interviewcomedian jeroen leenders
‘Ik werd heel ongelukkig van avond aan avond grappen herhalen die je al lang geleden hebt bedacht’
Na een donkere periode, waarin hij stopte met ‘quasi alles’, is comedian Jeroen Leenders terug op het podium. Maar héél anders dan daarvoor.
In de kleine zaal van theater De Verbeelding in Purmerend, waar Jeroen Leenders (44) zondagmiddag voor twintig mensen zijn comedyshow heeft gespeeld, zoekt een man naar de juiste woorden om hem een compliment te maken. ‘Ik had jou meer, eh… Je was meer, eh… bezoekers waard. Ik heb echt genoten.’
Anderhalf uur eerder stak de kleine langharige en langbaardige Vlaming uit Eindhoven van wal met een effectieve openingszin: ‘Voor de mensen die mij niet kennen: ik zie er echt zo uit.’ Daarna ging het onder meer over koud douchen met een foto van Poetin in de badkamer, het geschrapte abortusrecht in Amerika, de opperste concentratie van middenbaanrijders en het feit dat hij in de coronaperiode in de schuldhulpverlening belandde. Met een vette grijns herhaalde hij het antwoord dat hij zijn kinderen geeft als zij vragen hoeveel geld hij heeft: ‘Ik heb min geld. Ik heb negatief geld. Ik heb zó weinig geld dat ik soms denk: had ik maar geen geld.’
Het aantal theaters dat hij aandoet met zijn Jeroen Leenders Theatertour is op twee handen te tellen, de invulling van zijn show varieert telkens. Maandenlang dezelfde min of meer vast omlijnde voorstelling spelen, zoals de meeste succesvolle cabaretiers doen, kan hij niet opbrengen.
Van het geijkte pad af
Hij heeft dat wel jarenlang gedaan. Jeroen Leenders trad voor het eerst op in comedyclub The Joker in Antwerpen, in 2007, toen hij nog werkte als taxichauffeur. Drie jaar later, op zijn 31ste, won hij de juryprijs van het Leids Cabaret Festival. ‘Een performer pur sang’, noemde de jury hem. ‘Er schuilt gevaar in deze man en dat is aantrekkelijk.’
Kort daarna sloot hij zich aan bij stand-upcollectief Comedytrain. Hij volgde het geijkte festivalwinnaarspad: debuteren met een avondvullend programma, op tournee gaan, een tweede voorstelling maken, in zijn geval een derde, een vierde. Aanvankelijk werd hij vertegenwoordigd door de impresario die ook de agent was van Theo Maassen, Paul de Leeuw en Najib Amhali. Jeroen Leenders kon goed van zijn grappen leven.
Die tijd is al even voorbij. Na een donkere periode – het korte verhaal – stopte hij in 2015 met ‘quasi alles’: hij trad alleen nog maar op in The Joker en in Toomler, de comedykelder van Comedytrain in Amsterdam. Een vetpot is stand-upcomedy nooit meer geworden sinds hij België en Nederland afstropen met een voorstelling heeft afgezworen en alles zelf regelt, zonder boeker.
‘Liever daagt deze man zijn kunnen uit in de onzichtbare onderbuik van comedyclubs in binnen- en buitenland’, valt er nu op zijn site te lezen. ‘Dat je nog nooit van hem hoorde zou dus best wel eens kunnen.’
Financieel geruïneerd
Voor The Jeroen Leenders Experience, zijn comedyavond met vaste edities in comedyclubs in Utrecht, Rotterdam, Antwerpen en Amsterdam, treft hij zo min mogelijk voorbereidingen. Hij neemt onderwerpen mee waarover hij het die avond, en alleen die avond, wil hebben, dingen die hem de laatste tijd zijn opgevallen of die hem storen – geen uitgewerkte ideeën van wat hij erover kwijt wil, en al helemaal geen kant-en-klare grappen. In de tweede helft verdedigt hij met vuur meningen die mensen uit het publiek in de pauze desgevraagd op kaartjes hebben geschreven.
‘Ik heb mezelf financieel geruïneerd met deze aanpak’, zegt hij anderhalve week na Purmerend, thuis in Eindhoven. ‘Maar ik ga echt nooit meer doen wat ik deed.’
Waar hoopte je op toen je in 2010 het Leids Cabaret Festival won?
‘Nergens op. Ik had geen plan. Ik toerde in die tijd met mijn eerste voorstelling in Vlaanderen. Dat was een idee van mijn boeker, net als in Nederland meedoen aan dat festival. Ik was een onnozele taxichauffeur uit Antwerpen, wat wist ik van die entertainmentwereld af? Helemaal niks.
‘Ik was voor het eerst op een podium gaan staan omdat het me leuk leek om een keertje comedy te proberen. Iets doen wat me leuk leek was mijn enige ambitie en dat is het nog steeds: ik wil er niet dit of dat mee bereiken, ik wil er alleen maar beter in worden dan gisteren.’
Wat leek je zo leuk?
‘Mensen laten lachen om iets waar ze eigenlijk niet om kunnen of willen lachen. Dat vind ik nog steeds het allerleukste, om aan te komen met onderwerpen waarvan iedereen zegt: niet leuk, geen zin in. Onderwerpen waar van zichzelf geen humor in zit, zoals abortus en de oorlog in Oekraïne.
‘Ik wil er een lans voor breken dat je een genuanceerde mening ook heel krachtig kunt brengen. Daarvoor moet je in de modder durven woelen, dingen zeggen die mensen moeilijk vinden. ’
Zolang dat dus maar niet in een geperfectioneerde voorstelling van anderhalf uur is waarmee je het land door moet?
‘Ik werd er heel ongelukkig van, van twee theaterseizoenen exact hetzelfde verhaal vertellen, de vertraging die dat oplevert. Avond aan avond grappen herhalen die je al lang geleden hebt bedacht voelt voor mij als faken. Ik snap gewoon niet waarom je dat zou doen in 2023. Micha Wertheim heeft het gedaan: een voorstelling maken en de opname op tour sturen. Precies, ja!
‘Ook in die begintijd gebeurde het regelmatig dat er maar twintig of dertig mensen in de zaal zaten. Dan wordt een tournee van 120 zalen al snel een absurde onderneming. En dan vond ik het zelf dus ook nog oud gelul. Als mensen lachten om iets dat ik zelf eigenlijk niet meer zo leuk vond, nam ik ze dat kwalijk.
‘Er zijn optredens geweest waar ik gewoon halverwege naar huis ben gegaan. Fuck die shit, het podium af, weg. Niets maakte indruk op mij. Dat ik nooit meer in dat theater zou mogen staan, dat het publiek zou afhaken… Dat moeten die mensen maar lekker doen, dacht ik, ze hadden hier in de eerste plaats al niet moeten zijn.
‘Uiteindelijk heb ik het vier shows volgehouden. Eigenlijk vijf, want die vierde show ging ik halverwege het seizoen een nieuwe voorstelling spelen onder dezelfde titel. Ik kreeg het niet meer gebolwerkt om langer dan een half jaar dezelfde onzin uit te kramen.’
Wel wat persoonlijkheidsstoornissen
Voor hij naar de keuken verdwijnt om koffie te maken: ‘Maar goed, hier hebben ook wel wat persoonlijkheidsstoornissen mee te maken.’ Hij kreeg de diagnoses suïcidaal, antisociaal, paranoïde en borderline, vertelde hij de zaal in Purmerend, en hij herhaalt het nu, in zijn eenkamerflat in een verouderd verzorgingshuis. Hij woont hier tijdelijk, samen met zijn vriendin. Ze zijn van plan om in de nabije toekomst naar Antwerpen te verhuizen – dichterbij de kinderen van 9 en 12 die Leenders heeft met zijn ex uit Gent.
Het gaat veel en veel beter met hem dan in 2015, toen hij dus bijna al zijn bezigheden stillegde. Het langere verhaal: ‘Ik ging in die periode naar de huisarts omdat die suïcidaliteit niet weg ging. Kreeg ik eerst een foldertje mee voor dramatherapie. Toen ik terugging, heb ik uitgelegd hoe mijn suïcidaliteit eruitziet. ‘O ja’, zei ze, ‘maar dan moeten we iemand bellen.’ Dat dacht ik ook wel ja, dat we iemand moesten bellen.’ De afgelopen twee jaar volgde hij een intensief ggz-traject, schematherapie in groepsverband.
Hoe ben je opgekrabbeld?
‘Ik ben eerst gaan opschrijven hoe het voor mij werkt, de wereld. Als je depressief bent, word je van niks warm of koud. In een notendop raak je zó afgesloten van wat je voelt dat alles cognitief wordt. Er is alleen nog maar denken over.
‘Ik heb twee jaar lang gewoon in mijn onderbroek aan tafel zitten schrijven en af en toe mijn kinderen van school gehaald. Ik moest mezelf logisch zien uit te leggen hoe iets dat compleet zinloos is – het bestaan – toch iets zinvols kan voortbrengen. En ik weet nu: zolang dat je niet lukt, you’re full of shit.’
Welke inzichten heb je opgedaan in therapie?
‘Wat schematherapie in het kort behelst: je zet jezelf terug in de kindpositie en laat jezelf als het ware heropvoeden door andere ouders – de therapeuten – en uiteindelijk door jezelf. Ik heb nog nooit zoiets beangstigends gedaan.
‘Je moet jezelf kwetsbaar opstellen in een groep mensen. Ik heb van mijn ouders meegekregen dat je kwetsbaar opstellen ten opzichte van iemand anders het achterlijkste idee is dat je kunt hebben. Het is de ander een geladen pistool geven om jou mee neer te schieten. Dat was niet alleen een ideetje, het werd er ook fysiek ingeramd, door zowel mijn vader als mijn moeder.
‘Het bestaan gaat gepaard met pijn; er is zwaartekracht, je hebt zenuwuiteinden, je hebt een geest die van alles wil, je hebt de beperkingen van de werkelijkheid. Een kind moet met die begrenzingen leren omgaan. Maar het moet ook meekrijgen: als jij iets voelt, dan is dat waar. Ik heb het tegenovergestelde geleerd: als jij iets voelt, val mij er dan niet mee lastig.’
Toen ik jou jaren geleden voor het eerst zag spelen in Toomler kwam je best bozig over.
‘Boosheid was mijn grootste beschermer. Over alles wat ik deed of voelde legde ik een laagje boos. Ook over blijdschap. Als mensen na een grap begonnen te klappen, moest ik hun applaus niet hebben. Want zodra je toont dat je ergens blij van wordt, geef je de ander iets om jou mee te lokken, of om van jou af te nemen.’
Die weerstand heb je nu niet meer?
‘Ik kan nu beter de momenten herkennen waarop ik boos word. En dan dus denken: wat gebeurt er nu met mij, wat voel ik precies, welke behoefte ligt daaronder? Pas als je contact kunt maken met wat je voelt, kun je contact maken met de wereld om je heen.
‘Vroeger kon alles me van de wijs brengen, omdat ik elke keuze moest maken met mijn hoofd. Op het moment dat iemand iets zei dat met mijn beredenering conflicteerde, sloeg de twijfel meteen toe: ja, misschien klopt wat ik hierover heb bedacht ook niet helemaal. Nu kan ik gewoon zeggen: kan allemaal zijn, maar ik voel het toch op deze manier.’
Heeft het je comedy veranderd?
‘Comedy kan alleen maar echt goed worden als je je kwetsbaar durft op te stellen. Als ik nu opnames uit mijn beginperiode terugluister, denk ik vaak: sjongejongejonge, wat een machismo. Ik was altijd de winnaar in mijn verhaal. Het was vaak sarcasme naar mezelf toe, ik was nooit écht relativerend. Mijn zelfrelativering was eerder zelfhaat.
‘Als ik tijdens een show in een comedyclub merk dat ik mezelf herhaal of dingen op de automatische piloot doe, heb ik de neiging om het open te breken. Het resultaat is er dan natuurlijk naar. De mensen lachen minder, het wordt ongemakkelijk en daar kan ik dan weer onzeker van worden. De Experience-avonden kunnen soms moeizaam zijn, maar ik vind dat zelf toch altijd beter en spannender dan het alternatief: het trucje doen.’
Je bent je onbekendheid gaan cultiveren, het optreden in kleine zaaltjes voor weinig publiek.
‘Omdat ik weet dat er mensen op zoek zijn naar wat ik doe: naar iets dat heel oprecht is, in het moment ontstaat en fout mag lopen.
‘Ik weet ook dat ik makkelijk praten heb, omdat ik nooit een grote carrière heb gehad. Ik deed misschien wel veel zalen aan, maar het waren geen bakken van duizend man of meer, geen Carré. Dus wat heb ik opgegeven? Niet zo veel. Ik wil mezelf niet zo zwaar overschatten dat ik over een uitverkocht Carré net zo doodleuk zou zeggen: laat ook maar.
‘Maar geld interesseert mij niet, en ik ga dus niet afwijken van deze koers voor geld. Dat is misschien dom, maar dat is dan maar zo. Prima. Ik zoek liever weer een baantje voor overdag om ’s avonds te kunnen optreden dan dat ik compromissen sluit.’
Lachen om zijn eigen misère
De Jeroen Leenders Theatertour – hij doet de komende tijd nog Leiden, Maastricht en Hoogeveen aan – is een compromis dat resteert van vóór corona. ‘Ik ben met Purmerend alleen helemaal vergeten af te spreken hoeveel geld ik ervoor zou krijgen. Dus ik heb een mailtje gestuurd waar ik nog achteraan moet bellen: ik kan geen afspraken terugvinden, hoe stel jij voor dat we dit regelen?’
Hij kan smakelijk lachen om zijn eigen misère, zegt hij. Vrienden en kennissen hebben hem in de coronaperiode gesponsord voor de 14 duizend euro die hij tekortkwam. ‘Strikt voor levensonderhoud. Een hoop mensen denken dat overheidssteun een zak goud is die je krijgt, maar als je nul reserves had, zoals ik, dan was de steun die er kwam te weinig.’
Wat vind je het grappigst aan je eigen situatie?
‘Nou, over die hele slechte periode in 2015: hoe grappig is het om in een toestand terecht te komen waarin niemand je nog kan helpen? Je bevindt je midden in de wereld, alles wat je nodig hebt, alle middelen zijn in principe voorhanden, en toch kun je er niet bij. Dat vind ik als beeld hilarisch, een soort live tantaluskwelling.
‘De slachtoffers van de toeslagenaffaire zijn er ook een perfect voorbeeld van. Die mensen verkeerden jarenlang in een situatie waarin niemand hen geloofde. Ze moesten in hun eentje dealen met de kafkaëske absurditeit van het institutioneel racisme van de overheid, met alle afgrijselijke gevolgen van dien.
‘The joke is on the other people, hè; de mensen die er blindelings op vertrouwen dat de werkelijkheid wel meevalt. De werkelijkheid valt helemáál niet mee. Degenen die daar zelf geen last van hebben en geloven van wel, zij leven in een grap, zij zijn hier de grap.’
De Jeroen Leenders Theatertour is nog te zien in Leiden (16/2), Maastricht (15/3) en Hoogeveen (10/4). De eerstvolgende Jeroen Leenders Experience is in de Rotterdamse comedyclub Haug (17/2).
Leenders online
Jeroen Leenders maakt audio- en videopnamen van iedere Jeroen Leenders Experience, terug te vinden op Spotify en YouTube. ‘Een boeker en een theaterdirecteur zullen dat honderd procent afraden’, zegt hij. ‘Het credo is: als mensen online al van alles van jou gezien hebben komen ze niet meer kijken in het theater, dan kopen ze geen kaartjes meer. Ik vind het een verademing om alles zelf te doen en dus te denken: als puntje bij paaltje komt kunnen die theaters m’n zak opblazen. Ik hoef niks van niemand. Ik maak telkens iets anders, het speelt voor mij geen rol.’