‘Ik kijk altijd door een Jezusbril’
Behalve de liefde voor country delen Jim White en Johnny Dowd een fascinatie voor alle dingen Gods – wat tot uiting komt op hun gezamenlijke album....
De legende wil dat de eerste ontmoeting tussen de alt.country artiesten Jim White en Johnny Dowd als volgt verliep. Tijdens een optreden van Dowd op het South by South West-festival in Austin, Texas stapte White de zaal binnen midden in een nummer dat welgeteld één moord, twee akkoorden en acht minuten telde. White was verkocht. De zanger die, een volstrekt eigenzinnige vorm van experimentele muziek maakt waarin country de basis vormt, stapte af op de grijze gitarist die in beklemmende rudimentaire liedjes zingt over geloof gedoopt in bloed en seks doordrenkt van zondebesef. White stelde zich voor. Overbodig, want Dowd reageerde met: ‘Ja ik ken jou. Jij bent dat joch dat mij imiteert.’
Dowd nu met een gezicht waarop onschuld en verbazing om voorrang vechten: ‘Neee, ik heb toen toch geen joch gezegd?!’
Jim White: ‘Johnny, ik zou een heleboel over je kunnen verzinnen en dat zal ik waarschijnlijk ooit nog eens doen, maar ik weet zeker dat je me toen echt ‘joch’ hebt genoemd.’
Het is goed gekomen. Er worden in de lobby van een Amsterdams hotel over en weer geintjes gemaakt. De jonge White (49) zou de carrière van de oude Dowd (58) – wiens bejubeling in de pers in scherp contrast staat met het schamele commerciële succes en die noodzakelijkerwijs nog steeds een verhuisbedrijf runt in Ithaca New York – wel eens uit het slop helpen.
De zangers hebben onder de naam Hellwood het album Chainsaw of Life opgenomen. Een verzameling nummers met een fascinatie voor het gedeelde achterland, het diepe zuiden. White komt uit Pensacola, Florida en Dowd Fort Worth, Texas. Beiden zijn pas laat aan hun muzikale carrière begonnen. En vlak de fascinatie met alle dingen Gods niet uit.
Op Chainsaw of life komen de woorden ‘Lord’ ‘God; en ‘Ten Commandments’ in de titels voor. De heer is alomtegenwoordig. Al was het maar omdat hij zich demonstratief heeft teruggetrokken uit het leven van de deerniswekkend kleine lieden die Chainsaw of Life bevolken. Er zijn liefdeloze huwelijken waarin echtelieden krampachtig vasthouden aan het ‘till death do us part’ en zelfmoord als enige uitweg zien. Er zijn missionarissen die de zakken van God zelf zouden rollen om met het geroofde geld de katjes in het donker te knijpen. Er zijn laffe soldaten die blijven leven terwijl zelfopofferende helden roemloos sneuvelen.
En dan is er nog de opener Thank You, Lord. De eerste regel moet alle diepgelovigen in de Verenigde Staten al doen steigeren.
‘Thank you Lord for the hurricane.’ Waarna de heer nog door Dowds monotone en cynische stem wordt bedankt voor Bush, aardbeving, vuur en verwoesting.
Dowd: ‘Bij de eerste opname riep ik nog: ‘This one’s for all the motherfucking Christians.’ Nee, het heeft niets te maken met teleurstelling in georganiseerde religie. ‘Het is meer een terugvorderen van God op een bepaald soort gelovigen. Wat me zo opviel na orkaan Katrina, was dat de slachtoffers hun mond vol houden over de goedheid van God. Zo van: ‘Ja, ik ben dan wel mijn vrouw en kinderen kwijt, maar dank zij God leeft mijn hond nog.’ Hell, ik ben een van die mensen die God al die andere misère verwijt.’
White kent die rotsvaste overtuiging uit eigen ervaring. Als jongen probeerde hij zich in Pensacola over te geven aan de plaatselijke kerk voor het zielenheil van een vriend. White probeerde zelfs in tongen te spreken, maar zonder succes. Nadat hij zag hoe gevoelige zielsgenoten geen onderdak vonden in Gods huis volgden depressies, twaalf ambachten (waaronder fotomodel voor de Bijenkorf) en dertien ongelukken.
White ziet zijn preoccupatie met religie als een ‘aandoenig waar hij niet meer van kan afkomen’. ‘Ik zeg altijd maar dat ik door mijn verleden de wereld alleen maar kan zien door een Jezusbril. Maar het verschil tussen mij en die streng gelovigen is dat ik weet dat ik die bril op heb.’
Het geloof leverde destijds misschien geen verlossing op, veel later zorgde het wel voor een prachtige film. White fungeerde als gids in de BBC-documentaire van vorig jaar over de zoektocht naar de rol van religie in het diepe zuiden. Searching for the wrong eyed Jesus, genoemd naar White’s debuutalbum werd een bij vlagen poëtische en surrealistische roadmovie. En een die een zeldzaam openhartig, maar niet oordelend kijkje gaf in hoe diep het dagelijkse leven is doordrongen van Christus. White: ‘Ik heb me toen op verzoek van de filmmakers ook niet te negatief over het geloof uitgelaten, maar ik had ook zo’n song als Thank You Lord kunnen schrijven.’
Geen van beiden kan uit de voeten met regels van het geloof van hun opvoeding. Wat er dan wel is? Laatst zag Dowd de Dalai Lama op tv. Dowd: ‘Toen hem werd gevraagd wat de reden van dit bestaan is, antwoordde hij volstrekt vanzelfsprekend: Gelukkig zijn. Toen dacht ik wow dát is cool.’