In zijn boek prikt Geert Buelens mythes over de jaren 60 gretig lek en komt daardoor met een sombere boodschap
In een vrolijk boekwerk over de frisse, optimistische jaren zestig komt Geert Buelens met een sombere boodschap.
'Een van de grootste troeven van de jaren zestig is de blik naar voren, de energie waarmee vooruit wordt gekeken. Men was niet enkel bezig met het weekeinde te halen. Vandaag de dag zie ik overal angst: angst voor de toekomst, voor het einde van de welvaart, of de planeet.'
Geert Buelens, hoogleraar letterkunde aan de Universiteit Utrecht, heeft bijna tien jaar van zijn leven gewijd aan het roerigste decennium van de vorige eeuw. In het lijvige werk De jaren zestig Een cultuurgeschiedenis maakt hij de balans op van de tijd waarin de babyboomers wortel schoten.
Hij is zelf van 1971, in zijn jeugd geconfronteerd met punk en 'no future', maar hij schroomt niet om af te rekenen met al te romantische beeldvorming van die periode. Hij stelt er tegenover dat geen tijdsgewricht erna ooit nog zo bezwangerd is geweest met idealen.
Zijn boek staat bol van de faits divers en mooie anekdotes. Hoe agenten in Jakarta werden uitgerust met een schaar om de jeugd op straat te ontdoen van hun Beatles-kapsel; hoe Peter Koelewijn (Kom van dat dak af) commotie veroorzaakte met een single over Anne Frank (zij diende niet ten prooi te vallen aan de commercie); hoe de The Beatles met een Duitse versie kwamen van I Want to Hold Your Hand (Komm, gib mir deine Hand) en hoe de twist werd gedanst tot diep in Afrika.
Het was het decennium van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging, van Martin Luther King en Malcolm X; van de moord op John Fitzgerald Kennedy; van Mao in China, Soeharto in Indonesië, Chroetsjov in de Sovjet-Unie, Castro in Cuba. Afrika werd gedekoloniseerd, de Berlijnse Muur gebouwd. En natuurlijk was daar het Amsterdam van 'kabouter' Roel van Duijn, het Italië van de cineast Pasolini en het Frankrijk van femme fatale 'BB'. Joeri Gagarin was de eerste in de ruimte, Neil Armstrong de eerste op de maan. Er waren de Koude en de Zesdaagse Oorlog, er was Vietnam.
Bob Dylan zong: 'The Times They Are a-Changin'.'
Geert Buelens
Geert Buelens (Duffel, 1971) is dichter, essayist, columnist en hoogleraar moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit Utrecht. Daarvoor was hij enkele jaren verbonden aan de Universiteit Antwerpen.
In 2002 debuteerde hij met de bundel Het is, die werd bekroond met de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs. Voor Europa Europa! Over de dichters van de Grote Oorlog ontving hij de ABN AMRO Bank Prijs voor het beste non-fictieboek.
Buelens gedichten werden vertaald in het Engels, Frans, Duits en Pools.
Want het was ook het tijdsgewricht van de vrije seks met de minirok als ultiem bewijs van emancipatie; van secularisatie, van schijt aan het gezag, van lsd en 'langharig werkschuw tuig'; van baas in eigen buik en het nakende einde van het industriële tijdperk in welvaartsstaten vol onblusbaar consumentenverlangen. De kleuren-tv is van 1967.
Buelens kiest in zijn zoektocht door de jaren voor een losse stijl: hij doorspekt zijn analyse met lijstjes, vele tientallen, van de beste jazz-opnamen in 1961 tot de mooiste 'liefdesfilms'. Hij trekt historische parallellen en rekent onverbiddelijk af met valse aannames want hoe groot The Beatles of Elvis ook geweest mogen zijn, de best verkochte lp indertijd was die van de Sound of Music, en zingende nonnen deden het in de hitparade vele malen beter dan Jimi Hendrix.
Toch zijn niet Julie Andrews of Soeur Sourire (Dominique) maar John, Paul, George & Ringo de ijkpersonen van De jaren zestig. Juist omdat zij op alle continenten diepe sporen nalieten en in 1970 als groep ophielden te bestaan, waarmee ze de ideale afbakening vormen van dit tijdperk: het belang van 'fab four' in de jaren zestig kan moeilijk worden overschat.
Met gretigheid prikt u mythes lek. Hoe valt dit te rijmen met die andere vaststelling: dat geen andere naoorlogse periode zo tot de verbeelding spreekt?
'Het misverstand is dat de tegencultuur allesbepalend is geweest. Niet alle jongeren vonden hetzelfde en het is niet zo dat ouderen met hun eigen gevoel voor esthetica er plotseling niet meer toe deden. The Sound of Music is daar hét voorbeeld van, juist omdat die film er net als The Beatles tot aan de dag van vandaag nog is. Hij past overigens ook wel in het jarenzestigverhaal over hoe leuk het is om samen muziek te maken. Je kunt Julie Andrews gemakkelijk naast Joan Baez zetten: frisse, jonge, optimistische vrouwen die gitaar spelen.
'En dan de Tweede Wereldoorlog, die is in die tijd echt overal. Het is natuurlijk geen nouvelle vague; Hollywood pakte ook toen uit met eenvoudige morele schema's van goed en fout en een happy end. Maar ook dat zijn de jaren zestig.'
Een andere tegenstrijdigheid lijkt de rol van religie. Er vindt op grote schaal secularisatie plaats, maar u stelt vast dat nieuwe zingeving alomtegenwoordig is.
'Het Tweede Vaticaanse Concilie was een oefening in het moderniseren van de archaïsche moloch die het Vaticaan was. Het kerkelijk gezag stelde zichzelf ter discussie. Je kon ineens op televisie zien dat bisschoppen het met elkaar oneens waren. Johannes XXIII zei: kom, discussieer maar.
'De belofte van het Concilie kwam echter niet uit; deels was het ook 'too little too late'. Voor onze gewesten, met Schillebeeckx in de eerste linie van de vernieuwing, was het een domper toen het Vaticaan in 1968 de pil verbood. Als dat niet was gebeurd, was die ontkerkelijking wellicht minder snel gegaan.
'Tegelijkertijd is het Westen in de jaren zestig bezeten van religie. Van Billy Graham en zijn crusades via televisie. Het Oosten komt binnen, met het boeddhisme, de goeroes uit India. The Beatles gaan er naartoe, George Harrison zal die oosterse religie tot zijn dood blijven uitdragen; hij raakte bevriend met Ravi Shankar, de eerste echte ster van wat later wereldmuziek zou worden genoemd. Westerlingen raakten in trance van religieuze Indiase muziek met optredens die drie uur duurden.
'En geloof speelde ook een grote rol in de zwarte strijd, van dominee Martin Luther King en 'We Shall Overcome' tot bij Cassius Clay, die onder invloed van de Nation of Islam Muhammad Ali werd.'
De jaren zestig
non-fictie
Geert Buelens
Een cultuurgeschiedenis
Ambo Anthos;
900 pagina’s; € 49,99.
U trekt diverse parallellen met het heden. Eerst die van de seksuele revolutie en de tweede feministische golf. U beschrijft een scène waarin onder anderen Catherine Deneuve, Marguerite Duras en Simone de Beauvoir een petitie tekenen: 'Ook ik had een abortus'. #MeToo avant la lettre.
'Inderdaad, maar de vraag is of de tweede feministische golf een gevolg is van de seksuele revolutie en er dus deel van uit maakt, of dat het er een reactie op is. Er zijn veel aanwijzingen dat de seksuele revolutie een machistische aangelegenheid was, van jongens die dachten: nu gaan alle remmen los. Er was sociale druk om seks te hebben, want met de pil kon je niet zwanger raken, dus was er zogenaamd geen reden om nee te zeggen. Er zijn pijnlijk veel verhalen van seksisme; een van de bekendste nummers van The Stones was Under My Thumb aan Mick Jagger is geen groot feminist verloren gegaan.
'Le deuxième sexe werd door De Beauvoir geschreven eind jaren veertig, maar pas in de jaren zestig werd het volop vertaald en verslonden. In de vredes- en studentenbeweging spelen vrouwen een belangrijke rol, maar bijna altijd achter de schermen. Pas eind jaren zestig organiseren vrouwen zich in toenemende mate in eigen clubs, gaan ze kennis verzamelen over het vrouwelijk lichaam, over hun seksualiteit en dat opschrijven in bijvoorbeeld Our Bodies, Ourselves.
'De jaren zestig associëren met vrije seks is dus een cliché. Ik trof veel films en boeken waar het gaat over meisjes die ongewild zwanger worden, over levensgevaarlijke illegale abortussen. De pil was helemaal niet alomtegenwoordig, dat is iets van veel later. Anticonceptie was vaak prutswerk en de vrouw betaalde de prijs.
'Daarom stond die Franse elite op: dit is ons probleem. Die bewustwording is een van de grote verhalen uit die periode. En dat is het nog altijd, getuige het activisme van #MeToo. Het is een veeg teken dat die beweging nog steeds nodig is.'
U zegt: de seksuele revolutie is onvoldragen, zoals dit ook geldt voor politieke revoluties uit die tijd.
'De machtsonevenredigheid is blijven bestaan. In de jaren zestig nemen allerlei achtergestelde groepen het woord. Die zeggen: nu ik. Dan zie je tegenkrachten ontstaan. Maar zelfs binnen de studentenbeweging zie je dat vrouwen naar de achtergrond worden geduwd en in onveilige situaties terechtkomen omdat mannen denken: de wereld moet veranderen, maar ik niet.'
U ziet Nixon, Reagan en zelfs Trump als reactionaire uitvloeisels van de vrijheidsdrang.
'Nog tijdens het presidentschap van Kennedy, als symbool van de nieuwe tijd, krijg je een contrarevolutie. Als hij niet was vermoord, was de kans reëel geweest dat de reactionair Barry Goldwater president was geworden. Dan krijg je een heel andere tijd.
'Goldwater wordt het niet, maar hij steekt wel Ronald Reagan aan, en die wordt gouverneur van Californië, onder meer omdat studenten zich roeren in Berkeley, en Black Panthers in Los Angeles en hij die groepen begint te criminaliseren. Het is een vorm van gaslighting die hem naar het presidentschap leidt. En het is precies wat Trump zonder schaamte doet met moslims, zwarten, hispanics. De campagnestrategieën van nu zijn een extreem geperverteerde variant van die uit de jaren zestig.'
Trump profiteert van het feit dat het racisme in Amerika nooit is uitgebannen?
'Ja. Het probleem is niet opgelost. Hier ook niet. De dekolonisatie van Afrika is in Europa mentaal niet verwerkt en daar kwam de georganiseerde arbeidsmigratie nog eens bovenop. De West-Duitse arbeiders werden met 'meneer' aangesproken, maar tegen de Turken schreeuwde de baas hun familienaam. De structurele achterstelling is in veel opzichten gebleven.
'We hebben een misplaatst superioriteitsgevoel richting de Verenigde Staten. In Parijs stapten in 1961 buschauffeurs en hun passagiers uit om de politie te helpen tientallen door de ordediensten vermoorde Algerijnen in de Seine te gooien, om ze zo snel mogelijk te vergeten. En we zijn ze ook vergeten.
'Laat me een triviaal voorbeeld geven over nu. Netflix heeft sinds kort een documentaire die vanzelfsprekend mijn aandacht trok: How The Beatles Changed the World. Die gaat helemaal niet over de wereld, maar alleen over Engeland en Amerika. Aan het woord komen uitsluitend witte mannen van boven de 60. Ze praten alsof de populaire muziek pas bij The Beatles begon en hebben het dus nergens over zwarte artiesten als Chuck Berry of de sterren van Motown, die voor de vroege Beatles zo van belang zijn geweest.
'Dan hebben de heren het over Beatlemania en hoe 80 procent van hun platen werd gekocht door meisjes, hoe haast orgasmes weerklonken als The Beatles optraden. Maar er komt geen enkele vrouw aan het woord! Dan denk je: Netflix 2018? Zelfs als het over zoiets onschuldigs gaat als The Beatles zijn we niet in staat om naar voren te halen wat écht van belang was. Wat doen we dan bij al die pijnpunten waar politieke discussies over gaan, over identitaire kwesties en huizen en banen?
'Er zou uit die jaren zestig een nieuw, groter bewustzijn ontstaan, we zouden in dialoog gaan met de rest van de wereld. Maar wat toen een van de grote uitdagingen was, het uitbannen van racisme, is bepaald niet gelukt. Het klinkt hard maar vijftig jaar na mei '68 staan we nog altijd nergens.'
Eerst schopten de babyboomers tegen het establishment aan, tegenwoordig keert het door Provo zo benoemde 'klootjesvolk' zich tegen de elite.
'Precies. Het verhaal van Provo is een elitair verhaal, waarin wordt neergekeken op het klootjesvolk buiten Amsterdam. Een goed voorbeeld is het beroemde tv-programma Zo is het toevallig ook nog eens een keer, waar grappen worden gemaakt over religie. Dit leidt tot massale protesten, waarna die nieuwe elite, Harry Mulisch voorop, een boekje maakt waarin die protesterende mensen worden weggezet als achterlijk.
'Je krijgt de 'juiste' opvatting in brieven op de linkerpagina en de 'foute' opvattingen op rechts, bij voorkeur met nog veel taalfouten erin. Wat gaat daarvan uit? 'Wij zijn de nieuwe tijd, wij hebben het begrepen, jullie zijn eigenlijk te dom om serieus te nemen.
'Die babyboomers hebben het in de volgende decennia steeds beter gekregen. Met Mulisch en in België Hugo Claus zie je mannen die lang in de contramine zijn, maar aan het einde van hun leven veranderen in monstres sacrés die zich verbroederen met de macht.
'De onverdraaglijk pretentieuze jaren-zestigcultuur roept een tegenreactie op. Iedereen ziet dat de koek vandaag de dag krimpt. Wat gebeurt er dan? Dan word je boos op degenen die je daarvoor verantwoordelijk acht: de elite, en je stampt naar beneden, naar vluchtelingen en migranten.
'Je ziet nu hoe het zogenaamde klootjesvolk door extreem-rechts wordt gemanipuleerd. De verantwoordelijkheid van de hoge elite hiervoor lijkt me groot. Die Zuidas, al dat geld, al die cirkeltjes van mensen die elkaar de hand boven het hoofd houden. Die treffen elkaar bij vernissages in het Stedelijk en het Concertgebouw, ooit plekken van contestatie. Vandaag is dat door en door verburgerlijkt en onderdeel van de elite.'
Ziet u die babyboomers met terugwerkende kracht als een naïeve generatie?
'Er waren naïeve geesten bij. Bij Nieuw Links heerste de diepe overtuiging dat de revolutie nakend was. Het is natuurlijk merkwaardig dat je denkt dat kapitalistische landen, waar de levensstandaard alleen maar stijgt, klaar zijn voor een revolutie. In Italië werd massaal gestaakt, gingen de arbeiders de straat op, maar niet voor een of andere revolutie naar Russisch model: die mensen wilden meer geld en autonomie. In dat opzicht was een grote groep erg naïef. Zij gingen uit van schema's die Marx zelf niet erg waarschijnlijk geacht zou hebben.'
In uw boek beschrijft u hoe Charlie Hebdo in 1969 is voortgekomen uit een ander blad, Hara-Kiri, dat in de jaren zestig twee keer werd verboden. Een van de belangrijke verworvenheden van die tijd is de vrijheid van meningsuiting. Ook in 2018 staat die nog onder druk.
'Die vrijheid is toen bevochten op gevestigde conservatieve krachten. Wat je vandaag ziet, is dat diezelfde conservatieve krachten de vrijheid van meningsuiting inzetten om achtergestelde groepen weg te zetten. Dat is heel pijnlijk en het geval Charlie Hebdo is daar een illustratie van. Na de aanslag trok een optocht van wereldleiders die in eigen land de vrijheid beknotten en kunstenaars verbieden door Parijs: allemaal zogenaamd in de strijd voor de vrijheid van meningsuiting. Schaamteloos hypocriet, maar tekenend voor deze tijd. Wat betekent 'vrijheid van meningsuiting' nog in zo'n situatie?'
U stelt in uw boek ietwat defaitistisch vast dat het 'kunnen kiezen uit 105 soorten ontbijtgranen in 1969 allicht op niemands verlanglijstje voor de toekomst stond'.
'De vrijheidsidealen van toen hebben tegenwoordig vooral met consumentisme te maken. In de Europese film in de vroege jaren zestig zat dit al ingebakken: de cineasten zijn pessimistisch en laten zien dat er culturele rijkdom en raffinement in het leven verloren gaat als alles tot consumptie wordt gereduceerd. Die verschraling heeft zich massaal voltrokken.'
U eindigt uw boek met de mededeling dat we zo hangen aan de jaren zestig, omdat er toen nog in een toekomst werd geloofd. 'Maar geen samenleving houdt het vol in het verleden te leven. Ook niet in dat van '68.' Wat wilt u met deze sombere boodschap?
'We zijn op welhaast neurotische wijze bezig met gedenken, van Luther tot Waterloo, van de wereldoorlogen tot, dit jaar, mei '68. Totaal geobsedeerd lijken we door generaties die heel goed wisten waarvoor zij ten strijde trokken. Tegenwoordig lijken we alleen maar bezig met het behoud van wat we hebben, maar dat is geen incentive waarop je een leven kunt bouwen.
'Die hang naar vroeger, daar maakte Trump gretig gebruik van met zijn 'Make America great again', waarbij dat 'again' verwijst naar de jaren vijftig waarin de witte man het voor het zeggen had.
'Maar als de samenleving iets nodig heeft dan zijn dat nieuwe idealen. In dat opzicht zijn de jaren zestig toch nog een inspiratiebron. Zij die ze bewust hebben meegemaakt, zijn de hang naar die tijd nooit kwijtgeraakt, en dat snap ik heel goed.'
Conclusie: het waren tien mooie jaren, maar de politieke fall-out is nihil gebleken.
'Helaas wel. Waar je zag dat als babyboomers en '68-ers aan de macht kwamen, zoals Bill Clinton, je een neoliberaal beleid kreeg met een paar sociale correcties. De idealen over een samenleving van gelijke kansen zijn er nog, want die zijn in feite nooit gestand gedaan.'
Zie ook dejarenzestig.com, de website bij het boek, met tientallen liedjes, films en filmfragmenten, en Achter de Schermen.