Hoofdrolspeelster werkt als magneet
Joy..
* * *
Regie Mijke de Jong.Met Samira Maas.In 7 zalen.
Is het wreed om het meisje dat je te vondeling legt de naam Joy mee te geven? Of is het een goedbedoelde poging om iemand met een valse start toch nog een beetje positief aan het leven te laten beginnen? Joy zelf ziet er een verkapte liefdesverklaring in – iemand die zo genoemd wordt, kan toch nooit helemaal ongewenst zijn?
Hoe dan ook: het is een uitstekende naam voor een Mijke de Jong-meisje. Joy is, na Bluebird en Het zusje van Katia de laatste van haar trilogie over meisjes op weg naar volwassenheid. In de wereld van De Jong mag menselijk contact vaak een worsteling zijn, toch geven die gesloten jonge vrouwen van haar niet op. Ze kenmerken zich door een welhaast optimistische zoektocht naar liefde en geborgenheid. Ze klampen zich vast aan alle – vaak minieme – lichtpuntjes in hun verder vrij kleurloze leven. Het zijn types die niet knakken.
Al weet je dat bij de 18-jarige Joy toch niet helemaal zeker. De speurtocht naar haar moeder, die haar als baby achterliet in een grote tas op een straatbankje, neemt steeds obsessievere vormen aan. Ze verliest zichzelf steeds meer in een fantasiewereld en lijkt daarmee een destructief pad in te slaan.
Joy weet haar fixatie mooi te verbeelden. Het scenario van Helena van der Meulen confronteert haar met haar verlangen naar een gezinsleven door haar in contact te brengen met een alleenstaande moeder met dochter, op wie zij alles projecteert wat zij zelf is misgelopen. En via haar vriend met zijn hechte familie, die letterlijk een taal spreekt die ze niet verstaat.
Omdat De Jong haar met de camera telkens dicht op de huid zit, vormt Joy tegelijkertijd het middelpunt van de wereld, maar staat ze er ook juist buiten. Ook op de achtergrond onderstreept de regisseuse voortdurend haar gemis. Achter in beeld stiefelen voortdurend gelukkige dames achter kinderwagens. Zwangere vrouwen. Moeders met peuters. Als Joy inbreekt in het huis waarvan ze vermoedt dat haar moeder er woont, klinken er kinderstemmen van buiten.
En De Jong weet geluid vaker slim in te zetten. Door Joys ademhaling en hartslag iets aan te zetten brengt ze de kijker fysiek in haar lijf, kijkend door haar ogen.
Heel vernieuwend is het misschien allemaal niet, maar het is dankzij dit soort beklemmend realisme dat De Jong je haar wereld in sleurt. Dat is ook nodig, omdat het de zeurende vragen over het scenario tot stilte maant. Want hoe kan het dat een instantie een oud adres heeft van haar moeder, die haar slechts met een briefje met haar naam had achtergelaten? Waarom is daar dan nooit eerder iets mee gedaan? En waarom geven ze het dan aan het 18-jarige meisje mee, zonder professionele begeleiding?
Toch is het vooral Samira Maas die alle mitsen en maren van het scenario doet vergeten. Zij is de voornaamste reden dat Joy werkt. De Jong liep haar tijdens haar research tegen het lijf en besloot verdere audities voor gezien te houden. Een blik op Maas en je snapt dat volledig. Ze is krachtig en kwetsbaar tegelijk, een jonge vrouw met een bijna ondoordringbaar pantser. Eentje die permanent in gevecht lijkt met de wereld.
Of Maas nu zichzelf schoon boent onder de douche na liefdeloze seks op een toilet in een club. Of de omslagdoek waarin ze gevonden is zachtjes in de metro door haar handen laat gaan. Of knokt tegen die donkere wolk die bij menselijk contact zo over haar blik kan glijden – ze werkt als een magneet op de ogen.
Floortje Smit