reportage
Iedereen kan kunst verzamelen, laat Ger van Dams overvolle huis zien
Ger van Dam gaat niet op vakantie en heeft geen auto. Al zijn geld gaat op aan zijn kunstcollectie, die inmiddels zijn huis in Loppersum heeft overgenomen. Sinds kort is hij ook ambassadeur van jonge kunstenaars en heeft hij een boek geschreven.
In 1972 stond Ger van Dam (71) voor het eerst in een museum, drie maanden later kocht hij zijn eerste kunstwerk. Daar bleef het niet bij. Inmiddels staat de teller op meer dan vierhonderd stuks, en hij schonk al bijna honderd kunstwerken aan Nederlandse musea. Onlangs heeft Van Dam een boek geschreven over zijn ervaringen met het kopen en schenken van kunst, waarmee hij anderen hoopt te inspireren.
Van Dam ziet er in het dagelijks leven niet uit als een typische kunstverzamelaar, eerder als een gepensioneerde biologieleraar: grote bril, warrig haar, wollen trui. Hij was tot zijn pensioen arbeidsdeskundige bij het UWV. Zijn bescheiden vrijstaande huis (130 vierkante meter) in het Groningse Loppersum is helemaal door zijn kunstcollectie in beslag genomen. Verder is het opvallend sober ingericht.
‘Kunst heeft prioriteit’, zegt Van Dam. In de woonkamer is de muur haast niet meer te zien, zo veel schilderijen en foto’s hangen er. Op de vloer ‘zitten’ twee levensgrote mensvormige sculpturen van aluminiumfolie. ‘Ik probeer ze elk jaar een keer voorzichtig af te stoffen.’
Voor andere kunstverzamelaars is kunst kopen een bezigheid die begint omdat er geld over is nadat dure vakanties en auto’s zijn betaald. Bij Van Dam is het andersom: hij gaat niet op vakantie, een auto heeft hij niet. En ook dan is met zijn vroegere salaris (zo’n anderhalf keer modaal) en huidige pensioen de keuze beperkt. ‘De grote namen zijn niet voor mij weggelegd, ik moet het hebben van jonge kunstenaars met lagere prijzen.’ Dus bezoekt hij eindexamenexposities en galeries om zijn slag te slaan.
Van Dam komt uit een gezin waarin kunst geen rol speelde. Er werd gewoon hard gewerkt, zijn vader reed een tankauto. Toen hij 21 was werd hij door een collega van zijn werk in Rotterdam uitgenodigd mee te gaan naar Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Die eerste keer herinnert Van Dam zich als ‘een overweldigende ervaring’. Het werd een vast lunchuitje; het museum was destijds gratis toegankelijk. Later volgden galeriebezoeken en zo scoorde Van Dam al gauw zijn eerste kunstwerk.
Daarna ging het rap. Hij herinnert zich nog de eerste keer dat hij wakker lag omdat hij zo graag een schilderij wilde hebben: ‘Het kostte vijfduizend gulden, dat was wel even schrikken.’ Na zijn scheiding verhuisde hij naar Loppersum. ‘Toen was er geen rem meer op en heb ik mijn spaargeld er in een jaar doorheen gejaagd, 20 duizend euro.’ Sinds kort is hij ook ‘ambassadeur’ van jonge kunstenaars, door bijvoorbeeld studiereizen voor hen te bekostigen en in een enkel geval betaalt hij zelfs collegegeld of een maandelijkse bijdrage.
En hij leent kunstwerken uit. Bijvoorbeeld aan kapperszaak ’t Schaartje, een kilometer van zijn huis. Daar hangen nu, goed te zien door de kappersspiegel, een paar felgekleurde abstracte schilderijen van een jonge Britse schilder. Omdat Van Dam zijn collectie met musea en anderen deelt noemt hij die naast Modern Art Loppersum ook wel Mobile Art Loppersum. Het is een collectie die niet op één plek hoeft te blijven. Op de website zijn alle kunstwerken te bekijken en te huren, enkele zijn ook te koop.
Van Dam valt op uiteenlopende stijlen: figuratief en abstract, sommige kunstwerken zijn ingetogen, andere behoorlijk in-your-face. Geen smaak die makkelijk te peilen is en niet modieus. Wel werd Van Dam avontuurlijker in de loop der jaren, vertelt hij. Zo liet hij grote abstracte beeldhouwwerken voor zijn huis zetten.
Daar trekt hij natuurlijk ook bekijks mee. In de zomer van 2006 kwam Wilma Kuiper, een orthopedagoog die twee minuten verderop woont, op visite om inspiratie op te doen voor kunst in haar eigen huis. Meteen bood Van Dam aan om kunstwerken uit te lenen. Dat beviel. Niet alleen de kunstwerken pendelden heen en weer: inmiddels zijn Van Dam en Kuiper getrouwd en hebben een korteafstandsrelatie, met ieder een huis vol met kunst.
Kuiper deelt Van Dams avontuurlijke smaak. Twee jaar geleden telden ze een paar honderd euro neer voor een felgekleurd ‘smeltend schilderij’ van Daan den Houter. Zo’n exemplaar, dat buiten de vriezer dus echt in een paar uur tijd smelt, trok bij de vorige editie van kunstbeurs Art Rotterdam veel bekijks. ‘Wie koopt nou zoiets?’, moeten toeschouwers hebben gedacht. Nou, zij dus. Sterker nog, zij waren de eersten die er eentje kochten. Wat daar nu van rest zijn een paar felgekleurde vlekken op de muur en vloer bij Kuiper in de gang.
Het was Kuiper die haar man suggereerde een boek te schrijven over zijn ervaringen in de kunstwereld. Van Dam: ‘Dat heeft me wel door de vorige lockdowns heen gesleept.’ Zijn belangrijkste lessen voor wie als goed voornemen heeft om kunst te kopen: ‘Volg je hart en ga ervoor.’
De collectie van Ger van Dam en Wilma Kuiper is te zien op malcollection.nl. Daar is ook meer informatie te vinden over Ger van Dams boek Van kruimelverzamelaar tot mecenas, dat in eigen beheer is verschenen.
Kunst op afbetaling
Kunst kopen met een kleine beurs is mogelijk, volgens verzamelaar Ger van Dam. Zelf maakte hij vaak gebruik van de KunstKoop. Bij aangesloten galeries is het mogelijk om in termijnen een kunstwerk af te betalen, het Mondriaan Fonds (gefinancierd door OC&W) betaalt dan de rente. Op de website kunstkoop.nl staat een rekenvoorbeeld: een kunstwerk van 2.000 euro kan in drie jaar worden afbetaald met een maandelijks bedrag van nog geen 60 euro.