Il Principe
Kwade daden voor nobele doelen
De Duits-Amerikaanse ideeënhistoricus Leo Strauss formuleerde ooit de stelling dat de hele moderne politieke filosofie in wezen niet meer is dan een voetnoot bij Machiavelli.
Het verschijnen van een nieuwe Nederlandse vertaling van diens belangrijkste werk, Il Principe, mag mede daarom niet onopgemerkt voorbijgaan. De nieuwe editie, vertaald en ingeleid door de Leidse letterkundige Paul van Heck, is overigens zonder twijfel een aanwinst voor de Nederlandse Machiavelli-literatuur. Door in de bundel een selectie uit zijn briefwisselingen op te nemen, geeft Van Heck de lezer inzicht in de geestesgesteldheid van de schrijver in de periode waarin Il Principe het licht zag. Een aantal niet eerder in Nederlandse vertaling gepubliceerde rapporten geeft daarbij een beeld van het diplomatieke bestaan waaraan Machiavelli veertien jaren van zijn leven wijdde. Deze diplomatieke ervaringen droegen bij aan de vorming van de ideeën die in Il Principe centraal zouden komen te staan.
De intellectuele traditie waaruit Machiavelli voortkwam en waartegen hij zich afzette, was op haar beurt een voetnoot bij Cicero, wiens De Officiis in Machiavelli's tijd naast de Bijbel het meest verspreide en gelezen boek was. De kern van Cicero's deugdenleer was dat de morele rechtschapenheid van de bestuurlijke elite een conditio sine qua non was voor de vestiging van een succesvolle republiek. De kerndeugden die de vir virtutis, de deugdzame, mannelijke man, daarbij diende te bezitten waren moed, gematigdheid, praktische redelijkheid en rechtvaardigheid.
De Florentijnen zagen in dit morele schema vooral een garantie tegen de willekeur van de fortuin. In de vroege Renaissance overheerste nog het beeld van het lot als een blinde destructieve kracht. Met de herontdekking van een aantal verloren gewaande werken van Cicero en Livius werd echter een ander beeld van de fortuin dominant. Vrouwe Fortuna was niet langer blind, ze had wel degelijk oog voor de deugdzame man. Waarbij steeds gold: hoe deugdzamer de man, hoe groter de kans dat de fortuin hem gunstig gezind zou zijn - mits hij maar bereid was het juiste moment af te wachten om zijn kans te grijpen.
Toen het lot zich echter tegen Florence keerde, bleken zijn bestuurders niet in staat de bakens te verzetten. De republiek stierf uiteindelijk in deugdzaamheid. Machiavelli's werk is grotendeels geboren uit frustratie over dit falen van de oude deugdenleer. Als hij het had gelaten bij een klaagzang over de kwalijke gevolgen van deugdzaam handelen, zou Il Principe waarschijnlijk allang een vergeten tekst zijn. Hij ging echter een stap verder, een stap die zo opmerkelijk en omstreden was dat hij tot aan de dag van vandaag onderwerp van debat vormt.
Tegen alle bestaande morele codes in stelde Machiavelli namelijk onomwonden dat nobele doelen veelal uitsluitend door middel van kwade daden verwezenlijkt kunnen worden. Als de fortuin een vrouw is, aldus Machiavelli, moet men haar desnoods met harde hand zijn wil opleggen. Deugdzaamheid was dus niet zozeer een zaak van intenties als wel van uitkomsten. Zo kon de in hoofdstuk VII van Il Principe beschreven Cesare Borgia ondanks zijn wrede optreden door Machiavelli dus toch een man vol virtu worden genoemd. Zijn daden veroordeelden hem (accusata) maar zijn successen pleitten hem vrij (scusata).
Machiavelli ging overigens niet zover te zeggen dat Borgia's moordpartijen werkelijk deugdzaam waren. In een al bestaande republiek was gedrag als dat van Borgia ook volgens Machiavelli onaanvaardbaar. Maar wie een nieuwe republiek wilde stichten (en dat wilde Machiavelli: een vrij Florence in een verenigd Italië), moest net als Borgia bereid zijn de fortuin desnoods met geweld naar zijn hand te zetten.
Het bewaren van de lieve vrede was dus geen doel op zich. Om dezelfde reden verwierp hij ook de klassiek republikeinse nadruk op interne vrede als hoogste doel voor de vera respublica. Interne vrede was volgens Machiavelli veel minder
bruikbaar dan een gezonde rivaliteit tussen de regenten en het volk.
Deze rivaliteit hield mensen scherp en zorgde ervoor dat alleen wetten die werkelijk het algemeen belang dienden, zouden worden aangenomen. Wetgeving die één partij bevoordeelde, zou immers door de andere partij onmiddellijk worden afgeschoten.
Machiavelli's werk kondigde de geboorte van een nieuw tijdperk aan, een waarin niet de intenties maar de uitkomsten het handelen van Europese staten gingen bepalen. Voor dit baanbrekende werk zou hij overigens wel een hoge prijs betalen. In de volksmond werd zijn naam van lieverlee synoniem voor gewetenloosheid en wreedheid in politieke zaken. Het is wellicht om deze reden dat de werkelijk gewetenlozen zich altijd tot hem aangetrokken hebben gevoeld. Napoleon en Hitler waren beiden verklaarde bewonderaars. Stalin liet zelfs voor eigen gebruik een nieuwe Russische vertaling van Il Principe produceren waaruit hij te pas en te onpas placht te citeren.
Toch is ook de liberale democratie Machiavelli dank verschuldigd. Isaiah Berlins opmerking dat zijn werk het geboortemoment van het pluralisme vormt, lijkt ietwat overdreven. Maar er loopt wel een duidelijke lijn naar het werk van Burke en de auteurs van de Federalist Papers wanneer zij spreken over het belang voor een vrije gemeenschap van het in goede banen leiden (in plaats van onderdrukken) van concurrerende facties. Door het goede hardhandig van het deugdzame te scheiden, opende Machiavelli ook de weg voor de geboorte van een wetenschappelijke aanpak van de politiek, een scienza politica. In de werken van de Verlichtingsdenkers zou de fortuin uiteindelijk langs wiskundige weg volledig worden bedwongen.
Strauss heeft zonder twijfel gelijk wanneer hij stelt dat de hele moderne politieke theorie Machiavelli schatplichtig is. De Florentijnse filosoof verdient het dan ook om gelezen (en herlezen) te worden. Waarbij wel geldt: caveat lector (de lezer zij gewaarschuwd). Over uw schouder lezen immers 'murderous Machiavels' als Hitler en Stalin instemmend mee.