In Delft klinkt elke noot actueel
Delft Chamber Music Festival 1998. T/m 23 aug. Van der Mandele-zaal, Stedelijk Museum Het Prinsenhof, Delft. Radio 4: (o.m.) VPRO 19 aug....
MUZIEK
Je gaat naar Delft voor het Legermuseum, of voor de kogel waarmee Willem van Oranje werd vermoord of voor de kleur van het plaatselijke porselein. Maar sinds violiste Isabelle van Keulen vorig jaar dit historische stadje heeft uitverkoren als locatie voor een festival voor kamermuziek, heeft Delft er in de zomer nog een attractie bij.
Vorig jaar al bleek dit kleinschalig opgezette festival zo succesvol dat van alle kanten de vraag werd gesteld of er dit jaar een vervolg zou zijn. Dat moest, vertelde bestuursvoorzitter Jan Willem Loot, eerst nog bekeken worden, maar ook na enkele evaluatieronden was het enthousiasme nog zo groot dat zelfs de data voor volgend jaar al zijn vastgesteld. Of het een jaarlijkse traditie wordt valt nog te bezien, de jonge stichting wil zich niet meteen al vastleggen.
Zo'n festival is ook precies zo lang leuk als het leuk blijft. Er is geen speciale muzikale noodzaak en er is al helemaal geen gebrek aan andere muzikale evenementen in de Randstad. Het enige en meteen ook meest overtuigende argument is het onstuitbare speelplezier van de deelnemende musici zelf.
Wat coryfeeën als Bella Davidovich, Gidon Kremer en Mihaela Martin trekt om voor een bescheiden honorarium naar Delft te komen, is in de allereerste plaats artistiek directeur Isabelle van Keulen. En dan niet alleen omdat ze een stralende en hartelijke gastvrouwe is - met ondersteuning van mededirecteur/impresario Marianne Brinks en enkele vrijwilligers -, maar vooral door haar eigen ontembare en aanstekelijke speellust.
Losjes geprogrammeerd rond het thema Praag-Parijs, met Mozart als centrale figuur, zijn dit jaar weer een kleine veertig muzikanten tot en met 23 augustus in Delft verzameld. Niet iedereen blijft de volle periode, maar over het geheel genomen is de bezetting wel steeds zo ruim dat er elke dag in wisselende combinaties een grote diversiteit aan musici in het Prinsenhof optreedt.
Zo was vrijdagavond voor de drie werken tijdens het openingsconcert al een kwart van de complete cast vertegenwoordigd. Fluitiste Philippa Davies en pianist Phillipe Cassard speelden de muzikanteske Sonate voor fluit en piano van Erwin Schulhoff, het Auryn Quartett voerde met altvioliste Nobuko Imai het Strijkkwintet KV516 van Mozart uit en tot slot gaven klarinettist Michael Collins, cellist Frans Helmerson, pianist Lars Vogt en Isabelle van Keulen een lezing van het Quatuor pour la fin du temps van Olivier Messiaen.
Het programma is typerend voor het hele festival: Mozart staat er rustig naast Messiaen en Debussy laat zich moeiteloos combineren met Dvorák. Klassiek of modern: wanneer het uitvoeringsniveau zo'n hoogte heeft bereikt dat elke klank een puur muzikale beleving is geworden en zelfs een houterige stadsduif op de glazen koepel over de binnenplaats van het Prinsenhof lijkt te dansen - dan is de grens tussen muziek uit 1786 en 1941 vervaagd. Dan is elke noot actueel.
Zoals Bella Davidovich op haar zeventigste nog moeiteloos Debussy's Cakewalk danst, en pianist Lars Vogt met Michael Collins de Première Rapsodie van dezelfde componist speelt alsof ze die ter plekke improviseren.
Het is lang niet altijd foutloos en perfect. Cellist Frans Helmerson ontdekte midden in Ravels Sonate voor viool en cello dat de bladzijden in zijn partij in een iets andere volgorde stonden dan de componist had bedacht. En het Auryn Quartett was met pianist Philippe Cassard wellicht een tikkeltje te ruig voor Dvoráks Pianokwintet.
Maar dat hoort bij een festival waar uitvoeringen geen statische monumenten zijn, maar spannende experimenten van musici die nog nooit eerder met elkaar hebben gespeeld en op het podium de chemie van onderlinge aan- en afstotingskrachten beproeven.
En dat kan tot ijzingwekkende ervaringen leiden, zoals Collins weergaloze klarinetsolo in Messiaens Quatuor. Of het vioolspel waarmee Van Keulen hetzelfde stuk besloot: extrêmement lent et tendre, zuiver, met een verzengende klank die zelfs de klokkentoren deed zwijgen. In de woorden van Messiaen: een lofzang van pure liefde.
Pay-Uun Hiu