de week in boekenwilma de rek
Het zomerboek van 2021: de briefwisseling tussen Gerard Spong en Peter R. de Vries
Bijna vakantie, dus tijd voor de jaarlijkse quizvraag: wat wordt hét zomerboek van 2021? Het antwoord op die vraag hebben we pas in september, want het leuke van de zomerkraker is dat hij meestal uit totaal onverwachte hoek komt. Het traditionele zomerboek is een boek waarvoor literaire critici hun neusjes ophalen, zoals de Zeven zussen-reeks van de dit jaar overleden Lucinda Riley (domineerde de zomers van 2020 en 2019), maar ook dat is geen ijzeren wet: in de zomer van 2016 las ‘iedereen’ De geniale vriendin van Elena Ferrante en/of Een klein leven van Hanya Yanagihara, en in 2017 dook Alfred Birney menig koffer in nadat De tolk van Java de Libris Literatuurprijs had gewonnen.
De boekhandelaren en uitgevers die ik het vroeg, tippen Copsford van Walter J.C. Murray, Twee weken weg van R.C. Sheriff, Het lied van de mistral van Olivier Mak-Bouchard, De onderstroom van Benjamin Myers, Orakel van Thomas Olde Heuvelt, Damn, horny van diverse auteurs, Braakgrond van Juli Zeh (vertaling komt half september), Ik ben een eiland van Tamsin Calidas en De nachtdienst van Esther Verhoef. Ik heb alleen Het lied van de mistral al gelezen, aan een Frans zwembad; heerlijk zomerboek inderdaad.
De Fransen zelf lijken de zomer vooral te zien als een bijspijkerperiode. Uitgeverij Dunod heeft een reeks strandboeken die Freud à la plage, Kant à la plage of Einstein à la plage heten. Ook prominent aanwezig in de boekhandel is de serie ‘Un été avec…’, kleine, kleurige boekjes waarin de lezer wegwijs wordt gemaakt in het werk van Rimbaud, Homerus of Machiavelli. En voor wie zich op zijn luchtbed wil verdiepen in de werking van het menselijk lichaam, in kunstmatige intelligentie of in het marxisme is er de ‘3 minutes pour comprendre’-stapel.
Mijn eigen zomerbijspijkerboek wordt dan toch maar De ontvoering van Alfred Heineken van Peter R. de Vries. Ook dat boek werd in 1987 weggehoond (‘zijn bijdrage is niet groter geweest dan die van een doorsnee secretaris, hij noteert en probeert zo weinig mogelijk taalfouten te maken’, schreef Ruud Verdonck in Trouw) maar inmiddels is het toe aan de 28ste druk. En eerst lees ik PS: dit is vertrouwelijk..., de briefwisseling tussen Peter R. de Vries en Gerard Spong uit 2019. Hun gesprek begint met de bedreigingen waarmee beiden dagelijks te maken hebben. ‘Met kogelvrije vesten ga ik niet lopen’, schrijft De Vries. ‘Je moet wel gewoon kunnen leven. Bovendien: huurmoordenaars richten meestal op je hoofd.’ Soms is een zomerboek onzomers wrang.