VaderMohammed Benzakour

In Evert van Benthem, bikkelharde ploeteraar, herkende vader een Marokkaanse gastarbeider

Na het overlijden van zijn vader, gastarbeider van het eerste uur, beschouwt schrijver Mohammed Benzakour tweewekelijks de laatste jaren van diens leven. Als we goed multicultureel willen samenleven, hoe gaan we dan multicultureel samensterven?

Mohammed Benzakour
null Beeld Isa Grutter
Beeld Isa Grutter

Diep januari. De sterren bewogen zich in de vorstdans en het land lag stil en bevroren onder een wade van sneeuw. Toen winters nog winters waren. Sprankelende ijspret van kinderen met sleden en stoelen en een Elfstedentocht die telkens nét wel of nét niet doorging. Maar… in ons gezin had niemand ooit een schaats aangeraakt, laat staan aangetrokken. Vader kreeg je met geen bajonet het ijs op, doodeng, zwemmen kon-ie ook al niet, nog nooit in zee of rivier gebadderd, wist zeker dat-ie als een zak zand door ’t ijs zou zakken en verdrinken, hoewel de sloot maar een metertje diep was.

Ik zeurde net zo lang tot-ie thuiskwam met ouwe Friese doorlopers in een kazak. Geen idee hoe hij eraan kwam. Met van die duchtig lange ijzers aan een houten zool die je onder je schoenen moest vastbinden. Boerenspul, dat zag je meteen. Andere kinderen hadden echt schaatsschoeisel met korte ijzers, maar vader zei dat lange ijzers ‘sneller gaan omdat ze lang zijn’. Buikschuiven, scheurduiken, uitglijders, constant lag ik op m’n kont. We deden ijshockey en alle kinderen konden handig draaien, remmen, achteruit zwenken, pirouetjes, behalve ik. Ik stond daar als een paljas op wiebelstokjes. Dat ik rechtop stond, was al een wonder en als ik wijdbeens trappelend eindelijk vaart kreeg, eindigde ik in een onwaarschijnlijke boog aan de andere kant van de sloot, of in een wak, met de ijzers aan de zijkant van m’n schoenen…

Toch herinner ik me hoe vader gefascineerd keek naar de Elfstedentocht op tv. Die opwinding in het land. Die juichende meute die daar stond te verkleumen, over het ijs glibberende mannen, met de armen op de rug gekromd, telkens een kaart stempelend bij een hokje. Sommigen droegen spijkerbroeken met daaronder ’n pyjama en vuilniszakken over de voeten. Vader lag dubbel om dat klunen over gras en hooi, in die malle, gladde cellofaanpakken helemaal over de kop getrokken, hoe ze op hun snufferd gingen in een waterige bocht, en met rijp in de baard gehurkt onder lage bruggetjes op handen en voeten kropen. God, God, haringhappen vond hij al onwijs aan Hollanders, maar dit stuiven in strakke pakjes langs sneeuwvelden met koeien vond-ie even kostelijk als zot.

Ja, we zagen Evert van Benthem, we zagen hem twee keer winnen. Wat een held. Wat een boer. Wat een karakter. Vader herkende in hem een Marokkaanse gastarbeider: bikkelharde ploeteraar met ’n sympathieke, schroomvallige lach. Friezen zijn de Berbers van Nederland en Berbers de Friezen van Marokko. Everts geheim: de bamischijf. Toen ik vader uitlegde wat een bamischijf is, kwam hij regelmatig thuis met een zak bamischijven.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden