Film
In ‘Mi país imaginario’ wordt de laatste Chileense revolutie met woede én optimisme in beeld gebracht ★★★★☆
Haast liefdevol zijn de close-ups van stenen die na protesten op een plein zijn achtergebleven.
De Chileense documentairemaker Patricio Guzmán kreeg op jonge leeftijd een doorslaggevend advies van zijn Franse collega Chris Marker. Wil je een brand filmen, zorg dan dat je bent waar de eerste vlam ontstaat. Guzmán, die zich na de coup van 1973 als balling in Europa vestigde, citeert Markers woorden met een zeker berouw, in zijn nieuwe documentaire Mi país imaginario. Hij was er immers niet bij toen op 18 oktober 2019 in Chili een volksopstand losbarstte. Ontketend door de drastische prijsverhoging van metrokaartjes, groeide het protest uit tot een twee jaar durende strijd voor een nieuw, rechtvaardig rechtssysteem. En Guzmán (La batalla de Chile) moest aanvankelijk vanaf een afstand toekijken.
Hij is de eerste om dat toe te geven, in de vertrouwd kalme voice-over van Mi país imaginario. Sommige van de sterkste scènes zijn niet door hem gedraaid, maar zijn ‘geleende’ reportages die goed voelbaar maken hoe massaal het protest was en hoe de overheid met excessief geweld reageerde. In een indrukwekkend droneshot scheert de camera boven de straten van hoofdstad Santiago, om steeds lager te vliegen terwijl een pantserwagen die traangas spuit door demonstranten met stenen wordt bekogeld. Het is een beeld dat beschouwing versmelt met betrokkenheid, en dat ook de film grotendeels typeert.
Eenmaal ter plekke zoekt Guzmán zijn weg in het moment. Haast liefdevol zijn de close-ups van stenen die na protesten op een plein zijn achtergebleven. Tijdens het referendum voor een nieuwe grondwet stemt Guzmán in het voetbalstadion van Santiago, dat tijdens Pinochets dictatuur diende als concentratiekamp. Mi país imaginario brengt de mislukte revolutie van 1973 en die van 2019 telkens bij elkaar, hopende dat dit keer alles anders zal gaan.
Wezenlijke verschillen: deze revolutie kent geen algemeen gedragen ideologie, en de Chileense vrouwen nemen het voortouw. Dat laatste aspect benadrukt Guzmán door enkel vrouwen aan het woord te laten, van protestvoerders, ehbo-verleners, dichters en journalisten tot Elisa Loncón, de eerste inheemse vrouw die de Chileense constitutionele conventie leidde.
In zijn vorige film La cordillera de los sueños (2019) raakte tachtiger Guzmán bezield door de geestdrift van zijn jongere vakgenoot Pablo Salas, die onvermoeibaar de strubbelingen van het land vastlegt. Iets dergelijks gebeurt tijdens de meeslepende interviews die Guzmán in Mi país imaginario met de vrouwen voert: de film vindt behalve woede vooral veel kracht, zelfs geloof en optimisme. In die zin stelt de titel eigenlijk een vraag. Hoe denkbeeldig zal dit nieuwe Chili zijn?
Mi país imaginario
Documentaire
★★★★☆
Regie Patricio Guzmán
83 min., in 23 zalen en op Picl.