Vijf tipsBeste Gebouw van Nederland
Hoe word je het Beste Gebouw van Nederland? Tip: zoek het in verrassing, grote gebaren zijn niet genoeg
Het Gelders Huis in Arnhem, ontworpen door het Amsterdamse architectenbureau Team V, volgt station Breda op als Beste Gebouw van het Jaar. De architectuurprijs van de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus (BNA) voor ‘het gebouw met de meeste meerwaarde voor opdrachtgevers en samenleving’ werd op 18 mei uitgereikt in de (te renoveren) Bijlmerbajes in Amsterdam.
Het Gelders Huis is de nieuwe naam voor het gerenoveerde Huis der Provincie, een in 1954 door koningin Juliana geopend Gesamtkunstwerk dat in 2007 werd uitgeroepen tot rijksmonument (een miniatuurversie is te vinden in Madurodam) en dat nu is uitgebreid met een moderne kantoorvleugel. In het monumentale, deels openbare complex zetelt het provinciebestuur en werken 1.200 provinciale ambtenaren.
Het in 2017 door koning Willem-Alexander geopende gebouw moest het opnemen tegen acht andere genomineerden: concertzaal Musis Sacrum in Arnhem, het bezoekerspaviljoen Park Vijversburg in Tytjerk, het Stadsarchief in Delft, paviljoen Circl op de Amsterdamse Zuidas, de Sportcampus Zuiderpark in Den Haag, het Multifunctioneel Centrum Doelum in Renkum, Superlofts Blok Y in Utrecht en het sociale woningbouwcomplex Space-S in Eindhoven. Dat laatste project kreeg de publieksprijs, die vorig jaar naar het Stadhuiskwartier in Deventer ging.
De jury, onder voorzitterschap van Louise Vet (directeur van het Nederlandse Instituut voor Ecologie van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen, NIOO-KNAW), noemt het Gelders Huis ‘niet alleen een stimulerende omgeving; het is ook een iconisch gebouw, dat bijdraagt aan de leefbaarheid van de stad en – de naam zegt het – een thuisbasis en plek van samenkomst biedt aan de bevolking’. Hoe hebben opdrachtgever en architect dat voor elkaar gekregen? De winst verklaard in vijf delen.
Het Gelders Huis
Arnhem
Architect: Team V Architectuur
Opdrachtgever: VolkerWessels Integraal B.V.
Transformeer
Hergebruik en transformatie zijn al jaren een belangrijk thema, maar spelen nu een hoofdrol in de architectuurproductie. Een opknapbeurt brengt evidente verbeteringen met zich mee – denk aan isolatie – maar leidt niet altijd tot meerwaarde, constateert de jury. Soms doet de verbouwing zelfs afbreuk aan de bestaande architectuur.
Het Gelders Huis toont ‘hoe je, voortbouwend op, en lerend van het bestaande, tot iets nieuws kunt komen dat in balans met het oude is’. De moderne kantoorvleugel, minimalistisch van snit, sluit in hoogte en gevelcompositie aan bij de omringende panden aan de Markt, en combineert mooi met het oude, rijk gedecoreerde monument. Dat blijft het formele ontvangstgebouw, terwijl in de nieuwbouw een open kantoorlandschap is gemaakt, dat door de hoge plafonds, het royaal aanwezige daglicht en het kleurige tapijt – geïnspireerd op de oude wandkleden – ‘voelt als een atelier’, aldus de jury.
Toon vakmanschap
Het bestaande rijksmonument (1955, architecten J.J.M. Vegter en H. Brouwer) was al prachtig, ‘het bood kansen om te excelleren’, schrijft de jury. ‘Maar die kansen zijn vervolgens ook ten volle benut. Het ontwerp blinkt uit door de precisie en aandacht waarmee het is gemaakt.’ Een voorbeeld is het blauwstalen receptiemeubel-met-trappartij, dat in de ontvangsthal staat: messcherp gedetailleerd, en met een plint die iets terugwijkt, zodat het meubel lijkt te zweven. In de met rubber afgewerkte traptreden (fijn voor de akoestiek) zijn, voortbordurend op het zandlopermotief dat als ornament in het monument is gebruikt, ‘strikjes’ van kunsthars verwerkt. Je proeft het ontwerpplezier.
Denk duurzaam
Duurzaamheid is een van de belangrijkste thema’s van dit moment, maar nog geen vanzelfsprekend gegeven, vindt de jury. Vaak blijft het een optelsom van losse maatregelen: dubbel glas hier, een grasdak daar. In het Gelders Huis is duurzaamheid is een integraal onderdeel van de architectuur. Het project is gerealiseerd als een publiek-private samenwerking, waarbij de bouwer verantwoordelijk is voor het ontwerp, de uitvoering, de financiering, het beheer en onderhoud gedurende de komende twintig jaar. Het idee is dat op deze manier meer over de lange termijn wordt nagedacht, wat tot een beter, duurzamer gebouw leidt.
Door de oude binnenplaats te overkappen met een isolerend luchtkussendak, dat wordt gedragen door een lichtgewicht constructie van staven en kabels, is een indrukwekkende ontvangstruimte gecreëerd en wordt tevens het energieverbruik van het complex beperkt. De warmte van het binnenvallende zonlicht wordt via de ventilatie teruggewonnen en in de bodem opgeslagen voor gebruik in de winter. In de staven van de kapconstructie is energiezuinige ledverlichting opgenomen, zonnepanelen zijn onzichtbaar weggewerkt in het schuine dak van de nieuwbouw. De winst is terug te zien in het energielabel, dat de energieprestatie van het gebouw laat zien: van het één na laagste niveau F is het gebouw gepromoveerd naar het twee na hoogste niveau A++.
Verras
Een jury wil verrast worden. Dat hoeft niet per se met een groot gebaar; de tijd van de megalomane spektakelbouw hebben we met de crisis achter ons gelaten. De verrassing zit vaker in een klein hoekje: een onverwacht doorzicht, een bijzonder materiaal, een op een onvermoede manier gebruikte ruimte. De vier spiegelglazen loopbruggen die de oud- en nieuwbouw met elkaar verbinden, bieden zo’n wauw-moment in de stad. Ze markeren de passage vanaf de Markt naar de Rijn en reflecteren de lucht en de zon, waardoor het onderscheid tussen gebouw en omgeving niet meer is te zien. Het gezichtsbedrog brengt je in een prettige staat van verwarring.
Schep publieke ruimte
Een gebouw is er niet alleen voor de gebruikers, het vormt ook zijn omgeving. In het Bouwbesluit staan alle technische voorschriften waaraan bouwwerken minimaal moeten voldoen. Zo moet een (nieuw te bouwen) woning over een buitenruimte beschikken en moet een verblijfsruimte tenminste één raam hebben. De jury vindt dat ‘rekenschap ten aanzien van de openbare ruimte’ aan deze voorschriften toegevoegd zou moeten worden, zodat het een vast onderdeel wordt van elke architectuuropdracht. Dit project geeft het goede voorbeeld. Waar voorheen een treurige parkeerplaats en een opgang met slagbomen was, is een verhoogd plein aan de – voortaan autovrije – Markt verschenen. Het loopt tussen de oud- en nieuwbouw door naar de rivier de Rijn. Het plein vormt niet alleen een grootse entree, maar is door de ligging op het zuiden ook een aangename verblijfsruimte en dankzij de brede traptreden ook een favoriete skateplek.