profielShula rijxman
Is oud NPO-baas Shula Rijxman gewoon een vaardig lobbyist of maakte zij zich schuldig aan netwerkcorruptie?
Shula Rijxman stond in haar tijd als bestuursvoorzitter van de NPO bekend om het kordate handelen. Nu komt ze, inmiddels wethouder in Amsterdam, aan bod in twee onderzoeken naar mogelijke belangenverstrengeling. Een vaardig lobbyist, of schuldig aan netwerkcorruptie?
Eind mei dit jaar werd Shula Rijxman, Hilversumse mediarot, in het Amsterdamse stadhuis de Stopera gepresenteerd als nieuwe wethouder namens D66. Haar portefeuille: publieke gezondheid, ict en lokale media. D66 is verguld met Rijxman en spreekt van iemand met ‘ruime bestuurlijke ervaring en een hart voor de publieke zaak’.
Twee maanden later heeft de 62-jarige Rijxman, tot eind 2021 bestuursvoorzitter van de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) vooral vragen te beantwoorden over haar arbeidsverleden. Reden: na haar installatie als wethouder zijn er twee officiële onderzoeken geopend die zich richten op mogelijke belangenverstrengeling bij de NPO, in én na de tijd dat Rijxman er bestuursvoorzitter was.
Wie is Shula Rijxman en hoe heeft ze het tot wethouder geschopt? Is het een begenadigd lobbyist, zoals haar bewonderaars stellen, of iemand die zich schuldig maakt aan ‘netwerkcorruptie’, zoals PVV-Kamerlid Martin Bosma afgelopen juli beweerde? En: hoe innig is haar relatie de afgelopen jaren met D66 geweest?
De Volkskrant sprak elf oud-collega’s van Rijxman uit haar Hilversumse mediatijd. Sommigen spraken op basis van anonimiteit, omdat zij kritisch zijn en Rijxman ‘nog te veel vrienden heeft in Hilversum’. Anderen willen wel met hun naam in de krant.
Een deel van hen is enthousiast over Rijxman (‘Een heel prettig mens’). Anderen schetsen een oud-bestuursvoorzitter die het vooral van haar netwerkkwaliteiten moet hebben. Rijxman is iemand die de juiste mensen in de media en politiek voor zich weet te winnen, stellen deze oud-collega’s. Daarbij hield ze niet altijd de gepaste afstand die van een NPO-bestuursvoorzitter verwacht wordt. Zo probeerde ze niet alleen de NPO vooruit te helpen, aldus de oud-collega’s, maar ook zichzelf.
Lef en gedrevenheid
Rijxman groeide op in Bussum in een Joods, intellectueel gezin. Haar ouders overleefden als tieners de Holocaust. Rijxman heeft twee zussen, onder wie de bekende actrice Lineke Rijxman. In 2018 vertelt Shula in de Volkskrant dat ze een onveilige jeugd heeft gehad. Het gezin gaat gebukt onder een gewelddadige en liefdeloze vader. Met haar moeder heeft Rijxman een betere band, maar die overlijdt al vroeg, vol ‘mentale pijn’, mede veroorzaakt door het ongelukkige huwelijk.
‘In dat milieu was ik degene die sigaretjes rookte op mijn 13de en niet goed op school was’, zegt Rijxman over haar kindertijd in het tijdschrift Zin Magazine. Rijxman haalt een mavodiploma en gaat daarna meteen aan het werk, eerst als leerling-journalist bij tv-gids Televizier, vervolgens in de marketing- en communicatiesector.
‘Met lef en gedrevenheid kun je ook ver komen’, vertelt Rijxman in een interview met Trouw. Dat blijkt: de ambitieuze Rijxman gaat halverwege de jaren negentig naar de bank met een naar eigen zeggen ‘leuterverhaal’ en weet een lening van 200 duizend gulden los te peuteren. Met dat geld richt ze haar eigen communicatiebureau (Martsell) op. Het wordt een winstgevend bedrijf dat ze in 2001 verkoopt aan tv-productiemaatschappij IDTV. De productiemaatschappij houdt Rijxman in dienst en promoveert haar uiteindelijk tot ceo.
