OorlogsboekenPastorale 1943

In Pastorale 1943 fileert Vestdijk de poppenkast van het verzet

Pastorale 1943  Beeld Jan Mulders, Studio V
Pastorale 1943Beeld Jan Mulders, Studio V

Aan de vooravond van de viering van 75 jaar bevrijding bespreekt Onno Blom acht literaire boeken die het beeld van de Duitse bezetting in Nederland hebben bepaald. Vandaag: Pastorale 1943 van Simon Vestdijk.

Onno Blom

Ver voordat de ban van goed en fout in het denken over de oorlog werd gebroken, schreef Simon Vestdijk een ‘roman uit de tijd van de Duitsche overheersching’ waarin verzetslieden en collaborateurs op aanstekelijke wijze werden bespot.

‘We kunnen niet allemaal helden zijn’, zegt een van de personages op een van de eerste bladzijden van Pastorale 1943. ‘Zoo erg heldhaftig zijn we niet, dat is niet van ons te verwachten.’

Vestdijk, die sneller kon schrijven dan God kon lezen, schreef het kloeke boek in slechts twee maanden: juli en augustus 1945. Tijdens de oorlog was de duivelskunstenaar, samen met zo’n vijfhonderd vooraanstaande Nederlanders, negen maanden gegijzeld in een kamp in Sint-Michielsgestel – waar hij stoïcijns verder schreef, ook nadat enkele gijzelaars waren gefusilleerd.

Voordat hij door de Duitsers werd vrijgelaten, zat Vestdijk nog zes weken in de cel in Scheveningen. Die onzekere weken in het ‘Oranjehotel’ gebruikte hij voor de angstige ervaringen en overpeinzingen van zijn romanheld Schults, een leraar Duits in een Hollands stadje, waarvoor Wijk bij Duurstede model stond.

Schults heet eigenlijk Schultz, maar wil de verwijzing naar zijn Duitse komaf kwijt. Wellicht kwam Vestdijk op het idee de ‘z’ door een ‘s’ te vervangen toen hij op 4 mei 1942 voor het gijzelaarskamp in Sint-Michielsgestel thuis in Doorn werd opgehaald door een lange, bleke SS-officier, die vroeg: ‘Wohnt hier Zimon Vestdaik?’

De leraar Duits raakt betrokken bij een verzetsgroep. Als een nabijgelegen boerderij – ziedaar de ‘pastorale’ – met onderduikers wordt overvallen en in brand gestoken, pleegt de groep een aanslag op de man in wie zij de verrader zien: de drogist en NSB’er Henri Poerstamper.

Vestdijk had vóór hij begon te schrijven een lijst met vragen afgevuurd op vrienden uit het verzet: ‘Ondergrondse in grote lijnen; hoe werden gevaarlijke NSB’ers, verraders en derg. persoonlijk gemold. Meegelokt? Of in huis? Hoe vermomden zich de executanten?’

In Pastorale 1943 willen de verzetslieden Poerstamper naar buiten lokken met een mooie vrouw. Maar waar halen ze die zo snel vandaan? Hun echtgenotes zijn te lelijk, niet beschikbaar of ‘boven de jaren’. Een dochter in de juiste leeftijd loopt mank.

null Beeld Jan Mulders, Studio V
Beeld Jan Mulders, Studio V

De aanslag op Poerstamper is pure slapstick. De dappere helden beplakken zich met snorren en baarden, één zelfs met een Hitlersnorretje. Bij de eerste poging wachten ze de drogist tevergeefs op, bij de tweede schieten ze slordig. Ze weten de gewonde Poerstamper pas te doden als ze, verkleed als WA-mannen, hem in het ziekenhuis een bos witte anjers gaan brengen met een wapen ertussen. ‘Zeg het met bloemen’, luidt de hoofdstuktitel.

Tot overmaat van ramp blijkt dat Poerstamper onschuldig is aan het verraad. Pastorale 1943 ontwikkelt zich, zoals de paradoxale titel al aankondigt, als een comedy of errors. Schults denkt dat hij in de gevangenis is gekomen vanwege zijn klungelige verzetsdaden, maar in werkelijkheid heeft een gekrenkte vrouw een valse getuigenis afgelegd.

Zijn broer, een SS’er, laat hem vrij en zegt: ‘Dat je tegen ons bent, kan me niets schelen. Maar het zou me spijten, wanneer je aan die poppenkast van de illegaliteit meedeed.’

Hoewel Schults zijn broer geen ongelijk kan geven – het verzet wás een poppenkast – blijft hij zijn vrienden en idealen trouw. ‘Alles voor het vaderland, – zo was het nu eenmaal.’

Simon Vestdijk in 1936.   Beeld ANP
Simon Vestdijk in 1936.Beeld ANP

De communistische auteur Theun de Vries foeterde in zijn recensie van Pastorale 1943 dat wat voor het verzet ‘heilige ernst’ was geweest door Vestdijk ‘in kolderieke verwringing’ was afgedaan. Maar Jacques Presser schreef juist: ‘Daar wordt een Jood in verraden, en hoe dat heeft kunnen toegaan, wordt er voortreffelijk in beschreven. Dat is voor mij volkomen overtuigend.’

In Pastorale 1943 gaf Simon Vestdijk een realistisch én relativerend beeld van de oorlog. Er lopen geen onversneden helden of schurken in zijn roman rond. Vestdijk was een ironische schrijver met een scherp oog voor het menselijk tekort. Al meteen na de bevrijding drukte hij de mensen in fictie met de neus op de feiten.

null Beeld Jan Mulders, Studio V
Beeld Jan Mulders, Studio V

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden