INTERVIEW
'Ik heb heel veel geluk'
Ze kan niet zonder Plien. Toch won Bianca Krijgsman solo ineens een Emmy, als beste actrice.
Cabaretier en actrice Bianca Krijgsman (46) is geen prater en dat kondigde zich al vroeg aan. Haar moeder heeft haar vaak verteld hoe ze zich pas op haar 6de écht verstaanbaar begon te maken - maar het bleef sukkelen. In haar familie staat ze bekend als: 'Ooo, Bianca, die zegt nooit wat, die stille.' Op feestjes zit ze liever te kijken hoe anderen praten dan dat ze zelf praat. 'Ik denk altijd: waar hebben die mensen het nu toch allemaal over?'
Het contrast met de Bianca Krijgsman uit het theater kon niet groter zijn. Sinds 1996 vormt ze met Plien van Bennekom het duo Plien & Bianca en dat is lachen, gieren, brullen, ook voor henzelf. Op 26 januari begint hun nieuwe voorstelling, Gaat het nog door?, en daarin zit één scène waarin ze het zelf bijna niet droog kunnen houden. Op haar mobiele telefoon laat Krijgsman zien wie ze dan spelen: Rinie en Michiel, twee zulke sneue mannetjes dat ze elkaar maar aan hoeven te kijken of ze barsten in lachen uit.
En er is nog een pregnant beeld van Bianca Krijgsman. Eind november won ze een International Emmy Award voor haar rol in de televisiefilm De nieuwe wereld. Toen ze de prijs op het podium van het Hilton Hotel in New York in ontvangst nam, schreeuwde ze het uit: 'Hello, I'm Bianca from Holland! Yeah!' Ze stak haar gebalde vuist omhoog alsof ze in de boksring stond, de zaal klapte en joelde. 'Wow!', ging ze verder. 'I'm so excited! I never expected this!'
Deze vrouw in haar witte Claes Iversen-jurk, met dat rode haar en die uitbundige blauwe ogen, was in Nederland even wereldnieuws.
Je dacht dat de andere genomineerden beter waren, toch?
'Ik had fragmenten van de andere actrices gezien en die vond ik overweldigend.'
Had je écht geen speech voorbereid, zoals je zei?
'Ik had alleen wat namen opgeschreven. Ik wist dat ik de figuranten wilde bedanken, dat waren echte asielzoekers, en nog wat mensen.'
Het is toch levensgevaarlijk om niets voor te bereiden?
'Levensgevaarlijk, ja. Ik heb die namen genoemd en verder weet ik niet meer wat ik heb gezegd. Toen ik terugliep naar mijn stoel, dacht ik: o jee, wat heb ik nu gedaan, ik heb alleen maar lopen schreeuwen. Maar ik was heel erg blij. Toen ik mijn naam hoorde, dacht ik: hè?'
Wil je doorgaan met acteren?
'Ik vind het heerlijk, dus kom maar op met de rollen. Maar het is niet zo dat ik de keuze heb. Veel mensen denken: hé, ze zal nu wel door het buitenland worden gebeld, en dan moet ik heel hard lachen. Ze denken dat het me komt aanwaaien, dat ik nu kan kiezen tussen een rol bij Theu Boermans, Ivo van Hove of Joram Lürsen. Dat is niet aan de hand, zeg maar. Ik ben gebeld voor de nieuwe Bassie en Adriaan-film.'
Ga je dat doen?
'Nee.'
Na de Emmy is dit de enige aanbieding?
'Ik ben gevraagd om auditie te doen in iets met een trolletje, een kinderserie, en in iets met een kikker.'
Wat gek, je hebt een Emmy gewonnen met een serieuze grotemensenrol en nu vragen ze je voor kinderdingen.
'Ik weet ook niet hoe dat werkt.'
Het is vakantie als Bianca Krijgsman neerstrijkt in Café Amsterdam in de Staatsliedenbuurt. Ze is moe, zegt ze. De hele afgelopen zomervakantie was ze bezig met de opnamen voor de KRO-serie 't Schaep, waarin ze Greet van Duivenbode speelt. Daarna dook ze met Plien in de voorbereidingen van hun nieuwe voorstelling. Rond de Kerst kon ze eindelijk thuis in Grootschermer zijn en even zitten, gewoon zitten. Ze heeft Alles is familie gekeken, waarbij ze hard moest huilen om Martine Bijl, die in de film een dochter verliest aan kanker. 'Ik vond Martine zó zielig', zegt ze.
Ze wil maar zeggen: dat ze wat moeizaam formuleert, heeft ook met die moeheid te maken. 'Misschien ben ik overspannen', verzuchtte ze tegen haar man, cabaretier Diederik van Vleuten. Toch is dat niet het hele verhaal. Aan alles is te merken dat Krijgsman ook in normale omstandigheden geen enorme prater is. Ze laat voortdurend stiltes vallen, zoekt naar woorden, maakt zinnen niet af. Soms verdraait ze haar stem, alsof ze met Plien op de planken staat.
Ze weet niet goed waarom ze op het podium zo anders is, zegt ze. 'Ik geloof dat ik mezelf aan en uit zet. Er zijn mensen die de hele tijd aan staan, ik sta meestal uit, behalve die twee uur dat ik optreed.' Als ze vroeger vertelde aan mensen dat ze in het theater stond, was vaak de reactie: 'Ah, dan doe je het geluid of het licht?'
Na afloop zal ze nog een mail sturen om dingen te verhelderen. Ze is het tegenovergestelde van Mirte, de vrouw die ze met zo veel succes speelde in De nieuwe wereld. Mirte is een harde vrouw, die de rits van haar trainingsjasje dicht heeft tot aan haar kin, als een pantser. Ze is schoonmaakster in een asielzoekerscentrum en ze beschouwt asielzoekers als beesten die je wegjaagt door 'kssst' te zeggen. Krijgsman heeft dat pantser niet en wil niemand voor het hoofd stoten. Ze wil aardig gevonden worden, misschien wel pleasen. 'Er zijn genoeg onaardige mensen en er wordt genoeg beledigd', vindt ze.
CV Bianca Krijgsman
Geboren 3 oktober 1968 in Oudesluis.
Opleiding
1978-1988 Nationale Balletacademie in Amsterdam.
1989-1993 Kleinkunstacademie in Amsterdam.
Carrière
1996 Wint als het duo Plien & Bianca jury- en publieksprijs op het Camarettenfestival.
1997 Changez
1998-2003 VPRO-serie Zaai.
1999 Biks
2001 Ngorongoro
2004 Stessen, toneelstuk van Paul Groot
2004-nu Gastrollen in het satirische tv-programma Koefnoen.
2008 Wie dan allemaal.
2011 Heb je hun weer.
2015 Vanaf 26 januari de nieuwste voorstelling: Gaat het nog door?
Televisie- en film
2006-nu 't Schaep, KRO-serie.
2010 De Troon, AVRO-serie.
2011 Dolfje Weerwolfje, film.
2013 De nieuwe wereld, telefilm waarmee ze een International Emmy Award won.
2014 Bannebroek's got talent, telefilm.
Burgerlijke staat
Bianca Krijgsman woont samen met cabaretier Diederik van Vleuten, met wie ze drie kinderen heeft van 12, 8 en 3.
Je hebt de Emmy opgedragen aan de asielzoekers uit de film, je zei: 'Ik hoop dat ze in Nederland een plek krijgen om te blijven.' Waarom?
'Tijdens de opnamen kwam ik in contact met een familie, volgens mij uit Afghanistan, met meiden van een jaar of twintig. Ze spraken bijna beter Nederlands dan ik, ze zaten hier al jaren en studeerden, ik denk iets met medicijnen. 'We gaan jou later opereren', zeiden ze. Ik dacht: stel je voor dat je al zo lang in Nederland bent en je nog niet weet of je kunt blijven. Verschrikkelijk.'
(Tekst loopt door onder afbeelding)
Je kunt ook denken: niet te veel asielzoekers. Dat is de lijn van de regering.
'Met die lijn heb ik niks. Als ik door Europa rijd, denk ik: er is hier toch nog overal heel veel plek? Al zolang er mensen zijn, verplaatsen ze zich over de wereld en ze gaan niet voor niets weg uit hun land.'
Er zitten veel gelukszoekers tussen, naar het schijnt.
'Dat klinkt alsof het smoezenverzinners zijn. Ik vind dat iedereen geluk mag zoeken.'
Die Mirte is vooral in het begin van de film vreselijk. Hoe was het om zo iemand te spelen?
'Dat lelijke aan haar vond ik erg leuk. Wat mij helpt bij het spelen is hoe iemand eruitziet, wat voor kleren iemand aanheeft. Daarom zat die rits ook zo hoog dicht, het zegt iets over iemand. En de mensen van de kleding en de make-up kennen mij intussen: o, Bianca, die doet nooit moeilijk als ze lelijke kleren aan moet, liefst de lelijkste die er zijn. In 't Schaep heb ik een immens lelijke broek aan, dat vind ik grappig. Door die kleding krijg je ook een sneu lichaam. Het is gewoon allemaal een beetje verkleedkistje spelen.'
Maar wat is er leuk aan lelijke mensen spelen?
'Nou ja, lelijk, ik speel graag mensen met wie iets aan de hand is. Als ik tegen jou zeg: ik ben zo gelukkig en het gaat zo goed met me, zijn we gauw uitgepraat. Maar als ik zeg dat ik veel problemen heb...'
undefined
...denk ik: goed verhaal wordt dit.
'Dat is het.'
Wat is moeilijker: mensen laten huilen of laten lachen?
'Mensen laten lachen, misschien wel omdat ik zelf snel huil.'
Hè? Waarom huil je snel?
'Weet ik niet. Ik heb niets om te huilen. Meestal huil ik samen met Plien, wat dan weer gezellig is. Ook als we bij 't Schaep een sneu liedje zingen, hup daar gaan de tranen van Bianca weer. Loes Luca moet dan altijd hard lachen waardoor ik ook weer moet lachen.'
Maar goed, wat je doet met Plien is dus moeilijker dan de rol van Mirte.
'Ja, omdat Plien en ik alles zelf moeten bedenken, ook wie het licht gaat doen en wie de kleding, dat hele winkeltje. Bij acteren heb je dat niet, je komt binnen en iemand zegt: hier is het script.'
Plien en jij wekken in interviews de indruk dat jullie shows totale chaos zijn. Is dat zo?
'We weten tot op de millimeter wat we doen. Maar in de fase waarin we nu zitten, de try-outfase, zijn we heel erg aan het zoeken en schaven.'
Plien heeft gezegd: 'Het is de hel, zo'n voorstelling maken.'
'Ze had het over de try-outfase, waarin we 's nachts wakker liggen en bij elke voorstelling de volgorde omgooien. Het is soms pure paniek. Dat haten we allebei.'
Wat willen jullie met jullie voorstellingen?
'We weten heel goed wat we níét willen. Eigenlijk willen we niet dat het ergens over gaat. We willen niet belerend zijn, we willen niet vertellen hoe iemand moet leven en we willen niet al te veel met vrouwendingen bezig zijn. Maar wat we wel willen is eh... moeilijk te zeggen. We werken samen met Patrick Stoof en Kees Prins en we zitten heel veel met zijn vieren bij elkaar, ook vaak hier, in Café Amsterdam. Dan gaan we eerst kletsen en daarna komen we met idee-tjes, vaak zijn die nog niet heel duidelijk. Veel dingen gooien we ook weer weg.'
Jullie willen mensen gewoon laten lachen.
'Het is amusement. Wij voelen ons meer betrokken bij mensen als Tineke Schouten, André van Duin, de Ashton Brothers en Alex Klaasen dan bij het echte cabaretgebeuren.'
Jullie hebben minder met iemand als Theo Maassen?
'Tineke en wij hebben vaak dezelfde ideeën. Als we naar haar gaan kijken, denken we: hé, dat wilden wij ook. Het lijkt meer op wat wij doen dat wat Theo Maassen doet.'
Laten lachen kan op veel manieren, jullie doen het vaak door het sneue van mensen te laten zien.
'Ja, het is zo raar om allemaal uit te leggen...'
Jullie spelen graag mannen met kleine piemels en vrouwen met borsten als theezakjes.
'Ja, of mannen die bij hun moeder wonen. We voelen ons verwant met die mensen. Plien en ik zijn onszelf waarschijnlijk altijd sukkels blijven voelen en dus hebben we meer gevoel bij dat soort types. Het is niet zo van: haha, wat een domme figuren, maar het is leuk om te bedenken wat ze doen, wat ze denken, waar ze het over hebben.'
Jullie nieuwe voorstelling gaat opnieuw over dit soort figuren?
'Diederik, mijn man, zei laatst: deze voorstelling gaat over alles wat mislukt en over mensen die niet met elkaar kunnen communiceren.'
Gaan niet al jullie voorstellingen hierover?
'Ik weet dat zelf niet zo goed.'
Vraag haar naar haar eigen leven en het antwoord is: 'Ik heb weinig te klagen, ik ben een geluksvogel.' Met haar ouders en drie oudere zussen woonde ze in een oud huis met een grote tuin in het Noord-Hollandse Oudesluis, vlakbij Schagen. Haar vader zat in het onderwijs, haar moeder was thuis en zijzelf speelde buiten met blaadjes, besjes en andere prut. 'Het was gewoon, gezellig. Alles kon en mocht. En omdat ik de jongste was, hoefde ik niets voor elkaar te krijgen als ik uit wilde of andere dingen.'
Haar ouders regisseerden het amateurtoneel in Oudesluis en omringende dorpen, en dat was van een 'behoorlijk hoog niveau'. Elk weekend ging ze mee, als kind al zag ze De Kersentuin, Het huis van Bernarda Alba en ander toneelrepertoire. Ze droomde ervan Shirley Temple te zijn, het Amerikaanse kindsterretje. 'Ik dacht: dat wil ik ook, in zo'n jurk en op die schoentjes.' Ze zat op ballet en bezocht van haar 10de tot haar 19de, met een onderbreking van twee jaar, de Nationale Balletacademie in Amsterdam.
'Ik vond het heerlijk, maar ik kwam vroeg in de puberteit en kreeg heupen en borsten. Ik was te zwaar en niet goed genoeg, dus ik had al snel door: dit wordt niks. Ik had dat kunnen zien als een probleem, maar dat heb ik nooit gedaan. Ik had veel lol met mijn klas en ik wist toen al dat ik naar de Kleinkunstacademie wilde, dus ik dacht: ik kan dit later nog gebruiken.'
Op de Kleinkunstacademie raakte je in het eerste jaar bevriend met Plien. Wat klikte er tussen jullie?
'We wisten heel erg wat we niet wilden, toen al. We wilden het nergens over hebben.'
Ik las dat nogal wat studenten op de Kleinkunstacademie allerlei problemen hadden, eetproblemen, weet ik wat, en jullie hadden niks.
'Weer dat verhaal... Het doet afbreuk aan de geweldige tijd die ik op de Kleinkunstacademie heb gehad. Voor mij was de kleinkunst één groot walhalla waarin dans, zang en spel samenvalt. Daarom heb ik ook minder met de cabaretachtigen. Ze zijn knijtergoed, maar ik vind ze te realistisch. Ik wil kunnen wegdromen in het theater. Ik hou van sprookjes.'
Goed, maar hoe komt dat verhaal over het gebrek aan problemen dan in de wereld? Ik moest er wel om lachen.
'We hebben het heel vaak verteld. Door lessen waarin je bijvoorbeeld liedjes zingt, komen problemen eerder aan de orde dan wanneer je in een collegezaal zit met rechtenstudenten. Op de Kleinkunstacademie is er niet aan te ontkomen om dingen van vroeger op tafel te gooien.'
En jullie hadden dus niets van vroeger om op tafel te gooien.
'Nee, ook omdat we niet de behoefte hebben om ergens een probleem van te maken.'
Vrolijke instelling.
'Plien en ik hebben elkaar, dat scheelt ook. Dat is eigenlijk genoeg. We ventileren alles naar elkaar en dan hoeft het niet nog eens bij een ander. Plien zegt vaak: ik heb geen psychiater nodig want ik heb Bianca.'
Dat zeg jij ook?
'Jaaa, ik leg alles bij haar neer.'
Jullie zijn elkaars beste vriendinnen geworden.
'Meteen.'
Zien jullie dezelfde dingen? Vinden jullie hetzelfde?
'We zien dezelfde dingen en we vinden van alles hetzelfde, ook als we een voorstelling maken. Moeten de letters oranje of wit? Dan zeggen we allebei: wit. Het is ook fijn dat we hetzelfde leven hebben.'
Allebei hebben jullie een man en drie kinderen.
'Ja, we hebben heel weinig strijd. We gunnen elkaar veel, ook op het toneel.'
Tussen 1998 en 2003 maakten jullie voor de VPRO het kinderprogramma Zaai. Waardoor werd dat zo populair, denk je?
'Paul Groot schreef het en het zat volgens mij heel goed in elkaar. Veel mensen dachten dat we het improviseerden, maar het lag tot op de millimeter vast.'
Jullie waren twee meisjes van het platteland, hielp het dat je zelf in een dorp bent opgegroeid?
'Het was zoals wij vroeger speelden. De vriendschap tussen die twee meisjes was een echte kindervriendschap. In één scène deden we er vijf minuten over om op het woord 'lilliputter' te komen, dat vonden mensen heel erg leuk.'
(Tekst loopt door onder afbeelding)
Plien en jij zijn nu bezig met jullie zesde cabaretvoorstelling. Kun je je voorstellen dat jullie ooit uit elkaar gaan?