Vanaf dat moment gaan de poorten in Hilversum open voor de hemelbestormende Rijxman: in 2012 stapt ze over naar de NPO, eerst als lid van de raad van bestuur, en van 2016 tot eind 2021 als bestuursvoorzitter. Dat is een invloedrijke plek, want in Hilversum werkt het zo: de NPO is de zon waaromheen alle omroepen en tv-producenten draaien. Inhoudelijke zeggenschap over programma’s heeft de NPO niet, maar het bestuur is wel verantwoordelijk voor de financiering van omroepen en de verdeling van uitzendtijden.
Met die middelen in handen kan een bestuursvoorzitter van de NPO een stempel op de publieke omroep drukken. Dat leidde in het geval van Rijxman tot de nodige kritiek, maar ook bewondering.
‘Een kordate dame’, oordeelt Jan Slagter, directeur van Omroep Max, over Rijxman. Net als veel anderen in Hilversum maakte Slagter regelmatig een wandeling met Rijxman door de Hilversumse bossen om de laatste ontwikkelingen door te nemen. Slagter herinnert zich vooral Rijxmans ‘directheid’. Slagter: ‘Ze wist wat ze wilde. Het ging niet over koetjes of kalfjes maar over haar visie.’
Mede dankzij die visie lukt het Rijxman om het kijkcijferaandeel van de NPO tussen 2016 en 2021 op te krikken van 32 naar 36,3 procent, het hoogste percentage sinds 2002. Dat doet ze onder meer door verjonging: zo verleent Rijxman meer zendtijd aan de populaire satiricus Arjen Lubach. Ook haalt ze geld weg bij het geschiedenisprogramma Andere Tijden – tot grote ergernis van de vaak oudere, hoogopgeleide kijkers – en schuift dat door naar het meer laagdrempelige Het verhaal van Nederland, dat per aflevering rond de 2 miljoen kijkers trekt.
NPO-topman Frans Klein, die jarenlang nauw samenwerkte met Rijxman, is nog steeds vol lof over de gedurfde keuzes die zijn oud-collega destijds maakte: ‘Kijkers van de publieke omroep worden steeds ouder. Wil je dat ombuigen, dan moet je bestaande zekerheden ter discussie stellen: Shula was echt van de acties, niet alleen van de notities.’
Ook betoont Rijxman zich een vaardig lobbyist in Den Haag. Onderdeel van Rijxmans werk is er voor te zorgen dat politici niet te veel beknibbelen op de subsidie – jaarlijks ruim 800 miljoen euro – voor de NPO. Een flink netwerk in politiek Den Haag is daarbij onontbeerlijk.
‘Als bestuurder van de NPO was het opkomen voor de belangen van deze organisatie een belangrijk deel van mijn werk’, stelt Rijxman in een reactie aan de Volkskrant. ‘Ik ben destijds mede op deze competentie en mijn vermogen een netwerk op te bouwen en te onderhouden geselecteerd.’
Bezuinigingen voorkomen
Ook andere Hilversumse collega’s zien een ‘goede netwerkster’ en zien ‘de halve wereld’ bij Rijxman op kantoor langskomen. ‘De ene dag columnist Afshin Ellian. De volgende dag Jort Kelder. Dan weer Femke Halsema of Jack de Vries. Ze weet al die mensen aan zich te binden.’
Welk profijt ze trekt van dit netwerktalent blijkt bijvoorbeeld uit de strijd die Rijxman in 2019 voert met toenmalig minister Arie Slob (Media). Tijdens zijn ambtstermijn zint Slob meerdere keren op een forse verlaging van het NPO-budget. Rijxman keert zich daar openlijk tegen. ‘Het Nederlandse publiek verdient beter’, schrijft ze in een blog. Uiteindelijk lukt het Rijxman om ‘in goed overleg met Den Haag’ al te grote budgetkortingen af te wenden, vertelt ze tijdens een speech in Hilversum.
