: als je iets opneemt, dan moet álles moet kloppen. Ik hou niet van: oké, nu moeten we dit voor elkaar krijgen in die anderhalve dag… Over een half jaar ga ik het Eerste vioolconcert van Sjostakovitsj opnemen met Valery Gergiev en het Concertgebouworkest.’ Korte stilte. ‘Je kijkt niet heel enthousiast? Haha!’

Ja wel! Heel erg. En Sibelius en Szymanowski graag.

‘Ja, het Vioolconcert van Szymanowski wil ik ook heel graag doen, een van mijn lievelingsstukken, zo kleurrijk.’

Op een concert als dat van Szymanowski zal uw stempel wellicht nog groter zijn, omdat het niet het allerbekendste stuk is.

‘Ja, misschien. Het staat bovenaan mijn lijstje. Maar de echte noodzaak van albums uitbrengen, voel ik minder. Ik had gisteren een concert in Dortmund, dat werd ook opgenomen in beeld en geluid en live gestreamd; er wordt zoveel vastgelegd dat ik me afvraag wat de meerwaarde is van een studio-opname. Soms wordt er in zo’n setting veel gestresst en gehaast, terwijl je voor een gewone serie concerten wel alle tijd hebt.’

null Beeld Jan Mulders
Beeld Jan Mulders

Ik herinner me van de beruchte documentaire dat u gefrustreerd raakte bij het opnemen van Bach, uit perfectionisme. Levert het dan ook extra stress op als een concert wordt opgenomen?

‘Het hangt ervan af. Ik moet zeggen: bij het concert gisteren, voelde ik me heel vrij. Maar het kan ook dat je wat meer gespannen bent. Iedereen kan het zien, maar ja, in de zaal zitten zoveel mensen die allemaal een kaartje hebben gekocht. Ik ben niet zo iemand die makkelijk zegt: oké, neem maar op. Want waarom? Het heeft toch ook iets moois: de mensen die op dat moment in de zaal zijn, daar deel je iets mee. Dat blijft voor altijd. Tenzij ze je meteen als ze naar buiten lopen weer vergeten zijn.’

Een ander stuk dat ik graag terug zou horen, is het Vioolconcert van Alban Berg. Uw uitvoering daarvan met het Concertgebouworkest en dirigent Daniele Gatti, die vorig jaar na beschuldigingen van seksueel wangedrag werd ontslagen, was magistraal.

‘Het is een beladen onderwerp, moeilijk. Ik heb heel fijne, goede concerten met hem gespeeld, hij is een geweldig musicus. En… Ik vind het heel lastig om iets over die #MeToo-dingen te zeggen. Ik heb absoluut niets in die richting met hem meegemaakt. Ik weet ook niets van wat er verder is gebeurd. Maar als mensen hun machtspositie misbruiken, dan is het logisch dat daar consequenties aan verbonden zijn. Ik vind het een heel pijnlijke situatie.’

Stel dat hij u belt om te vragen om nog eens met hem samen te werken, zou u dat dan doen?

‘Hij dirigeert nog volop in Duitsland en Italië hè? Oef. Ik zou er goed over na moeten denken. Zo’n beslissing heeft best wat consequenties voor hoe er tegen je wordt aangekeken. Ik kan me voorstellen dat als je dit in de krant schrijft, er mensen zijn die denken: ze had meteen ‘nee, natuurlijk niet’ moeten zeggen.’

Heeft u nog contact met hem gehad?

‘Nee. Maar ik speelde een paar maanden na dat ontslag in Seoul. Zijn naam stond op mijn kleedkamerdeur. Kennelijk was hij er de avond ervoor geweest.’

Janine Jansens Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht (o.a. in TivoliVredenburg) begint op 27/12 en duurt t/m 30/12. Info: kamermuziekfestival.nl

CV

1978 Geboren in Soest

1984 Les van vioolpedagoge Coosje Wijzenbeek, daarna studie bij Philippe Hirschhorn aan het Utrechts Conservatorium

2003 Debuutalbum bij Decca, begint Internationaal Kamermuziekfestival Utrecht (IKFU) en winnaar Nederlandse Muziekprijs

2004 Opname Vivaldi’s Vier jaargetijden wordt downloadhit, bijnaam ‘Queen of the Download’

2010 Krijgt een burn-out, documentaire Janine verschijnt

2016 Neemt afscheid van IKFU

2018 Johannes Vermeerprijs, staatsprijs voor de kunsten

Janine Jansen is getrouwd met de Zweedse dirigent en cellist Daniel Blendulf en woont afwisselend in Utrecht en Stockholm.

Drie violisten over waarom Janine zo goed is

Wat maakt Janine Jansen zo goed? Bij haar veertigste verjaardag spraken we drie collega’s. ‘Ze speelde zó fantastisch. In de auto op weg naar huis heb ik alleen maar gehuild.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden