‘Ik compenseer mijn vluchten en mijn foto’s’
De Canadees Edward Burtynsky fotografeert vervuilde rivieren, stortplaatsen en fabrieken...
‘Ik wil mensen laten zien wat de oorsprong is van de apparaten die ze dagelijks gedachteloos gebruiken. Een strijkijzer of een tostiapparaat, mobiele telefoons en printers – ze komen ergens vandaan. En als we ze niet meer nodig hebben, verdwijnen ze niet zomaar van onze planeet. Ik volg de weg die materialen afleggen.
Een foto biedt de kans tot contemplatie, zodat we de werkelijkheid op een andere, inzichtelijker manier kunnen zien. Dat is hard nodig, omdat we volkomen los zijn komen te staan van de natuur. Voor de Westerse mens hebben de dingen geen begin en geen einde meer.’
De Canadese fotograaf Edward Burtynsky (1955) is al 25 jaar bezig met het vastleggen van de verwoestende impact van de industrie op natuur, mens en cultuur. Zijn bijzondere landschapsfoto’s zijn nu te zien op een overzichtsexpositie in het Gemeentemuseum Helmond; in de filmhuizen draait de documentaire Manufactured Landscapes, waarin Jennifer Baichwal de omstandigheden toont die schuilgaan achter de bevroren momenten.
Burtynsky’s kleurenfoto’s van gigantische fabrieken, vervuilde rivieren, stortplaatsen en scheepskerkhoven zijn zowel hypnotiserend mooi als verontrustend en afschuwwekkend.
‘Dat gaat moeilijk samen, het schuurt. Daar is het me om te doen, om de dualiteit, om het aantrekken en afstoten. Misschien zie je in eerste instantie alleen een mooie foto van een oranjerode rivier; ik hoop dat je vervolgens ook een glimp ziet van de diepere betekenis en je je gaat bedenken waar die kleur vandaan komt.’
Dat is het doel van zijn werk, onderstreept Burtynsky: inzicht geven in de complexiteit van de problematiek. ‘Het is onze verantwoordelijkheid om nu betrokkenheid en verantwoordelijkheid te ontwikkelen. Dat is vruchtbaarder dan zwartepieten. We hebben allemaal schuld. Jij. Ik. We moeten samen naar oplossingen zoeken.’
De documentaire Manufactured Landscapes, die door Al Gore werd geprezen als ‘buitengewoon aanwezig, mooi, inzichtelijk, raak en provocerend’, kan daaraan bijdragen, denkt Burtynsky.
‘De film vergroot de context. Hij laat niet alleen zien waar de beelden vandaan komen, maar toont ook de bestemming van de beelden: de galerieën waar ze een dialoog aangaan met het publiek.’
De fotograaf wil ook nog wel eens zelf een film maken. ‘Het medium film heeft een aantal eigenschappen die fotografie nu eenmaal niet heeft. Maar ik denk niet dat ik de fotografie ooit helemaal zal inruilen voor film. Mijn fotografie blijft zich nog steeds ontwikkelen; het is een levenswerk, denk ik.’
Burtynsky beseft dat fotograferen en filmen ook belastend zijn voor het milieu. ‘Ik compenseer alles. Ik compenseer mijn vluchten. Mijn foto’s. Mijn fotoboeken. Dat is controversieel, ik weet het, het zijn een soort aflaten. Maar het is beter dan niets doen. Ik moet vliegen om het werk te doen dat ik doe. Ik moet materialen gebruiken om de foto’s te maken die ik maak. Natuurlijk voel ik me af en toe schuldig. Maar het is nodig om mijn verhaal te vertellen. Om iets bij te dragen aan een proces van bewustwording en verandering. Ook dat is dubbel, ja.’