Maar die behendigheid om relaties te cultiveren in Den Haag en Hilversum heeft een keerzijde, vertellen oud-collega’s. Zij stellen: de modus operandi van Rijxman heeft veel weg van netwerkcorruptie, het fenomeen waarbij leden van informele netwerken elkaar – op onduidelijke gronden – voordelen gunnen.
Vorig jaar augustus verklaarde Rijxman tijdens een speech bij de opening van het nieuwe tv-seizoen dat de onafhankelijkheid van de publieke omroep ‘ons grootste goed’ is. Niet veel later kwamen de eerste berichten naar buiten die twijfel zaaien over Rijxmans onafhankelijkheidsverklaring. Eind vorig jaar onthulde het onderzoeksplatform Follow The Money dat Rijxman duizenden euro’s betaalde aan ex-politicus Femke Halsema, VVD-spindoctor Jan Driessen en CDA-communicatiestrateeg Jack de Vries voor speeches en communicatieadvies.
Volgens een oud-collega had Rijxman hiermee een verborgen motief: ‘Shula probeert mensen vaak instrumenteel te benutten. Ze maakte er geen geheim van dat ze mensen als Jan Driessen, Jack de Vries en Femke Halsema inhuurt om toegang te krijgen tot hun politieke partijen.’
Rijxman zegt ervan te schrikken dat er ‘op basis van anoniem gelekte gegevens’ conclusies worden getrokken. Zij stelt dat de oud-politici die zij inhuurde actief waren als adviseur en voor hun diensten ingehuurd konden worden als ‘zelfstandig ondernemer of als partner van een bureau’.
De met name in de media gewekte voor-wat-hoort-watdimensie van Rijxmans relaties met politici is sinds haar overstap naar het Amsterdamse college nog nadrukkelijker naar de voorgrond gekomen. Recente onthullingen in de BNR-mediapodcast Koster & Van Dijk, van journalisten Mark Koster en Ton F. van Dijk, spelen daarbij een belangrijke rol.
Begin juni brachten ze het nieuws dat Rijxman een vriendschappelijke relatie heeft met Marjan Hammersma, topambtenaar van het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW). Het tweetal boekte onder meer samen hotelkamers voor een gezamenlijke vakantie.
Dat is opmerkelijk, omdat in 2020 een klokkenluider zich bij Hammersma had gemeld om te vertellen over schimmige constructies waarmee de NPO het eigen salarisplafond zou ontwijken. Na zijn klacht hoorde de klokkenluider, die niet wist dat Hammersma dik was met de baas van de NPO, niets meer van het ministerie. Aan Koster en Van Dijk liet de klokkenluider weten dat hij zich nooit bij Hammersma had gemeld als hij van haar band met Rijxman had geweten.
Rijxmans opvolger, de huidige NPO-bestuursvoorzitter Frederieke Leeflang, liet daarop weten dat het ‘verstandig’ was geweest als haar voorganger melding had gemaakt van de privérelatie.
Twee weken later gaf minister Robbert Dijkgraaf van OCW opdracht aan de Auditdienst Rijk, de interne controleur van het kabinet, om onderzoek te doen naar de gang van zaken rondom de klokkenluider. Hoe is hij/zij opgevangen door de ambtenaren van OCW? ‘Dit onderzoek richt dus niet op mij, maar op het departement van OCW’ benadrukt Rijxman.
Vakantie met de staatssecretaris
Nog geen maand later, op 7 juli, volgde een nieuwe onthulling van Koster en Van Dijk. Hammersma blijkt niet de enige op het ministerie van OCW met wie Rijxman een innige relatie heeft. Ook Sander Dekker (VVD), voormalig staatssecretaris van OCW, blijkt een vriend. In 2017 gingen Rijxman en Dekkers – die op dat moment demissionair is, maar nog wel verantwoordelijk voor Media – op vakantie naar Israël.
Toevallig vindt op diezelfde 7 juli in de Tweede Kamer een debat plaats over Rijxmans relatie met topambtenaar Hammersma. Ook de nieuwe onthulling van Koster en Van Dijk wordt in de Kamer behandeld. SP-Kamerlid Peter Kwint vraagt zich af wat de privérelatie zegt ‘over de politieke sensitiviteit van de boven ons gestelden’. D66’er Sjoerd Sjoerdsma noemt het ‘niet handig’. PVV’er Martin Bosma vindt dat Rijxman zich schuldig heeft gemaakt aan ‘netwerkcorruptie’.
Op 7 juli gebeurt ook het volgende: het Commissariaat voor de Media kondigt aan te zullen onderzoeken of de publieke omroep de ‘processen’ op orde heeft die belangenverstrengeling bij de publieke omroep moeten voorkomen. Aanleiding voor het onderzoek zijn ‘signalen in de afgelopen periode’.
Over dit onderzoek wil Rijxman eveneens benadrukken dat het zich niet op haar persoonlijk richt, maar op ambtelijke processen.
‘Het belang dat ik verdedigde was dat van de NPO’, voegt Rijxman toe. ‘Ik heb daarbij werk en privé altijd goed gescheiden kunnen houden. Er is geen sprake geweest van netwerkcorruptie of belangenverstrengeling. Ik heb me in alle gevallen gehouden aan de interne gedragsregels van de NPO.’
‘Ze wordt onder de bus gegooid’, zegt Jan Slagter over de kwesties die nu rondom Rijxman spelen. ‘Dit is stemmingmakerij, bedoeld om haar te beschadigen.’ Waarom? ‘Misschien is het rancune. De huidige voorzitter van de raad van bestuur (Frederieke Leeflang, red.) die ook zomaar roept dat het niet verstandig is wat ze heeft gedaan. Houd toch je mond.’
Volgens Slagter is er ‘geen enkel bewijs’ dat Rijxman verkeerd heeft gehandeld inzake Hammersma en Dekker. ‘Ze mag toch bevriend zijn met die mensen? En op het strand kan ze Dekker niet eens om 100 miljoen euro vragen. Die beslissingen zijn aan de Tweede Kamer.’
Politieke ambities
De twee officiële onderzoeken zijn niet het enige waar Rijxman sinds haar wethouderschap mee te stellen heeft. Ook haar betrokkenheid bij D66 wordt geherinterpreteerd en in het licht bezien van haar netwerkactiviteiten. Rijxman heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze D66 stemt. Om die reden zou ze door media en politiek bij herhaling als D66-kopstuk zijn ‘geframed’, vertelt Rijxman in een afscheidsinterview met het Algemeen Dagblad. En dat is ‘strontvervelend’.
De discussie over haar betrokkenheid bij D66 brandde rondom de VPRO-documentaire Sigrid Kaag: Van Beiroet tot Binnenhof in alle hevigheid los. Er rezen vragen over de uitzenddatum, omdat het tonen van de documentaire tijdens de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar wel erg voordelig uitpakte voor de D66-leider.
‘Ik heb de film nog niet gezien’, vertelde ze daarover bij WNL op Zondag, ‘maar het is mij verzekerd dat het een zuiver journalistiek product is’.
Later bleek dat D66 invloed had proberen uit te oefenen bij de totstandkoming van de documentaire. Uit een nader onderzoek door de Ombudsman van de NPO bleek dat de documentairemakers geen grote fouten hadden gemaakt. Wel lieten ze te lang het idee bestaan ‘dat aan shots of inhoud nog gesleuteld kon worden’ door D66.
Rijxmans houding ten opzichte van D66 valt ook op na een kritische interviewserie van Nieuwsuur rondom de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar. Presentatoren Mariëlle Tweebeeke en Jeroen Wollaars leggen in de serie de lijsttrekkers het vuur flink aan de schenen. Ook Kaag komt aan de beurt en wordt door Tweebeeke onder meer ondervraagd over gevallen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en discriminatie binnen D66.
Een paar dagen later heeft Joost Oranje, toenmalig hoofdredacteur van Nieuwsuur, een wandeling met Rijxman op de agenda staan. Rijxman beklaagt zich over de toon van Tweebeeke. ‘We hebben toen een behoorlijk stevige discussie gehad’, zegt Oranje. ‘Ik vond dat ze wel erg voor Kaag ging staan en erg weinig voor het kritische journalistieke format dat we voor deze uitzendingen hadden gekozen.’
Rijxman bevestigt dat ze in het gesprek met Oranje kritisch was over de ‘harde toon’ in de lijsttrekkersinterviews, maar ze heeft daarbij ‘niemand verdedigd’.
Oranje wil ‘niet kinderachtig’ doen. ‘Net als iedereen mag ook de raad van bestuur kritisch zijn over een uitzending. Ik was alleen verbaasd. Dit was echt niet ons stevigste lijsttrekkersinterview.’ Later in het gesprek zei Rijxman dat ze de hele serie interviews pittig vond. ‘Maar toen we de Nipkowschijf wonnen, was ze de eerste die een berichtje stuurde.’
Afgelopen mei, kort na haar benoeming tot wethouder in Amsterdam, zegt Rijxman in NRC dat ze Sigrid Kaag in haar NPO-tijd ‘weleens geadviseerd’ heeft. ‘Ook in campagnetijd, want ik ken haar goed’, zegt ze. Aan de Volkskrant verduidelijkt Rijxman dat zij dit advies gaf in twee brainstormsessie die D66 via een videobelverbinding belegde met een groep mensen.
Daarnaast schrijft De Telegraaf afgelopen juni dat Rijxman al tijdens haar NPO-tijd interesse toonde voor een politiek-bestuurlijke positie namens D66. Begin 2018 dronk ze een kop koffie met Reinier van Dantzig, de leider van de Amsterdamse tak van de partij. Volgens Rijxman was dit ‘om verschillende onderwerpen te bespreken.’ Kort na dit oriënterende gesprek werd bij Rijxman kanker geconstateerd.
Volgens een woordvoerder van D66 Amsterdam is Rijxman op haar huidige wethouderspositie gekomen nadat zij er op heeft gesolliciteerd middels een motivatiebrief, net als ieder ander.
Een oud-collega van Rijxman heeft twijfels bij haar nieuwe baan. ‘Als je zoals Shula de mond zo vol hebt van de onafhankelijkheid van de NPO, dan vraag ik mij af of zo’n wethouderschap nou wel het beste afscheidscadeau is aan Hilversum.’
Rijxman wil niets van deze suggestie weten. ‘Zo vreemd is het niet als een bestuurder van bijvoorbeeld de NPO een publieke functie gaat bekleden.’
Als voorbeeld wijst Rijxman naar mannen als Harm Bruins Slot en Gerrit Jan Wolffensperger, haar voorgangers als bestuursvoorzitter van de NPO. Uit hun cv blijkt dat ze ondermeer burgemeester en Tweede Kamerlid zijn geweest. Die politiek bestuurlijke functies bekleedden zij echter vóórdat zij aan de slag gingen bij de publieke omroep.
Volledige reactie van Shula Rijxman
Beste meneer Bahara en meneer Beukers,
Dank voor uw vragen naar aanleiding van het portret dat u aan het schrijven bent. Hierbij stuur ik u een statement dat een antwoord geeft op uw vragen.
Laat ik beginnen te zeggen dat het erg lastig is op een artikel te reageren zonder de tekst gelezen te hebben. U beschrijft in algemene bewoordingen meningen die u uit de mond van soms anonieme bronnen heeft opgetekend waar ik moeilijk iets op kan zeggen, aangezien ik de context niet ken. Ik waardeer het dat u mij in de gelegenheid stelt te reageren en wil mij beperken tot de feiten voor zover bij mij bekend.
U vraagt naar het Commissariaat voor de Media. Donderdag 7 juli heeft het Commissariaat aangekondigd dat zij een breed onderzoek start naar de borging van processen bij de NPO en landelijke publieke omroepen die (de schijn van) belangenverstrengeling moeten voorkomen. Dit is dus een onderzoek dat zich richt op de vraag of het beleid moet worden aangepast, geen onderzoek naar personen en dus ook niet naar mij.
Als bestuurder van de NPO was het opkomen voor de belangen van deze organisatie een belangrijk deel van mijn werk. Omdat het om een publiek gefinancierd orgaan gaat doet men dat bij de overheid en de politiek. Ik ben destijds op deze competentie en mijn vermogen een netwerk op te bouwen en te onderhouden (mede) geselecteerd en ook mijn opvolgers zullen zich hiermee bezighouden. U gebruikt - in navolging van Martin Bosma - de term netwerkcorruptie. Van corruptie is geen sprake; er is geen sprake van eigen gewin. Het belang dat ik verdedigde was dat van de NPO. Ik heb daarbij werk en privé altijd goed gescheiden kunnen houden. Er is geen sprake geweest van netwerkcorruptie of belangenverstrengeling. Ik heb me in alle gevallen gehouden aan de Governance Code van de NPO.
Dan het onderzoek rond de klokkenluider van de NPO. Dat richt zich op de vraag hoe de klokkenluider door het departement is opgevangen. De klokkenluider heeft zich niet tot mij gewend in mijn vorige functie bij de NPO en ik ben ook niet geïnformeerd over het bestaan van een klokkenluider, noch over de misstanden die hij/zij meldt.
Graag voeg ik daar nog dit citaat aan toe uit de brief van minister Dijkgraaf van OCW 16 juni 2022: ‘Ik heb de Auditdienst Rijk daarom verzocht een feitenonderzoek uit te voeren met de vraag hoe er is gehandeld in deze situatie en hoe dit zich verhoudt tot de rijksbrede en departementale regels en procedures en codes bij dergelijke meldingen.’ Dit onderzoek richt zich dus niet op mij, maar op het departement.
Wat betreft de bewering dat ik zou strooien met namen en mijn netwerk incidenteel zou inzetten: ik schrik van het feit dat er op basis van anoniem gelekte gegevens conclusies worden getrokken. De mensen die opdrachten voor de NPO hebben gedaan waren op dat moment actief als adviseur en konden voor deze diensten worden ingehuurd als zelfstandig ondernemer of als partner van een bureau.
Over de documentaire over Sigrid Kaag heb ik mij als bestuursvoorzitter van de NPO laten informeren door de netmanager en door de VPRO. Als bestuursvoorzitter was ik inhoudelijk niet verantwoordelijk, de journalistieke onafhankelijkheid staat buiten kijf. Dit is inmiddels door de Ombudsman van de NPO onderzocht en de conclusies zijn helder: er is geen sprake geweest van politieke beïnvloeding.
Ik heb naar de hoofdredacteur van Nieuwsuur Joost Oranje niemand verdedigd, maar wel vragen gesteld over het journalistieke format. Moet het nou zo hard? Dat ging over de harde toon waarop àlle politieke leiders in verkiezingstijd werden aangepakt indertijd.
Tot slot, om wethouder van Amsterdam te worden is er een formele sollicitatieprocedure onder leiding van een commissie Ik heb die procedure doorlopen en daarbij met meerdere betrokkenen gesproken. Dit wordt niet door één persoon beslist. Met Reinier van Dantzig heb ik vier jaar geleden, in 2018 koffie gedronken om verschillende onderwerpen te bespreken. Kort erna ben ik vrij ernstig ziek geworden en in die periode hebben we contact onderhouden. Ik heb dit als steun ervaren en ben iedereen die mij in die moeilijke tijd ondersteunde nog steeds dankbaar.
En om uw laatste vraag te beantwoorden, zo vreemd is het niet als een bestuurder van bijvoorbeeld de NPO een publieke functie gaat bekleden. Denk bijvoorbeeld aan Harm Bruins Slot die verschillende burgemeesterschappen heeft afgewisseld met een voorzitterschap bij de NPO. Of Gerrit Jan Wolffensperger. Ik ga dan ook vol overtuiging verder met mijn werk als wethouder voor Amsterdam en de Amsterdammers.