Recensie75 jaar Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor

Het Radio Filharmonisch en het Groot Omroepkoor vierden hun 75-jarig bestaan met een vindingrijk programma

Het laatste wat je aan het eind van een feestconcert verwacht, is een koor dat zichzelf zachtjes in slaap sust.

Jenny Camilleri
Het Radio Filharmonisch en Groot Omroepkoor voerden hun jubileumconcert van vrijdagavond twee keer uit. De ‘late’ editie (21.00 uur) werd uitgezonden op Radio 4. Beeld Esther de Bruijn
Het Radio Filharmonisch en Groot Omroepkoor voerden hun jubileumconcert van vrijdagavond twee keer uit. De ‘late’ editie (21.00 uur) werd uitgezonden op Radio 4.Beeld Esther de Bruijn

Een uitbundig feest werd het niet, de viering van het 75-jarig bestaan van het Groot Omroepkoor en het Radio Filharmonisch Orkest. Noch De klokken van Rachmaninov, een massale symfonie voor koor en orkest, noch Event-Horizon, een nieuw stuk van de jonge componist Jan-Peter de Graaff, bleek coronaproof. In plaats hiervan vierden het koor en orkest dit weekend in het Utrechtse TivoliVredenburg hun jubileum met twee aangepaste concertprogramma’s – ingetogener van opzet, maar des te vindingrijker.

De Graaff kreeg zes weken de tijd om een nieuw stuk te schrijven. Les cymbales sonores, een zetting van psalm 150, is het openingsstuk van het eerste concert, vrijdagavond geleid door de chef-dirigent van het RFO, Karina Canellakis. Het koor, uitgedund tot 36 zangers maar vol klinkend, zet in met deinende uitroepen.

De vocale harmonieën zijn van een weemoedige schoonheid, door het orkest raast een kettingreactie van korte klankexplosies. De Graaff benut het hele orkestrale palet. Naar eigen zeggen wilde hij de veelzijdigheid van zijn opdrachtgevers vieren door met allerlei muziekstijlen te spelen. Misschien is dat van een stuk van vijf minuten te veel gevraagd. Het zit vol vluchtige ideeën die erom smeken uitgewerkt te worden en maakt nieuwsgierig naar het omvangrijkere Event-Horizon.

Daarna mogen – op een podium twee keer zo groot als gewoonlijk, zonder publiek op de zaalvloer – de orkestleden hun kwaliteiten etaleren in de Derde symfonie van Jean Sibelius. Het eerste deel is strak en lichtvoetig: de gloedvolle cello’s vallen op.

Het orkest blijft mooi spelen in het transparante tweede deel, maar halverwege zakt de spanning weg. Mogelijk doordat de groepen zo ver van elkaar zitten is het lastig in de tere passages de juiste balans te vinden. In plaats van als een zachte vering onder de houtblazerssolo’s te fungeren, dringen de tokkelende strijkers zich te veel op. Pas in het laatste deel lukt het Canellakis om de uitvoering weer richting te geven.

Dirigent Karina Canellakis, vrijdag in TivoliVredenburg. Beeld Esther de Bruijn
Dirigent Karina Canellakis, vrijdag in TivoliVredenburg.Beeld Esther de Bruijn

Het Schicksalslied van Brahms heeft daarentegen nauwelijks last van de opstelling. Canellakis boetseert een ontroerende inleiding en, hoewel de koorleden (opgedeeld in twee groepen) meters van elkaar staan, klinken ze als een wonderbaarlijk geheel. Je hoeft de tekst niet te kennen om te horen dat ze hemelse perfectie uitbeelden. Na de afdaling in de aardse wanhoop, doen hun staccato kreten huiveren, terwijl de klank beeldschoon blijft. Zo eindigt de eerste etappe zowel muzikaal als dramatisch op een hoogtepunt.

De volgende dag nemen vijftig leden van het Groot Omroepkoor de plaats van het orkest in op de vlakke vloer in TivoliVredenburg. Benjamin Goodson, sinds 1 september de nieuwe chef van het koor, heeft de leiding in een grotendeels a capella-programma. Als de zangers binnenkomen en hun mondmaskers afdoen, zie je brede glimlachen – ze hebben er duidelijk zin in. Psaume 121 van Daan Manneke is een weergalmende oase van kalmte. Goodson stopt veel lyriek in de Fest- und Gedenksprüche, drie motetten van Brahms, en The Passing of the Year van Jonathan Dove.

Dit laatste werk, een reis in zeven gedichten door de jaargetijden, heeft alle Dove-kenmerken – de uiteenlopende delen, van spreekkoor tot klaagzang, spreken onmiddellijk aan. Koorbegeleider Ben Martin Weijand drijft het geheel aan met drammerige akkoorden op de piano. Het laatste wat je aan het eind van een feestconcert verwacht, is een koor dat zichzelf zachtjes in slaap sust. Maar in de stilte na Eric Whitacres Sleep, loepzuiver gezongen, lijken de zangers te zeggen: kijk nou, zo stil klonk de koorzang zes maanden lang in de Nederlandse concertzalen. En alleen al omdat wij weer die stilte mogen vullen, is het feest.

75 jaar Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor

Klassiek

De Graaff, Sibelius en Brahms o.l.v. Karina Canellakis (★★★☆☆)

A capella-concert o.l.v. Benjamin Goodson (★★★★★)

11 & 12/9, TivoliVredenburg, Utrecht. Het eerste concert is terug te luisteren op radio4.nl.

Verzuiling

Voor de Tweede Wereldoorlog hadden de omroepen in het verzuilde Nederland hun eigen muzikanten in dienst. De muziek op de radio werd meestal live vanuit de studio’s gespeeld. Vooral de ensembles van de Avro, KRO en Vara hadden een goede reputatie. Vlak na de bevrijding werd besloten dat er ensembles moesten komen voor specifieke genres, die de verschillende omroepen zouden bedienen.

Het nieuwe orkestapparaat bestond uit het Omroep Orkest, het Omroep Kamerorkest, het Vaudeville Orkest (vanaf 1949 Promenadeorkest), het Groot Omroepkoor en het Radio Philharmonisch Orkest (nog met Ph), dat al op 26 juni 1945 voor het eerst repeteerde in Hilversum. Na fusies en bezuinigingen zijn alleen de laatste twee nog over. Ter ere van het jubileum, zijn over het orkest en koor twee boeken uitgebracht, geschreven door respectievelijk Inge Jongerman en Oswin Schneeweisz.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden