Theater

Ilja Leonard Pfeijffer bewerkte Tsjechovs De meeuw met volstrekt eigen taal en speerpunten ★★★★★

Michel Sluysmans van Toneelgroep Maastricht blijkt de ideale regisseur voor dit ‘duizelingwekkende spiegelpaleis’.

Hein Janssen
Het ensemble in Een Meeuw


 Beeld Ben van Duin
Het ensemble in Een MeeuwBeeld Ben van Duin

‘In mijn plaats spreken Shakespeare, Tsjechov, Sophocles, Molière, Pinter, Claus, Racine, Euripides, maar nooit een vrouw, godverdomme nooit een vrouw, alsof de helft van heel de mensheid zwijgen zou. Ik wil geen Deense prins, geen meeuw, geen zomernacht, geen kersentuin, er wordt niet op Godot gewacht, geen heksen voor ambitie, geen jaloerse Moor, die Ernst heeft geen belang, ik wil geen Oudgrieks koor, geen duivelspact dat dient om Gretchens wil te breken en Lucifers zijn om de fik hierin te steken.’

De jonge actrice Nina windt er in het eerste bedrijf van Een meeuw geen doekjes om: het theater moet ontdaan worden van fossielen en foute machtsstructuren. Dat doet zij in een even vlammende als giftige monoloog ten overstaan van de beroemde actrice Arkadina, haar minnaar (de beroemde schrijver Trigorin), en haar zoon Konstantin die deze tekst voor Nina heeft geschreven en op wie hij hopeloos verliefd is.

Ziedaar de belangrijkste personages uit Tsjechovs toneelstuk De meeuw dat op verzoek van Toneelgroep Maastricht en regisseur Michel Sluysmans grondig is bewerkt door Ilja Leonard Pfeijffer. In feite heeft hij op de bouwstenen van Tsjechov een nieuw stuk geschreven, met zijn eigen taal en speerpunten. Sommige dingen zijn gebleven, zoals het Russische landgoed, maar dat is niet langer Arkadina’s familiehuis, maar van Polina, een gewone, nuchtere vrouw die niets moet hebben van al te veel artistieke aanstellerij.

Konstantin staat zowel bij Tsejchov als bij Pfeijffer voor de aanstomende generatie. Zijn moeders leven in het theater omschrijft hij als een bestaan tussen bordkarton en klatergoud. ‘Zij houden de kunst in stand alsof ze zich in een omheind reservaat ontfermen over diersoorten die met uitsterven worden bedreigd.’ Pfeijffer steekt in zijn Meeuw ook de draak met zichzelf: in het personage van de ijdele, succesvolle schrijver Trigorin – de witte, oudere, heteroseksuele kunstenaar met een nogal eenzijdig vrouwbeeld – is hij ook een beetje zelf te herkennen, zij het dat hij waarschijnlijk meer talent heeft dan zijn personage. Hij bedient zich van een geraffineerd Droste-effect: meerdere keren wordt gerefereerd aan Tsjechovs De meeuw als gedateerd toneelstuk, terwijl zijn personages daar zelf in staan. Een duizelingwekkend spiegelpaleis.

Waarin de Maastrichtse Meeuw wel degelijk trouw blijft aan Tsjechov, is de manier waarop de liefdescarrousel die hier op volle toeren draait en gebroken harten achterlaat. Een grijs gedraaid liefdeslied – dat is wat hier gezongen wordt. Schumanns Im wunderschönen Monat Mai vormt dan ook de melancholieke basis in de originele soundscape van Elisabeth De Loore. Bij Pfeijffer is de oudere generatie overigens minder uitgeblust dan bij Tsjechov. Dat blijkt vooral in het personage Polina, die de eenzaamheid beu is en een poging waagt bij de oude dokter Dorn.

Michel Sluysmans blijkt de ideale regisseur voor Pfeijffers eigenzinnige Meeuw. Hij heeft er een wonderschone, originele en bij tijd en wijle ook grappige voorstelling van gemaakt. In zijn strakke regieconcept benut hij het grote podium optimaal, met een decor (ontwerp: Michiel Voet) dat wordt gedomineerd door prachtig gedecoreerde achterdoeken die voortdurend op en neer gaan. De acht spelers staan vaak als tableau opgesteld en kijken naar de zaal; af en toe vinden er onstuimige ontmoetingen plaats, zoals die tussen moeder en zoon, en tussen op drift geraakte verliefden.

Ook als acteursregisseur is Sluysmans opnieuw sterk: hij heeft zijn spelers tot een hecht ensemble gesmeed, waarin de rollen nagenoeg gelijkwaardig zijn. Wendell Jaspers maakt van actrice Arkadina een heerlijk personage: snel, snedig, bitchy en soms oprecht betrokken. Als zij met anekdotes strooit over haar optreden in het Londense West-End waar ze ooit in De meeuw speelde (!) is dat smullen. Jouman Fattal is een getergde en tenslotte gebroken Nina, Tarik Moree speelt Konstanin fel en sterk, en Thijs Römer is als Trigorin een mooie mix van praalhans, charmeur en twijfelaar. Maar ook de jonge Emma Buysse (een intens chagrijnige Masja) en Tim Helderman als de suffe maar oprechte dorpsonderwijzer maken indruk. De oudere generatie wordt gespeeld door een grappig-goedlachse Dries Vanhegen als dokter Dorn en Esther Scheldwacht als Polina. Wat een mooie rol van Scheldwacht: geestig, bezorgd en vilein, en dat alles op de juiste manier gedoseerd.

Pfeijffer voorzag Tsjechovs De meeuw van een bezonken epiloog waarin de ouderen de eenzaamheid alsnog te lijf gaan. In dit landgoed waar in kille kamers alleen nog maar herinneringen leven, kijken we tenslotte aan tegen een verzameling opgezette dieren. Gestolde levens, die laten zien dat we allemaal zetstukken zijn in ons eigen, en elkaars, bestaan.

Ilja Leonard Pfeijffer, die momenteel door Europa toert vanwege de vertalingen van zijn grote roman Grand Hotel Europa, is huisschrijver bij Toneelgroep Maastricht. Eerder al regisseerde Michel Sluysmans (de beide mannen kennen elkaar van theatergroep Annette Speelt) Noem het maar liefde en de bewerking van Pfeijffers roman Peachez, een voorstelling die tijdens de coronacrisis online een groot succes werd. In Maastricht werden ook al de theaterbewerkingen van La Superba en Brieven uit Genua gespeeld.

Een meeuw

Theater

★★★★★

Door Toneelgroep Maastricht, tekst Ilja Leonard Pfeijffer naar Anton Tsjechov.

6/3 Theater aan het Vrijfhof Maastricht; tournee.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden