Ideale man valt uiteen in archetypen
Het Haags Gemeentemuseum heeft een goed moment gekozen voor een tentoonstelling over mannenmode. Mannenmode staat in Nederland enorm in de belangstelling....
De Ideale Man, is de naam van de groots aangepakte expositie die tot eind oktober in Den Haag is te zien. Geen chronologisch overzicht, maar een in thema’s opgedeelde expositie. Want veel meer dan vrouwenmode speelt moderne mannenmode met archetypen. In mannencollecties wordt voortdurend gerefereerd aan cowboys, dandy’s, motorrijders, kakkers, rappers, enzovoorts.
In het museum is een aantal van deze thema’s uitgewerkt: er is een sportzaal, een dandyzaal, een opstelling met werkmanskleding, er zijn variaties op het marinepak te zien, er zijn legerkleren en Hollandse klederdracht, er zijn zwarte pakken en gekleurde pakken. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan futurisme en lichaamsvormende kleren.
Bij elke opstelling worden antieke stukken gecombineerd met moderne mode. Zo staan een camouflagepak met opgedrukte nepmedailles van Bernhard Willhelm en een door Pim Fortuyn gedragen camouflagebroek naast historische legerkleding. Stukken uit de laatste collectie van Francisco van Benthum, die was geïnspireerd door klederdracht, zijn gecombineerd met traditionele kostuums uit Marken en Walcheren.
Het is verbazingwekkend om te zien hoe dicht het werk van hedendaagse ontwerpers soms blijft bij de originelen. Twee bruine pakken van Bernhard Wilhelm zijn bijna niet te onderscheiden van klassieke Britse Norfolk-kostuums uit de late 19de eeuw, een lange zwarte overjas van Raf Simons lijkt precies een klassieke professorentoga.
De ideale man is vormgegeven door Maarten Spruyt, en het is de derde modetentoonstelling die hij maakte voor het Gemeentemuseum. Hij heeft het wederom monumentaal, en met veel aandacht voor detail aangepakt. Een opstelling met mannenmode van John Galliano is versierd met netten, autobanden, plastic olietanks en speelgoedbeertjes, erachter hangt een muurgrote foto met dezelfde collectie, door Oof Verschuren gefotografeerd in de stijl van de 19de-eeuwse schilder Eugène Delacroix.
Over een pop die in een turnoutfit uit 1921 een handstand maakt, kruipen een stuk of tien kleine poppetjes in eenzelfde pak, de dandy’s staan op een podium dat bekleed is met papier met een uitvergrote print van tweed, en zijn omringd door opgezette vosjes en violen.
De ideale man begint met stukken uit de nieuwe najaarscollecties: onder meer een set van Maison Martin Margiela, een van Lanvin en twee van Maikel Bongaerts, winnaar van de Frans Molenaar coutureprijs 2007 en de eerste en enige mannenontwerper in de geschiedenis van de prijs die hem kreeg. Ook is er zeer recent werk van John Galliano, Vivienne Westwood, Bernhard Willhelm, Jean Paul Gaultier en Walter van Beirendonck, ontwerpers die een heleboel stukken ter beschikking stelden.
Maar het is niet voldoende om de tentoontelling een actueel gevoel te geven. En dat dat is jammer, bij een onderwerp dat nu zo in de belangstelling staat.
Voor een deel komt dat omdat met name Westwood, Galliano, Van Beirendonck en Gaultier allang niet meer zo’n grote rol spelen in de mannenmode.
Als iemand het recente mannenmodebeeld heeft beïnvloed, dan is het wel Hedi Slimane, van 2000 tot 2007 verantwoordelijk voor Dior Homme. Hij was het die smal gesneden broeken en jasjes populair maakte, net als de jonge, magere modellen die ze droegen. Conservator Madelief Hohé begint de catalogus zo ongeveer met de rol van Slimane, maar kleren van zijn hand (of zijn navolgers) zijn niet op de tentoonstelling te vinden, net zomin als van Prada en Thom Browne, andere invloedrijke ontwerpers.
Wel zijn er stukken uit de collecties van Dior Haute Couture, uitzinnige, historisch geïnspireerde door John Galliano ontworpen mannenstukken die in de coutureshows (voor vrouwen) alleen een decoratieve rol speelden; met mannenmode hebben ze weinig te maken.
Een gemis is ook dat er zo weinig aandacht is voor het archetype dat de laatste tijd een steeds grotere rol lijkt te spelen in de mannenmode: de vrouw. Mannenrokken genoeg in Den Haag, maar waar zijn de decolletés, crèmes, haarbandjes en sieraden, de vrouwendingen die daadwerkelijk zijn geadopteerd door de Nederlandse man?