'Nee. Er zullen misschien periodes komen waarin we geen voorstellingen maken, maar dan komen we elkaar wel weer tegen bij Koefnoen bijvoorbeeld.'
Is het nooit eens op, in creatieve zin?
'Daar zijn we natuurlijk soms bang voor. We zitten vaak tegenover elkaar: 'We weten het niet meer.' Maar dat heb je ook als je alleen bent en er een nieuwe voorstelling moet komen.'
Het cabaretduo van je man en Erik van Muiswinkel is uit elkaar gegaan. In NRC Handelsblad zei Diederik dat je in een duo veel moet inleveren.
'Maar dat geldt niet voor ons. Als Plien er niet zou zijn, zou ik nooit in mijn eentje op het toneel gaan staan. Dat doet Diederik wel.'
Nadat jij de Emmy had gewonnen, zei Plien in De Wereld Draait Door: 'Je kunt je afvragen of het voor jouw carrière niet beter was geweest als je niet met mij was opgescheept geweest.'
'Ja, één keer heb ik géén gekke pruik op en ik krijg meteen een Emmy. Maar het klopt niet wat zij zegt. We hebben elkaar veel gebracht. We hebben veel van elkaar geleerd. En ik wil best meer acteren, maar náást onze voorstellingen. Plien is de basis.'
Als Plien er niet was geweest, was de Emmy er ook niet geweest?
'Ik denk het niet nee. Dan was ik nu waarschijnlijk een sneue actrice die naast het antwoordapparaat zit te wachten op opdrachten.'
Zijn jullie mannen niet jaloers op wat jullie samen hebben?
'Toen ik net met Diederik was, zei hij wel eens: 'Zit je nu alweer met Plien te bellen?' Maar hij weet nu hoe het gaat. Hij moet om ons lachen. Plien en ik hebben een column in Flair en dan krijgen de mannen er wel eens van langs. 'Nou, ik kom er weer lekker van af', zegt Diederik dan.'
Hij staat ook in het theater, praten jullie veel over jullie werk?
'In de try-outfase komt Diederik bij ons kijken, maar het is niet zo dat wij de hele dag over onze optredens praten. Af en toe. Hij is veel meer belezen dan ik en ik vind het wel sneu voor hem dat ik niet eens een poging doe hem bij te houden. Hij vertelt bijvoorbeeld over de Krakatau, een vulkaan die voorkomt in zijn voorstelling over Nederlands-Indië. Het zou heel leuk voor hem zijn als ik daarover een boek las, maar dat doe ik niet. Ik kan het er niet bij hebben, ik lees alleen de Linda.'
Hij vindt het vast niet erg. Na de Emmy-uitreiking liet hij in De Wereld Draait Door merken hoeveel hij van je houdt.
'Hij was erg trots op mij, dat was ontzettend lief. Op Twitter schreef iemand: iedere vrouw verdient een Diederik.'
Wat dacht jij toen: ik heb hem?
'Ik vond het een heel grappige opmerking.'
Ineens zit ze te huilen. 'Ik heb veel geluk', zegt ze opnieuw. Ze vertelt hoe familieleden van haar beste vrienden de laatste tijd ernstig ziek zijn geworden of zijn overleden. Een zoon van de broer van Diederik heeft botkanker. 'En dan zijn wij een voorstelling met heel veel humor aan het maken. Dat geeft een dubbel gevoel. Soms denk ik: waarschijnlijk kan ik over een jaar niet meer zeggen dat ik niks heb. Snap je wat ik bedoel? Het komt steeds dichterbij. Ik ben bang dat er dierbaren gaan wegvallen.'
De tranen zijn even snel weer weg. 'Ik weet niet waarom ik zat te huilen', lacht ze alweer. Het is een van de redenen waarom ze later nog die mail stuurt. Ze vond het gênant dat ze ging zitten 'blèren' bij iemand die ze niet kende, maar dacht daarna: wat kan mij het schelen. Dan komt de uitleg: dat ze dus geen zin heeft in zo'n hooggesloten rits als pantser, dat ze niemand voor het hoofd wil stoten, dat ze aardig gevonden wil worden, misschien wel wil pleasen. Nadat ze de Emmy won, schreef haar goede vriendin Martine Bijl haar: 'Het leukste is dat er niemand is die het je niet gunt. Echt niemand. Dat is misschien wel je grootste prijs - en het zegt ook wel iets over jou.'
Krijgsman sluit af: 'Dus ik doe mijn rits niet dicht, blijf aardig en huil vrolijk verder.'