Review
In de liefde en politiek is Alessio als een wankel scheepje op een woelige zee
Alles vlamt en zindert van verlangen, geur en kleur in Vittorini's roman uit de jaren dertig.
Een adolescent doolt in de liefde en in de politiek.
Verbazingwekkend hoe fris sommige teksten onder een dikke laag tijd weer tevoorschijn komen. De rode anjer van Elio Vittorini lijkt niets van de levendige kleuren te hebben verloren die het bij verschijnen in de jaren dertig van de vorige eeuw moet hebben gehad.
De Rode Anjer
Fictie
Elio Vittorini
Uit het Italiaans vertaald door Emilia Menkveld.
Cossee; 224 pagina's; euro 22,99.
Vittorini's hoofdpersoon is de jonge Alessio, die in een studentenpension in de Siciliaanse stad Siracusa woont om zich op zijn eindexamen voor te bereiden. Zijn ouders bezitten een baksteenfabriek en behoren tot de gegoede burgerij, zoonlief moet naar school 'om weet ik wat te worden'. Maar het hoofd van de 16-jarige staat meer naar de liefde en de politiek dan naar studieboeken. Eerst wordt zijn hoofd op hol gebracht door een medescholiere, Giovanna, de keurige dochter van een kolonel die hem een rode anjer schenkt, vervolgens raakt hij in de ban van een begeerlijke prostituee, Zobeida, die ook Alessio's beste vriend, de twee jaar oudere Tarquinio, in vuur en vlam heeft gezet.
Zobeida is een femme fatale bij uitstek, en behalve dat ze van lichte zeden is, handelt ze in verdovende middelen. Als Alessio het vermoeden krijgt dat Tarquinio Giovanna het hof maakt, worden de vrienden rivalen in de liefde. De door liefdesverdriet geteisterde Alessio zoekt zijn toevlucht bij Zobeida, die hem liefdevol in haar kamer opneemt, maar zich geen raad weet met de jongen.
De kracht van Vittorini's boek zit hem in de elektriserende stijl: alles vlamt en zindert - van kleur, van geur, van verlangen, van toekomstverwachtingen. 'Wat lekker! Zo jongensachtig', zegt Zobeida als ze Alessio's adem ruikt. Die jongensgeur doortrekt dit hele boek. De onverbloemde manier waarop Vittorini over seks schrijft, moet behoorlijk aanstootgevend zijn geweest voor de lezers uit die tijd, en inderdaad werd De rode anjer om die reden door de fascistische censuur verboden.
De roman kende sowieso een tumultueuze publicatiegeschiedenis. Oorspronkelijk verscheen de tekst vanaf 1933 als feuilleton in het literaire tijdschrift Solaria. Door ingrijpen van de fascistische censuur werd de publicatie onderbroken, en na veel gedoe (aangepaste versies, een andere titel) kwam er pas in 1948 een boekuitgave van De rode anjer.
In de liefde is de jongvolwassene Alessio als een wankel scheepje op een woelige zee, in zijn politieke opvattingen is hij dat, ondanks zijn zelfverzekerde, stoere praat, ook. Hij heeft zich aangesloten bij de fascistische partij, maar meer uit 'afkeer van het socialisme waaruit mijn vader voortkwam, met zijn afschuwelijke manier van redeneren', dan uit ware overtuiging.
Het is 1924, Alessio en zijn vrienden discussiëren over de communist Karl Liebknecht, de moord op de socialist Giacomo Matteotti en De mars op Rome, waarmee Mussolini de macht greep. In het twintig jaar oude nawoord schetst Barbara Kleiner, die De rode anjer in 1996 in het Duits vertaalde, de historische context en plaatst ze Vittorini in zijn tijd. 'Zijn leven lang probeerde Vittorini erachter te komen hoe technische, wetenschappelijke en sociale vooruitgang mensen het geluk kon brengen dat ze in het vooruitzicht was gesteld - of dat nu met een anarchistisch getint links fascisme, een militant communisme (waarvan Vittorini in zijn beroemdste boek, Gesprek op Sicilië, blijk gaf, red.) of, zoals op het laatst, een gematigd liberalisme was.' Die zin is een minibiografie van de schrijver.
Maar bij alle politiek is deze roman van Vittorini, die nu voor het eerst in het Nederlands is vertaald, vooral het portret van een adolescent op de drempel van het volwassen leven, dat hem aanlokt en angst aanjaagt.
Vittorini's anjer bloost na bijna een eeuw nog steeds bloedrood.