Actie / Thriller / Misdaad
Identity
Wilde nacht in een motel
De diagnose is alweer een tijdje uit de mode, maar scenarioschrijvers weten er nog wel raad mee. Een meervoudige persoonlijkheidsstoornis (tegenwoordig dissociatieve identiteitsstoornis genoemd) biedt nu eenmaal fantastische mogelijkheden. Vooral in thrillers komt de ziekte van pas: een moordenaar met verschillende identiteiten, daar kun je alle kanten mee op.
Identity, stijlvol geregisseerd door James Mangold, begint als een rechtlijnige horrorfilm. Het is nacht, het stormt, de regen valt met bakken uit de hemel en alle verkeer loopt vast door overstromingen. Een stuk of tien mensen hebben dekking gezocht in een motel, waar het al snel goed mis blijkt. De gasten komen op gruwelijke wijze aan hun eind, één voor één. 'Ik heb zoiets wel eens in een film gezien', merkt een personages snugger op. De identiteit van de moordenaar blijkt bovendien niet zo gemakkelijk vast te stellen, al is het maar omdat de slachtoffers op onverklaarbare wijze verdwijnen.
De slachtpartij in het motel heeft iets te maken met een ter dood veroordeelde man, die door zijn psychiater wordt geholpen bij een laatste verzoek om gratie. Het bestaansrecht van Identity, zo blijkt al gauw, ligt in de pogingen de kijker op het verkeerde been te zetten.
Dat lukt aardig. De grootste verrassing is het talent dat ermee gemoeid is: regisseur Mangold (Heavy, Copland) wist acteurs als John Cusack en Ray Liotta te strikken voor een scenario dat weliswaar pretenties heeft, maar toch weinig meer biedt dan een doorsnee thriller.
Het verhaal voert veel te ver om geloofwaardig en daarmee echt spannend te zijn, maar dankzij de capabele regie blijft Identity net onderhoudend genoeg.