Hijgers die niet direct hijgen, veroorzaken de grootste last
Gezien het indrukwekkende aanbod aan telefonische sekslijnen en televisieprogramma's die de wereld van de porno nauwkeurig in beeld brengen, zou je toch denken dat het fenomeen van de telefoonhijger zijn langste tijd heeft gehad....
Alleen al daarom is het artikel van Joel Staffeleu in het Maandblad voor geestelijke volksgezondheid (MGv) vreselijk actueel. Daarin staat namelijk dat de telefoonhijger of seksbeller of telefoonmasturbant nooit is weggeweest. Letterlijk schrijft Staffeleu: 'Een feit is dat met het toenemen van de commerciële sekslijnen (...) - van zo'n vierhonderd lijnen in de telefoongids van 1993 naar rond de duizend in die van 1998 - het aantal ongewenste telefoontjes bij telefonische hulpdiensten en particulieren niet is afgenomen.'
Zelfs de NVSH, op dit gebied toch niet de meest preutse club, heeft problemen met 'mensen die eigenlijk niet willen praten over hun psychische of seksuele problemen, maar die de stem en de reacties van de hulpverleenster als prikkel gebruiken om zichzelf seksueel op te winden'. Staffeleu, als psycholoog en seksuoloog verbonden aan de Praktijk voor Psychoseksuele Therapie in Den Haag, heeft daarom eens grondig onderzocht hoe hijgers te werk gaan.
Hij luisterde naar 225 telefoontjes van mannen die de (vrouwelijke) hulpverleners van de Landelijke Telefonische Hulpdienst van de NVSH in Den Haag trachtten te bewegen tot een 'heet' onderhoud. Voor de goede orde: die telefonische hulpdienst is niet bedoeld voor dit soort gesprekken. Op basis van het onderzoek verdeelt Staffeleu hijgers in twee groepen: degenen die direct hun doel kenbaar maken ('Is er de mogelijkheid om bij jullie te masturberen?) en degenen die de zaak eerst verdoezelen.
Vooral voor telefonische hulpverleensters is een man uit die laatste groep volgens de onderzoeker de lastigste, want 'hij giet zijn masturbatiewens in een voor alle telefonische hulpdiensten herkenbare en aanvaardbare vorm'. Zo kan hij zich volgens Staffeleu volkomen geloofwaardig voordoen als een kind van 13 dat vraagt naar de betekenis van neuken en masturberen. 'De vrijwilligster begint de vragen te beantwoorden. Als ze pauzeert vraagt hij of zaad wit en kleverig is. Na haar bevestiging, zegt hij: ''Dan ben ik zojuist klaargekomen. Hartstikke bedankt mevrouw!''.'
Daar kun je om giechelen, wat sommige hulpverleensters deden, maar je kunt je ook gêneren. Dat deden de meeste NVSH'ers. Velen kregen te maken met drammers ('ach, voor één keertje') of ruziemakers ('gefrustreerde trut, daar zitten jullie toch voor. En je gaat 's zondags zeker ook naar de kerk'). Staffeleu schrijft dat veel vrijwillige hulpverleners zijn afgehaakt 'en dit verloop is uiteindelijk een van de belangrijkste redenen geweest voor het opheffen van de Landelijke Telefonische Hulpdienst in 1995'. De NVSH heeft alleen nog een paar regionale telefonische hulpdiensten.
Wat bezielt zo'n man (man ja, want een vrouw schijnt ook wat hijgen betreft heel anders in elkaar te steken)? Volgens Staffeleu bestaat er onder wetenschappers bar weinig overeenstemming over de psychologie van de seksbeller en de vraag of hij is te behandelen, laat staan over de vraag hoe.
Staffeleu pleit er daarom voor de opmerkelijke eigenschappen van telefoonmasturbanten in groter verband te zien. Mannen zijn gewoon veel en vaak op zoek naar allerhande seksuele stimuli, schrijft hij, van tijdschriften tot videofilms en van penisringen tot kunstvagina's. En dan heb je ook nog hoeren.
In al deze seksuele uitingen ziet Staffeleu een typisch mannelijke eigenschap: 'seksueel egocentrisme'. Veel mannen gaan hun gang 'zonder zich af te vragen wat hun gedrag voor de ander betekent'. Zo'n 'doorsnee' man heeft veel weg van een hijgende viezerik, hetgeen Staffeleu op de conclusie brengt dat het gedrag van de seksbeller eigenlijk 'weinig opvallend' is.
Dat vrouwen er vaak niets van begrijpen, komt omdat hun seksuele beleving 'veel meer op de relatie' is gericht. Staffeleu noemt vrouwen wat dat betreft zelfs naïef. 'Gezien de seksuele gedrevenheid van mannen - en de emotionele risico's die daaruit voortvloeien - kunnen vrouwen zich die naïveteit eigenlijk niet veroorloven.' Zodat het nog maar een kleine stap is naar een conclusie die hijgers zal plezieren: vrouwen moeten niet zeuren.